Een kleine recap over die onuitgebrachte plaat, die zo’n drie jaar geleden tijdens het toeren ontstond. In die tijd kreeg de band nog wel eens te horen dat er een flink verschil zat tussen het geluid van hun debuutalbum en hun liveshows, waardoor ze bij de opnames voor het tweede album heel bewust van hun publiek werden en de fout maakten om dat als uitgangspunt te nemen. Conclusie: een te geforceerde plaat die niet werd uitgebracht, voor een groot deel de prullenbak in verdween en nu voor het genereuze bedrag van 30.000 euro te koop is.
Na die opnames kreeg zanger Melle Dielesen een breakdown en stond de band een paar maanden stil. Beiden hervonden zich daarna terug in de studio om alsnog een album op te nemen. Zonder poespas en drummer Raven Aartsen in de rol van producer. In het voorjaar van dit jaar kwam uit die sessies al de Power Ranger EP, gevierd met een Europese tour met together PANGEA. Een sterke EP, waar de hervonden levenslust van de band al te horen was. Want er zijn maar weinig garagerockbands van dit moment die er voor kiezen om te doen wat Mozes doet: teruggrijpen naar de jaren ‘90 zonder daarmee al te snel naar de grunge door te pakken, simpelweg omdat het dicht tegen je eigen sound aan ligt.
De ogenschijnlijk losse drums die je door het hele album heen hoort, een shoegaze gitaar die op de achtergrond blijft rondhangen; het is allemaal al een keer gedaan, maar probeer het maar eens op de juiste manier te vangen in liedjes die overeind blijven. Mozes and the Firstborn laat de über-catchy garagepop van het debuutalbum los en verweeft die op Great Pile of Nothing met lo-fi alternative rock uit de nineties. Iets dat je op het debuutalbum al kon horen in ‘Gimme Some’. Denk aan Guided by Voices of de technisch goed uitgevoerde liedjes van The Lemonheads. Of die van Pavement, Smashing Pumpkins en de powerpop van Weezer.