Meteen als je het perron bij STRP afloopt, loop je tegen PopEi aan. Het is het complex waar Mozes and the Firstborn hun tweede album opnamen. Eigenlijk hun derde, maar daarover later meer. In het zaaltje achter de bar bereidt de band zich twee weken voor op de plaatpresentatie van komend weekend. Het ziet er gek uit: een leeg zaaltje met achterin slechts een geluidsman en twee vrienden, waarvan er een af en toe wat op zijn skateboard door de zaal rijdt. Ondertussen werkt de band gewoon zijn set af. Nou ja, niet helemaal gewoon. Een groot deel van de set staat de bassist, met gekruisde benen en zijn gezicht naar het podium, middenin de zaal te spelen. Horen hoe het vanaf daar klinkt. Het is de warmste dag van de zomer, de dag dat eindelijk iedereen zijn korte broek en slippers uit de kast getrokken heeft. Iedereen behalve drummer Raven Aartsen, die zijn koltrui en lange broek gewoon aangehouden heeft. Tussen de nummers overleggen de muzikanten kort wat er anders moet, zonder acht te slaan op de bezoekers. Tijdens de nummers schuift de geluidsman als een gek aan de knoppen om te bepalen hoe de nieuwe nummers uiteindelijk live door de speakers komen.
ITGWO16 Mozes and the Firstborn: 'Ons weggegooide album is te koop voor €30.000'
Garagerockers over hoe kut concertrecensies zijn en Bruce Springsteen. Of nee, Guus Meeuwis.
Komende zaterdag presenteert Mozes and the Firstborn het tweede album. Niet in thuisbasis Eindhoven, maar aan de andere kant van het land; op Vlieland, tijdens Into The Great Wide Open. We zochten de band op tijdens de repetities van de releaseshow, en kregen het om de oren.
‘Eigenlijk wil je het liefst dat wij op een onbewaakt moment hele controversiële uitspraken doen hè?’ veinst Ernst-Jan van Doorn achterdocht, als er tussen twee oefensets in buiten tijd is voor een interview. De bassist buigt samenzweerderig over de picknicktafel. Frontman Melle Dielesen doet lachend mee. ‘Ha, ja. Leuk? We moeten maar eens zien of het leuk wordt.’
Het gaat zoals het gaat als je van dit soort groepen vrienden bij elkaar zet. Er is er een die lang nadenkt over zijn woorden en grappen (Melle), een ander die daar gebruik van maakt door er vaak over heen te denderen (bassist Corto Blommaert), een ander die vooral luistert en af en toe de boel overtreft met een grap (gitarist Ernst-Jan van Doorn), en weer een ander die vooral een serieus gesprek wil voeren over het nieuwe album (Raven). Als buitenstaander zit je er tussen, gooi je er af en toe een kwartje in en wacht af wat er gebeurt.
Ik had nog nooit van dit zaaltje gehoord. Hoe zijn jullie hier in PopEi terechtgekomen?
Melle: ‘We hebben hier ons album ook opgenomen. De Effenaar benaderde ons, als Eindhovens podium wilden ze ons graag steunen en brachten ons in contact met de zaal. We konden er voor een appel en een ei drie maanden zitten. Het kwam op een goed moment, we hadden net besloten dat we de plaat helemaal zelf gingen opnemen. Met Raven aan de knoppen.’
Er zit drie jaar tussen het debuut en deze plaat. Jullie hebben enorm veel gespeeld, maar toch voelt het alsof het het lang duurde voordat deze plaat er was.
Raven: ‘We hebben tussendoor nog een ander album opgenomen, dat zou eigenlijk onze tweede zijn. We zaten in een grote studio, met een producer. De afstand tussen het podium en het eerste album was groot. En we kregen enorm veel complimenten over onze shows. Daarom wilden we het nieuwe album live inspelen. Toch, toen we uit de studio kwamen, voelde het niet goed. Shit, wat moesten we met die plaat? Er zat echt veel geld in, veel tijd ook. Alles stond eigenlijk al vast. Wanneer hij uit zou komen, mensen verwachtten het. Fuck it, dachten we, we doen het niet. We brengen hem niet uit. En toen kwam dit op ons pad.’
Hebben jullie die financiële tegenvaller van een dure weggegooide plaat kunnen opvangen?
Raven: ‘Niet echt. Nu langzaam, omdat we weer shows beginnen te spelen. En omdat de kosten van deze echte tweede plaat zo laag waren. We betaalden weinig voor de locatie en hoefden geen producer meer in te huren.’
Corto: ‘Het is een beetje zo’n constructie als met voetbal. Alsof we de grond hebben verkocht aan de gemeente, en het nu heel goedkoop terughuren. Europese commissies zijn er nog steeds naar aan het kijken, haha. Maar ja. Je leest overal dat je niet rijk wordt van in een band spelen. Je bent een klein bedrijfje, maar dan niet zoals een schilder die meer geld kan vragen als hij lang bezig is met een klus. Dan is het extra balen als je, laten we zeggen, een dure beslissing maakt. Het meest zakelijk zou zijn om het album toch uit te brengen, zo veel mogelijk proberen te verkopen en dan weer verder gaan. Maar nu is het iets waar we helemaal achter staan.’
Melle: ‘Er zat ook nog eens veel tijd tussen die beslissing en het moment dat we bezig gingen met het nieuwe album, doordat ik een breakdown had. Ik wist het allemaal niet meer. Ik dacht, ik kap er mee. Tot hier en niet verder. Ik was er helemaal klaar mee, heb echt niks meer gedaan. We zijn stiekem zo lang bezig geweest met die eerste tweede plaat. Op een middag dacht ik, fuck, ik moet toch maar weer eens gitaar spelen. Anders komt het er nooit meer van. Ik knalde er meteen een paar nummers uit, dat hielp. We kwamen weer bij elkaar, wisten dat we dat ene album definitief niet zouden uitbrengen en bezig gingen met nieuwe dingen. Het was blijkbaar nodig. En voor ik het vergeet, dit moet je er echt in zetten: mensen kunnen die weggegooide plaat kopen. Er is één exemplaar, dat niemand gehoord heeft. Hij kost 30.000 euro. Een goede manier voor ons om uit het rood te komen.’
Was het gevaar niet, nu jullie hier bij PopEi lang de tijd kregen, dat je eindeloos blijft schaven?
Corto: 'Misschien, maar dat is overdreven. We zouden ons gewoon te kort doen met album 2a, zoals ik hem altijd noem. Raven is een supergoede producer. Hij kan opnemen, het creatieve proces supergoed begeleiden. Melle is daar ook heel goed in. We zijn zo veel meer dan vier mensen die live goed kunnen spelen.'
Melle: 'Het ding met die vorige plaat was, dat het live moest en we dus alles gerepeteerd hadden. Live heb je wel spontane foutjes, maar je probeert minder. Bij ons is het dan van te voren al op de millimeter nauwkeurig voorbedacht. Je hebt immers je studiotijd, en mag daar geen minuut overheen. Ik ben dan niet zo iemand die denkt, bij deze take ga ik even een hele zieke solo spelen. Ik kan dat niet, het zit niet in mij. De plaat die nu uitkomt zit vol met dat soort gekke ideetjes. Dan zit ik aan het ontbijt, verzin ik iets, bel ik Raven, en dan gaan we meteen iets proberen.'
Corto: ‘Die ideetjes maken het nu zo’n leuke plaat. Als ik hem nu luister, hoor ik soms opeens weer een shakertje dat ergens verstopt zit. Weet je wie dat ook veel heeft? The Boss. Hij was hier laatst weer hè? Bruce, den boss. Zalm eten in Eindhoven. Altijd weer zalm. Echte Eindhovense zalm, zo uit het kanaal haha. Het gerucht ging dat hij zou spelen in de Effenaar. Raven stond al in de rij. Uiteindelijk bleek het toch geen verrassingsconcert van Bruce Springsteen, maar van Guus Meeuwis. Toch een beetje onze Brabantse Prince hè, Guuske. Prince Carnaval. Ik begrijp de verwarring ook wel: [schreeuwt met zwaar Brabants accent] ’Brooeeees, Broooeeeees, Guuuuuus, Guuuuuus’.
Ernst Jan: ‘Toen het duidelijk was dat het Guus was, wilden veel mensen niet meer. Het is cool dat hij het doet, na van die stadionshows nog zo’n kleine show. Maar iedereen had hem al gezien, bij elke spaarlamp die je kocht kreeg je hier een kaartje. Het regende hard, maar zelfs de zwervers wilden niet naar binnen. Echt waar, da was gewoon zo. ‘Hey, wil je gratis naar binnen? Droog, en Guus Meeuwis speelt. Anderhalf uur lang.’ ‘Nee, echt niet!’
Melle: 'Wij hadden dat vanmiddag ook gedaan, hier in PopEi. Jij was de enige die kwam. En een of andere gast op een skateboard. Toen deden we maar net alsof het een repetitie was.’
Maar goed, nu is er dan toch dat tweede album. En dan is er hopen op dat gekke ding ‘momentum', waar me ik zelf ook altijd over verbaas. Daar lijkt geen peil op te trekken.
Corto: ‘Voel jij die macht, als journalist? Om bands te maken of te breken? Om dit interview super ongemakkelijk te laten lijken, of ons neer te zetten als leuke sympathieke jongens, die net een topalbum gemaakt hebben?’
Daarom doe ik liever geen concertrecensies van artiesten die ik net heb geïnterviewd. Alleen al om die schijn te voorkomen.
Corto: ‘Sowieso vind ik concertrecensies raar. Ik snap daar niks van. Neem bijvoorbeeld Together Pangea. Ik heb ze onderhand wel honderd keer gezien. Als ik chagrijnig ben en ze spelen goed, dan vind ik de shows toch minder vet. Ik ben zo emotioneel betrokken. In recensies wordt dan geschreven dat het een zwakke set is. Of dat iets een mooi moment was. Of man, lijstjes. Dat vind ik helemaal dom. Oh, of sterren.’
Raven: ‘Het is ook gewoon leuk. Als ik niet op Lowlands was, dan ga ik toch achteraf even kijken wat er allemaal was. Wat was de top tien van 3voor12? Lachen, ze vonden dit leuk. Maakt me verder geen reet uit.’
Corto: 'Ik vind het te erg. Tuurlijk, het is leuk om achteraf te lezen. Maar het is zuur als je een show hebt gedaan op bijvoorbeeld Eurosonic, ik noem maar wat [de rest schatert het ondertussen uit]. En je krijgt in plaats van een gehoopte 8, een 6,5. Dan sta je niet meer in de top 10, sta je niet meer tussen de gehypte bands. Dat effect kan best groot zijn. Alleen omdat een journalist meer zin had in freejazz.’
Zouden we dan niet meer moeten schrijven over shows?
Corto: ‘ Ik vind het bij een muzieksite niet zo gek. Maar wat doet een krant ermee? Hoezo staat in de Volkskrant dat Muse in de Ziggodome vier sterren kreeg? Het zijn vooral die subjectieve elementen waar ik moeite heb, al begrijp ik dat een recensie per definitie subjectief is. En dat die aandacht ook gekocht kan worden. Dan huurt zo’n band een goed PR-bureau in, en dat zorgt dan dat ze daar en en daar staan.’
Melle: ‘Wat wil je dan? Alleen maar premières van nieuwe nummers? Zo van, oh deze band is ook grappig en leuk, en deze video al helemaal. Alles is gezellig.’
Raven: ‘Uiteindelijk is er een sneeuwbaleffect. Dat zien we zelf ook. Dat kan je niet omschrijven, er ontstaat een hype. Als je er iets anders uit wil halen, veel monies wil maken, dan gaat je dat vast lukken. Geld in PR steken, alles. Maar dat wil je blijkbaar ook niet.’
Corto: ‘En dat is een bittere pil. Het voelt als het in stand houden van een verrot systeem. Hoe het anders moet? Ja, dan heb je al snel een supervaag communistisch systeem. Gelijke kansen, geld bestaat niet. Dat werkt natuurlijk niet. En als iedereen gaat stemmen op wat ze leuk vinden, krijgen we een soort 3FM Awards. Om Churchill maar te parafraseren, dit is waarschijnlijk het minst slechte systeem.’
Melle: ‘Ik vind het allemaal prima, er mag van mij best wat pit in stukken over muziek zitten.
Corto: Wacht maar, Melle. Wacht maar tot onze plaat een tweesterren-recensie krijgt.
Great Pile of Nothing verschijnt 2 september bij Top Notch. Zaterdag 3 september presenteert Mozes and the Firstborn om 15.30 het album op Into the Great Wide Open.