“We hadden laserconfetti, we hadden confetti, we hadden screamers, mortiers, vlammen en vuurwerk op het einde bij Little Light.” Niles Vandenberg, drummer van Kensington, lacht bijkans uit ongeloof wanneer hij de effecten opsomt tijdens de twee shows die de band eind november in Ziggo Dome deed. “Ja, dat was een behoorlijke vuurwerkregen.”
Dat kun je wel zeggen: de grootste rockband van Nederland deed de grootste eigen shows in hun geschiedenis, met twee keer een uitverkochte Ziggo Dome, waar 17.000 man in past. En al die mensen, tot aan de achterste tribune, moesten worden overrompeld. Ja, de shows van Kensington moesten stadionwaardig worden, vond de band. Vandenberg: “We wilden écht groot uitpakken. Mensen verwachten meer dan een show in een normale club, en wij voldoen graag aan die verwachting.”
The Bigger Picture: de totaalspektakels van Kensington en Oscar and the Wolf
De grootste bands van Nederland en België gaven grootse shows met bergen vuurwerk en LED-schermen
Vlammenwerpers! CO2-kanonnen! Gigantische LED-schermen! Hoe gaan bands als Kensington en Oscar and the Wolf om met stage-effects, en hoe probeerden ze het gehele publiek te bereiken tijdens hun allergrootste shows ooit? 3voor12 dook in de wondere wereld van stage-effects. Max Colombie (Oscar and the Wolf): “Ik geef liever een goede show dan dat ik er geld aan verdien."
Daarom pakte Kensington bijzonder uitgebreid uit met de twee shows. Op de accenten van slotnummer Little Lights ontploften er in het plafond van de Ziggo Dome vuurwerkbommen, de band speelde te midden van torenhoge vlammenwerpers en tijdens de climaxen kwamen er dekens van confetti en glitters naar beneden dwarrelen. Kijk de opnames maar eens terug; het ziet er megalomaan, krankzinnig en vooral fantastisch uit. Vandenberg: “De show zat zo propvol met special effects en de regels zijn net aangescherpt bij de Ziggo Dome, dus dit was waarschijnlijk de laatste keer dat er zoveel vuurwerk te zien was in de zaal.” Op welke momenten in de set plaats je zulke effecten eigenlijk? Dat ligt voor de hand: “Je kiest ervoor om de impact van een moment te versterken. Komen mensen nét omhoog vanuit een sitdown? Dan laat je op dát moment een confettikanon afgaan!”
Het pièce de resistance? Dat was een gigantisch, speciaal voor de band gebouwd LED-scherm dat niet rechthoekig is, maar een schuine onderste rand heeft. “Dat lijnenspel paste in ons artwork en wat we willen uitstralen, en bovendien was het nog nooit gedaan. Het scherm woog drie ton en kon van boven naar beneden en van links naar rechts bewegen, je kon er livebeelden op laten zien maar ook andere visuals. Zo konden we elke keer de sfeer van het podium veranderen en meer diepte creëren in het podium. Ja, dat was wel een eyecatcher.”
“Elke verdiende cent investeren”
Zoals Kensington eind november twee gigantische shows in Ziggo Dome deed, zo gaf de Belgische indie-R&B-band Oscar and the Wolf afgelopen maand ook de grootste show in zijn geschiedenis, in een uitverkocht Sportpaleis in Antwerpen (capaciteit 23.000). Frontman Max Colombie herkent het verhaal van Kensington helemaal: elke cent die de groep eraan verdiende, werd weer in de show gestoken. Colombie: “Amai, ja, dat was echt wel duur. Maar ik wilde liever veel investeren aan de show, dan het zelf te houden en het budget dan maar niet te gebruiken. Eerst wilden we kijken of we het dak van het Sportpaleis konden openbreken, zodat ik gelijk een ninja kon neerdalen, maar dat ging productioneel teveel kosten. Dat hebben we dus anders opgelost.”
En hoe: midden in de zaal was een klein podiumpje opgebouwd dat de lucht in steeg, waar Colombie halverwege de show verscheen om te schitteren als een ster. Het grotere podium, speciaal voor de show gebouwd, was een gigantisch spel van plateaus die gelijk ook LED-schermen vormden, met een grote catwalk door de zaal die werd omringd door vlammenwerpers. Colombie: “En die vlammenwerpers, die zijn écht warm, hè? Echt heet! Soms check ik of mijn wenkbrauwen niet zijn afgeschroeid. Ik heb ze één keer getest zonder muziek, dan hoort u enkel die knal, toen was ik wel verschoten. Met het ontwerpen van de kleding moest ik er echt rekening mee houden dat het brandbestendig zou zijn, want stelt u zich voor dat ik vlam zou vatten?”
De drummer van Kensington herkent die gedachtegang helemaal. “Man man, ik kan me nog herinneren dat we op een buitenfestival speelden en de wind verkeerd stond. We hadden zo’n vuurregen, Eloi belandde eronder en verbrandde z’n armen behoorlijk.”
Om inspiratie op te doen voor zo’n grote show keek Colombie bijna manisch video’s van supersterren. “Ik keek constant Rihanna-filmpjes op YouTube, haar catwalk is rond in een halve cirkel. Lady Gaga is ook heel interessant, haar podium is prachtig. Ze had compleet door het publiek een soort landschap van een avatar-world gebouwd. Maar dat zijn wél andere producties, hè? Die kun je niet voor één of twee shows gebruiken.”
En toch is dat precies wat Niles Vandenberg van Kensington eerder al zei: je probeert niet onder te doen voor producties die de wereld rondtouren. Maar Rammstein kan de vlammenwerpers overal mee naartoe nemen, U2 kan honderden shows doen met zijn custom-made scherm, Kensington gebruikte de zijne maar twee keer. Vandenberg: “Dat is het ding, hè? Je wil een hele grote productie neerzetten, als Nederlandse act zijn je productiekosten dus veel hoger dan die van een wereldact. Tegelijkertijd: als je toch dat kaliber zalen doet, dan kun je niet meer anders. Het is niet meer van deze tijd om daar ‘alleen maar’ te gaan staan en je ding te doen. Dat is niet meer genoeg. Zelfs bands als Foo Fighters, Kings of Leon en Green Day, die komen met meer dan alleen een paar versterkers aan. En je wil dat mensen ook bij een Nederlandse act niet teleurgesteld naar huis gaan.”
Wat kost een vlammenwerper?
Maar hoeveel kost zo’n vlammenwerper dan precies? Daar weten Vandenberg en Colombie ook het antwoord niet op. Jasper Schimmel, al jaren creative technical producer voor o.a. Awakenings, weet dat wel: “Bij zo’n vlammenwerper komt onwijs veel kijken. Er moet een vergunning voor worden aangevraagd, hij moet worden getransporteerd, hij moet worden geplaatst, hij moet veilig staan en kost dus ruimte, gas kost geld, hij moet bediend worden, er is ook nog iemand bij die het controleert. De kale huur is misschien honderd euro, de uiteindelijke kosten lopen al gauw op tot een goede duizend euro. En dan moet je je voorstellen dat dat met álles zo gaat: als jij in het plafond een lampje wil hangen, op die hoogte en zoveel centimeter naar rechts? Daar moet een hoogwerker komen kijken, er moeten rijplaten worden neergelegd en een constructie worden gebouwd om de lamp erin te hangen. Ook bij Awakenings gaat een flinke hap van het budget op aan zo’n productie.”
Vandenberg vertelt dat Kensington dat speciaal voor de Ziggo Dome-gebouwde scherm waarschijnlijk volgend jaar niet nog eens gaat gebruiken tijdens de volgende reeks shows in de zaal, in november 2016. “Nee, dan willen we echt iets nieuws doen. Veel hebben we het er nog niet over gehad. Het enige dat we hebben gezegd: we moeten er de volgende keer overheen qua show en qua performance.” Jasper Schimmel van Awakenings begrijpt dat helemaal. “Ik heb nog nooit een oud ontwerp teruggepakt, elke show in de Gashouder en op het festival is weer uniek en speciaal daarvoor ontworpen. Dat wil je ook, het moet vooruitstrevend en nieuw zijn.”
De ontwikkelingen in stage effects gaan bizar snel, aldus Schimmel. “In tien jaar tijd is LED opgekomen, en wat dacht je van de digitalisering? Vroeger werd elke lamp aangestuurd met 0 tot 10 volt, dus met elke kabel kon je één lamp aansturen. Nu kun je met een kabel gerust 512 lampen aansturen. Het is niet meer te vergelijken.” En die ontwikkelingen razen alsmaar door: Awakenings experimenteert altijd al door verschillende technieken te koppelen. Met de Oud en Nieuw-feesten zullen ze voor het eerst lasers aansturen met een indoor GPS-tracking-systeem. “Armin van Buuren doet al zoiets. Hij heeft een bandje om zijn pols, en controleert daarmee het hele lichtsysteem. Als hij zijn arm naar links zwaait, dan gaan alle lampen aan de linkerkant van het podium aan. Gaat hij naar rechts? Dan gaan alle lampen aan de rechterkant aan. Ook het gebruik van drones in shows zie ik binnenkort wel opkomen.”
Als je het budget maar hebt, dan is álles mogelijk, zeggen zowel Schimmel als Colombie. Colombie: “Maar vergis je niet: één goed geplaatst spotje kan beter werken dan dertig tegelijkertijd.” Schimmel: “We rijden gerust tien trailers met materiaal naar binnen bij Awakenings, maar mijn motto tijdens de shows is altijd: minder is meer. Met dat ene spotje kun je vaak meer dan alle emotie van de muziek visualiseren. Het goed plaatsen en op het juiste moment laten afgaan van die ene lamp of vlammenwerper, dáár gaat de tijd in zitten. Dát is de kunst.”