Deze week verschijnt het boek ‘Celebrate Life’, een meer dan vuistdik boek over de geschiedenis van ID&T. Een goede gelegenheid om eindelijk de stille man van ID&T en Q-Dance eens te strikken voor een interview. Wouter Tavecchio over o.a. de opkomst van de hardstyle, de opvolger van Sensation en de Scarface-taferelen bij SFX. ‘Hij was de gekke generaal die in een bunker omringd door tanks verkondigt dat ie de oorlog gaat winnen.’

Landsmeer, dorpje onder de rook van Amsterdam. Of beter: boven de rook van Amsterdam, want je moet er heel Amsterdam Noord voor door. Noord, de plek waar nu iedere hipster wil wonen, maar in de jaren tachtig een wasteland dat de grote stad Amsterdam scheidde van de polder. Landsmeer zelf voelt alles behalve als een wasteland. Het is een rustiek dorpje met van die traditionele donkergroene huizen met witte daken, met steigertjes en bootjes die zo natuurgebied ’t Twiske in glijden. Wie iets weet van de dance industrie van Nederland bekruipt hier een soort ‘Postcodeloterij-gevoel’, alsof hier de straatprijs gevallen is. Zo’n beetje half Landsmeer groeide uit tot de kern van ID&T en later Q-Dance. Duncan Stutterheim, zijn broer Miles, partner Irfan van Ewijk, maar ook Wouter Tavecchio. 

‘Miles was mijn beste vriend, Duncan werd een grote broer’, zegt Tavecchio in zijn zonovergoten tuin naast zijn thuis-kantoor. Hij heeft die vette Amsterdamse tongval die alle ID&T’ers hebben. ’Duncan heeft deze industrie opgericht, en ik raakte daar super geïnspireerd door. Hij was degene naar wie we opkeken, maar die we ook altijd een poepie wilden laten ruiken. Ik werkte altijd op zijn feesten, achter de garderobe, kaartjes scheuren, posters plakken. Toen ik op mijn 21e kwam was met mijn opleiding garagemanagement zei ik: Dunc, ik ben klaar, heb je een baan voor me? Dat had ie wel: we hebben een club gekocht in Zaandam, ga daar maar feesten geven. Dat heb ik een jaar gedaan, samen met Wildrik. Aan het eind van het jaar stond er tienduizend gulden op de rekening, maar bleek er nog voor drie ton aan facturen open te staan. Ik had er nog een grote mond over ook. Toen heeft Duncan gezegd: ik ken je al mijn hele leven en ik vind je een toffe peer, maar zakelijk gezien gaat het hem niet worden.’ En zo begonnen Wouter Tavecchio en Wildrik Timmerman voor zichzelf. Hun bedrijf: Q-Dance.

'Ik ken je al mijn hele leven en ik vind je een toffe peer, maar zakelijk gezien gaat het hem niet worden'

Je bent nooit ver afgedreven van ID&T, kennelijk ben je niet met slaande deuren vertrokken?
‘De eerste drie jaar hebben we elkaar met rust gelaten, en in die tijd groeiden wij naar events voor 3.000 man. Het begon met house classics, of houseqlassics, zoals wij het noemden, en dat ging heel goed. Toen zei Duncan: ik heb een vergunning voor de Vechtsebanen in Utrecht, maar geen concept. Misschien kunnen we iets samen doen? Wij de invulling, de boekingen, zij de productie en financiën. Dat verkocht meteen uit, 5.500 mensen. Duncan had in die tijd allerlei locaties met vergunningen: de Boelelaan in Amsterdam, het Beursgebouw in Eindhoven. Zo is het gegroeid.’

Jullie begonnen dus met retro-feestjes, die terug gingen naar de periode net voor house transformeerde tot gabber. Wanneer had je het gevoel dat er echt iets nieuws ontstond?
‘Het begon inderdaad met classics, maar je kunt niet steeds dezelfde platen blijven draaien. Gaandeweg werden het b-sides, vervolgens remixes. Het was ook een kwestie van op meta-niveau naar de industrie kijken: gabber was een grote, grote cultuur, maar in een jaar tijd was alles ingestort. Het was commercieel geworden, je had Gabber Piet, 538, het was gewoon niet cool meer. Honderdduizenden mensen die graag wilden stampen, zaten thuis. Ze wilden wel, maar meer in een underground sfeertje, niet met abri’s op straat. Er lag een gapend gat.’

ID&T was in die tijd ook aan het opschuiven.
‘Klopt, richting Trance Energy en Sensation. Maar hardere producers als Lady Dana, Prophet en Pavo maakten goeie producties. We zetten er wat Duitse en Italiaanse gasten bij, wij konden er wel chocola van maken. Op een gegeven moment hebben we in een brainstorm het woord ‘hardstyle’ bedacht, een samentrekking van ‘hardcore’ en ‘old style’. We hebben de naam ook daadwerkelijk gedeponeerd bij de rechtbank. Nooit aanspraak op gemaakt, toch trots op. Het is deel van onze heritage.’

Welke van alle evenementen die jullie gegeven hebben was het meest cruciaal?
‘De eerste Defqon.1 in 2003. Het was de allereerste keer dat we een festival organiseerden. We dachten: de eerste editie zou 10.000 bezoekers heel vet zijn. We verkochten meteen 25.000 kaarten. Het was ongelofelijk dat we dat deden, want waar hadden we het van betaald als het niet goed gegaan was? Vanaf dat moment ging het super snel: In Qontrol, Q-Base in Duitsland, Qlimax in GelreDome. Ineens stootte het door naar feesten voor 30.000 man. En toen begon het cultiveren. Niemand laten weten, niet over lullen. Ineens belt de Telegraaf, wil de NOS naar binnen. Ik heb gezegd: laat ze maar voor de deur gaan staan.’

'Honderdduizenden mensen die graag wilden stampen, zaten thuis. Ze wilden wel, maar meer in een underground sfeertje, niet met abri’s op straat'

Sensation en Mysteryland zijn wel altijd volop in de media. Is de hardstyle scene echt zo anders?
‘Jazeker. Ik heb destijds bij de fusie in 2006 ook een positioneringsdiagram gemaakt: links ID&T, rechts Q-Dance. Aan de ID&T kant trefwoorden als ‘commercieel’, ‘medium bpm’, ‘top down communicatie’, ‘wat ouder publiek’. Bij Q-Dance: ‘niet commercieel’, ‘hoog bpm’, ‘bottom up communicatie’, ‘iets mannelijker’. De strategie voor die twee moest duidelijk anders. Toen we toch langzaam naar elkaar toe groeiden, hebben we dat nog een keer moeten zeggen: nee, je moet het anders doen.’

Jij werd na de fusie CEO van ID&T, Duncan ging naar Australië. Hoe was dat voor jou?
‘Natuurlijk ging er trots mee gepaard. Ik was dertig en had ineens tachtig mensen onder me. Maar ik had geen tijd om er stil bij te staan. Het was een rollercoaster: mensen aannemen, internationaliseren, herstructureren. Ik vond mezelf wel de aangewezen persoon om Duncan te vervangen. Ik had met Q-Dance een goed-lopend bedrijf met goede winsten, terwijl ID&T met onder andere een radiostation en een magazine ook een paar misses had. Wij zaten goed in de onderhandeling, al moest ik mijn mensen wel met tien paarden uit hun pand trekken. Ik had ze zes jaar lang gedrild om ID&T te verslaan en ineens moest ik uitleggen: dit gaat voor ons werken.’

ID&T had vooral jullie nodig, anders waren ze failliet gegaan.
‘Dat was ook geen geheim, zo zaten we ook aan tafel. Ik heb er ook gebruik van gemaakt. We zijn goede vrienden, maar in zaken zijn er een paar variabelen: hoeveel centen heb je op de bank, hoe lopen je feesten. Toen ik CEO van ID&T werd kwam weer de vraag: of ik een interview met die wilde doen, een met die. Ik heb er lang over gedacht en besloten het toch niet te doen.’

Waarom eigenlijk niet?
‘Een combinatie van factoren. Ik vond het zelf niet zo nodig om uit te stralen dat ik de man was, maar het had ook met de groep mensen die we bedienden te maken. Ik was zelf echt een Thunderdome fan, en ik had er een hekel aan als mijn moeder met de krant aankwam: he, hier was jij toch heen? Ik had ook vooroordelen over media, die vaak de negatieve kanten belichtten. Ik vond mainstream media niet bij ons merk passen. Het was underground.’

Die fusie was uiteindelijk inderdaad een goede beslissing voor Q-Dance. Is er ook iets waarvan je zegt: dat heb ik helemaal verkeerd gezien?
‘Ik heb onderschat hoe het is om met twee kapiteins op een schip te zitten. Toen Duncan terug kwam uit Australie hebben we af en toe knallende ruzie gemaakt. En ik heb onderschat wat geld met je doet. Je geeft feestjes, kunt ineens een auto kopen, en dan heb je ineens miljoenen op de bank. Je bent ineens bezig met wat je kunt kopen of bouwen. Hebzucht is een zware ziekte, en ik ben er zelf ook volop voor gevallen. Het was ook waanzinnig. Alle spotlights stonden op ons, iedereen vond ons geweldig. Dan sta je in St Petersburg op een VIP-deck en dan gonst het dat jij de grote smurf bent. Direct komen er mooie vrouwen op je af. Ik voelde mezelf niet belangrijk, ik was ook maar om 16:00 uur binnen komen wandelen, terwijl anderen alles al opgebouwd hadden.’

'Ik was zelf echt een Thunderdome fan, en ik had er een hekel aan als mijn moeder met de krant aankwam: he, hier was jij toch heen?'

En dan staan de Amerikanen voor de deur. Als ik het goed begrijp had jij direct een spuughekel aan die patser van een Robert Sillerman, de stinkend rijke baas van SFX. 
‘Niet per se aan hem, maar aan het idee dat alles wat wij gebouwd hadden naar de Amerikaanse beurs zou gaan. Daar kon ik niks mee, nog steeds niet trouwens. Waarom? Op die vraag zijn hele goede antwoorden te bedenken, maar voor mij waren die niet goed genoeg. Geld? Dat had ik genoeg. Internationale groei? We groeiden toch al? Hulp? Wat gaan ze dan doen? Komen ze bij ons op kantoor zitten? Ik snapte er helemaal niks van.’

De mooiste anekdote uit het boek van Gert van Veen is die over jouw ontmoeting met Sillerman. 
‘Ja, dat was wat. Ik zat daar in een boardroom met allemaal zestig-plussers met tien of misschien wel honderd miljoen op de bank. Mannen die alles gezien hebben - The Rolling Stones, Michael Jackson - en daar ook continu over praten. Ik was er met Duncan. Op een gegeven moment komt Sillerman binnen, dus ik sta op om hem een hand te geven. Hij greep met recht in mijn zak. Niet gewoon even leuk, hij kneep me keihard in de ballen. Je weet hoe dat voelt, dat is echt een kutgevoel. Hij zegt: ‘so you’re the motherfucker Wouter’. Hij zet me op een stoel, begint met keihard te masseren en over mijn hoofd te aaien, ten overstaan van iedereen. Pure intimidatie. Luister, je kunt zijn wie je wilt met je leuke feestjes, maar dit is mijn office en ik grijp je bij de ballen als ik dat wil.’

Wat zei Duncan?
‘We hebben er samen om gelachen. De beslissing was al genomen. We waren met 23 aandeelhouders, en op een gegeven moment was ik de enige die niet wilde. Jongens die 1,5% hadden zeiden tegen me: Wout, dat geld gaan we nooit meer krijgen. We hebben er toen nog meer bij geluld, tot 130 miljoen inclusief aandelen. Ze betaalden 33 keer de winst, belachelijk. Normaal is het 8 keer de winst, bij een luxeproduct misschien 15 keer, dit was echt overdreven.’

Waarom dan?!
‘Ze moesten ons gewoon hebben, anders kon dat hele bedrijf niet naar de beurs. Ze hadden een shortlist met vijftig bedrijven, en wij stonden op nummer 1. Terecht ook, want er was niemand die op zo’n hoog niveau feesten gaf. Inmiddels zijn EDC en Tomorrowland langszij gekomen, maar toen was er echt niemand.’

Heeft ID&T geleden onder de verkoop?
‘Ja absoluut. ID&T was veel in het nieuws door de problemen met SFX. Daardoor wilden leveranciers en dj’s ineens hun geld vooraf hebben. Het straalde heel erg op ons af. En de koers daalde, dus er kwamen meteen mails: kunnen jullie niet even wat mensen ontslaan of wat minder lasers doen? Nou, nee. Wij zijn niet van de korte termijn, we kunnen niet afgaan op de grillen van aandeelhouders. Wij doen soms dingen die helemaal nergens op slaan. Rob Gee met een band op Sensation Black bijvoorbeeld, of experimenten met triphop bij Q-Dance.’

ID&T heeft zichzelf altijd vernieuwd en nieuwe concepten ontwikkeld. Thunderdome, Inner City, Trance Energy, Sensation, Mysteryland. Maar het laatste nieuwe festival was Welcome To The Future, meer dan tien jaar geleden. Dat kan toch eigenlijk niet?
‘Nee, klopt. Maar zo gaat dat dus. Anderhalf jaar voor de verkoop begon dat verhaal al. Op dat moment gaat het management zich daarop richten. In het daadwerkelijke verkoopproces gaan alle hens aan dek. Alles moet opgeschreven en in databases gegoten worden. Vernieuwing, je hebt het er niet eens over. Toch ben ik wel blij dat we verkocht hebben. Ik heb er mooie dingen voor gedaan. Ik heb mijn familie blij kunnen maken, ik heb geïnvesteerd in plekken waar mensen elkaar ontmoeten. Plus: het leven is zo gelopen. Het is zo gegaan.’

'Op een gegeven moment komt Sillerman binnen, dus ik sta op om hem een hand te geven. Hij greep met recht in mijn zak'

Zit jij er nu nog in?
‘Jazeker, ik ben weer grote smurf bij Q-Dance. Een halfjaar geleden was ik dat nog bij ID&T. Ik zat in allerlei onderhandelingen en werd er helemaal gek van. Je praat met Bob, maar die is weg, dan praat je met bankiers, en die wijzen weer een nieuwe Bob aan, die de eerdere afspraken van tafel veegt. Op een gegeven moment ben ik met de jongens naar Ibiza gegaan om uit te huilen. Duncan zei: ik ben al weg, maar wat wil jij. Wat wil je nou het allerliefst? Nou, terug naar Landsmeer, naar de jongens van Q-Dance. Feesten organiseren, mensen blij maken, Tomorrowland inhalen. Dat wil ik. Ik was op Defqon.1 vorige week, het was zo ongelofelijk vet. Maar de vraag is wel: wat ga ik toevoegen.’

Precies, want anders heb je hetzelfde als toen Duncan terug kwam bij ID&T en jullie elkaar in de weg zaten.
‘Ik loop inderdaad in dezelfde valkuil. Ik kom terug en voel me de relaxtheid zelve, ik kom gewoon helpen. Maar ik neem natuurlijk een bedreiging mee: shit, Wouter komt terug, wat gaat ie doen. Gelukkig zijn het allemaal goede vrienden van me. Ik heb Sander Bouwstra, de man die het bedrijf in mijn afwezigheid verdubbelde, aangeboden lekker even tijd te nemen om te chillen. Ik neem geen grote beslissingen, en dan is het een proces hoe we verder gaan. Ik ben nu dedicated aan Q-Dance, al bemoei ik me ook met het nieuwe ArenA project dat we volgend jaar gaan doen.’

Het ArenA project, de opvolger van Sensation bedoel je? Kun je daar al iets over zeggen?
‘Ik weet dat anderen het niet doen, maar ik heb niet zoveel ervaring met interview, dus ik kan zomaar uit de school klappen. Inhoudelijk kan ik nog niet veel zeggen, maar ik kan wel zeggen dat het niet zomaar een nieuwe Sensation wordt. Wat is de volgende stap? Hoe wordt het nog mooier, nog grootser. Ik zou graag de conventie willen doorbreken van de afgelopen 25 jaar. Nu worden alle creatieven boos op me, maar eigenlijk zijn al onze feesten hetzelfde: een podium dat steeds groter, breder, hoger wordt. Meer vuurwerk, meer lasers, meer geluid. Maar nu moet het anders. Ik denk aan interactie met het publiek, aan de integratie van artificial intelligence, ik roep maar wat.’

Het concept is toch al af, lijkt me?
‘Nee joh, dan schat je ons veel te hoog in. Op een gegeven moment gaat de vlam wel in de pan slaan, maar zover zijn we nog niet.’

En de toekomst van Q-Dance?
‘We willen volgend jaar een vierde dag toevoegen aan Defqon.1. Donderdag aankomen, maandag naar huis. Op dit moment is de vrijdag nog een soort aankomst-dag met een kleiner programma. We gaan daar een volledige dag van maken, en donderdag het terrein al open stellen. Ik heb de vergunning nog niet binnen, maar de plannen zijn heel goed, en we spreken er al langer over. Het is voor iedereen fijn: het publiek wil het, wij willen het, voor de veiligheid en logistiek is het veel beter, onder andere om de druk op het verkeer beter te spreiden. Wij kunnen zo Defqon.1 naar het niveau van grote evenementen als Tomorrowland en Coachella tillen. Wij vinden dat we daar tussen horen. Daarnaast werken we aan een Q-munity, een community voor de hardstylescene. Ons publiek wil dat graag: meer info over artiesten, meer behind the scenes, meer engagement. Het zal niet direct een money maker zijn, maar het is wel een manier om iets te doen met de betrokkenheid van het publiek.’

Heb je nog op gepaste wijze afscheid genomen van Sillerman toen ie van het toneel verdween?
‘Ja, ik was de laatste die overstag ging bij de verkoop, maar het lot wilde dat ik ook de laatste was die nog met hem liep te sparren over hoe het wel of niet moest. Iedereen was weg. Het was vaak een slechte film. Dan belde ie op maandagavond: kun je morgen komen? Half zeven, want half tien hebben we een meeting. Dan vloog ik business class naar New York, werd met een helikopter Manhattan in gevlogen, en dan zat ik daar voor tien stropdassen een presentatie te houden over kapitaalstructuren.’

Is ie van de ene op de andere dag verdwenen?
‘Nee man. Het bedrijf was al in Chapter 11, een faillissement-staat, en hij zat daar gewoon op zijn kantoor te doen alsof er niks aan de hand was. Hij was de gekke generaal die in een bunker omringd door tanks verkondigt dat ie de oorlog gaat winnen. Om hem heen werden de kantoren leeg geruimd, mensen liepen met dozen naar de uitgang, en hij zat in zijn kantoor te verkondigen dat we de wereld gingen veroveren. De man is totaal megalomaan. De vergelijking met Donald Trump gaat een-op-een op.’

Krijg je op zo’n moment niet een beetje medelijden?
‘Ja, een beetje wel, want hij is een hele charmante man. Heel intelligent, een track record van hier tot Tokio, en dan zo’n sneu einde. Zijn dochter overleed in de periode dat ie ons kocht, en zelf was ie ook ziek. Genezen van kanker, maar overeind gehouden door de ene operatie na de andere. We hebben hem echt af zien glijden.’

Wat heb je gezegd toen je hem de laatste keer zag?
‘I wanna buy my company back. Ik heb mijn laptop open geklapt en liet hem een foto zien van een zinkend schip waar nog een mannetje op zat. Ik zei: Bob, that’s you. It’s done. Before you tell me a new story about how great we are: it’s done. I wanna buy the hardstyle back. De banken werden in eerste instantie eigenaar, en die wilden eerst niet verkopen, maar uiteindelijk heb ik een fantastische deal kunnen maken, voor 15% van de aandelen en een levenslange royalty deal. Maar we komen er nooit meer vanaf. We zullen altijd een speelbal blijven van een Amerikaan of een Chinees ergens ter wereld die zegt dat ie eigenaar is van Defqon.1. Dat is heel gek. Wij maken het, de bezoeker koopt het. Ze hebben recht op de winst, maar voor de rest hebben ze nergens recht op.’

‘Celebrate Life’ is het tweede deel van de geschiedenis van ID&T. Gert van Veen schreef beide delen, met daarin naast het verhaal van Wouter Tavecchio en Q-Dance ook alles over de buitenlandse expansie van Sensation en de overname en gedeeltelijke terugkoop van de Nederlandse dancebedrijven.

'We willen volgend jaar een vierde dag toevoegen aan Defqon.1'