"We hadden het geld geleend van mijn moeder", zegt Casper Starreveld, een van de twee gezichten van Kensington. Vroeger was hij zelfs 'gewoon' de frontman, maar in de loop der jaren verschoof hij naar de zijkant om ruimte te bieden aan Eloi Youssef, die nu op het podium de belangrijkste drager van de band is. "Tegen de bank kan je af en toe nog zeggen: sorry, het duurt wat langer, dat kan niet tegen je moeder. Door die stap terug hebben we onszelf pas in mei 2013, na de 3FM Awards, voor het eerst een vast maandsalaris kunnen uitbetalen. Best bizar als je er over nadenkt, Vultures was op dat moment precies een jaar oud."
Dat niet alleen, de plaat bereikt op dat moment zijn piek, en dat zegt alles over de gestage groei die Kensington doormaakte. Ja, er was in het verleden wel wat airplay, maar een hit had de band nooit. Het succes komt uiteindelijk met een single die niet eens op Vultures staat, Home Again. Eloi Youssef: "Net als met Let Go, de grootste hit die ook niet op Borders stond. We hadden een demo van Home Again opgestuurd naar onze producer in Berlijn, en die suggereerde het aan te bieden voor een reclame. Het belandde in een landelijke tv-reclame in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland voor het ski-merk Jack Wolfskin. Als het een Nederlandse reclame was geweest, hadden we er misschien nog eens over nagedacht, maar dit konden we alleen maar zien als een kans. Een eerste kennismaking." "Reclames zijn altijd een beetje tricky", zegt Casper Starreveld. "Ik herinner me nog The Sheer, die deden ooit iets met woksaus. En laatst hoorde ik in een reclameblok hetzelfde liedje van M83 onder een Renault- en een Ariel-commercial. Maar dit pakte goed uit."
Hoe Kensington de grootste rockband van Nederland werd
"We zijn in het diepe gedoken"
Twee jaar geleden zat de Utrechtse band Kensington diep in de schulden. Duizend platen hadden ze verkocht van hun debuutplaat Borders. Opvolger Vultures werd uit eigen zak betaald, en dan moest er ook nog eens een zak geld op tafel komen het contract met hun platenmaatschappij af te kopen. Maar de gok wordt beloond, Kensington was DE Nederlandse rockband van 2013, en staat vrijdag op de Grote Markt in Groningen tijdens Eurosonic. "We zijn het diepe in gedoken", zegt drummer Niles Vandenberg.
"Er hing een vibe alsof Nederland in de halve finale van het WK speelde"
Dat kun je wel zeggen. Home Again is de grootste anthem die Kensington ooit maakte, een echte meezinger. Net voor Noorderslag 2013 werd het nummer verkozen tot 3FM Megahit. En toen hetzelfde 3FM de band uitriep tot beste liveband van Nederland en Vultures tot beste album, was er echt geen houden meer aan. Aan het eind van het jaar stond Kensington als hoogste Nederlander in de Song van het Jaar. "Het is een opeenstapeling geweest", zegt Casper Starreveld, "Kleine zalen uitverkopen, die awards, en vooral Pinkpop was heel belangrijk. Een van onze beste shows van het jaar was bovendien op Sziget. Twee jaar geleden stonden we voor tien man te spelen op Exit festival in Servië. In Hongarije waren we blij geweest met een man of 400. Daar leek het op uit te draaien, tot tien minuten voor het optreden een parade van duizenden mensen in bikini's en zwembroeken met Nederlandse vlaggetjes op ons af kwam. Ineens stonden we totaal onverwacht voor 6.000 mensen te spelen, die er vol voor gingen. Het had een vibe alsof Nederland in de halve finale van het WK speelde. Ongelofelijk." Niles: "Meteen vanaf het begin begonnen mensen te stapelen, zo druk was het. Mensen op de schouders, crowdsurfers, het was echt belachelijk."
Zoals gezegd, Kensington kwam van ver. Drummer Niles Vandenberg werkte in de bouw bij zijn vader - het meest flexibele baantje dat hij kon vinden. Casper Starreveld was manusje van alles bij de universiteitsbibliotheek. "Ik heb wel een keer een existentiële crisis gehad toen ik gevraagd werd voor een verhuisklus. Ik mocht er twee uur voor schrijven. Kom ik daar aan bij dat kantoor, blijk ik een bureau, een stoel en een computer naar het kantoor ernaast te moeten verplaatsen. Dat was het. Toen wilde ik dood, echt." "Maar je sluit een pact als band", zegt Niles. "We geloofden er in."
De band begon ooit als punkbandje met wortels in de nu-metal-, punk- emotijd. De band vond onderdak bij Snowstar Records, nu vooral bekend van singer-songwriters als I Am Oak en Kim Janssen, maar gerund door Cedric Muyres, ook een jongen met een emo/punk achtergrond. Hij is inmiddels niet meer hun labelbaas, wel hun manager. "Ze noemden mij vroeger op school Korn", zegt Eloi Youssef, "omdat ik altijd een Korn-shirt droeg. Elke dag. Ik had ook een NOFX-trui en een NOFX-broek." "Break Stuff van Limp Bizkit was het ultieme anthem voor de boze puber toen ik 15 was", beaamt Casper Starreveld. "Je hoort dat niet direct terug in onze muziek, maar er zijn wel details. Zo zijn onze gitaren heel laag gestemd, zoals metalbands dat doen. Als je oude filmpjes terug ziet, valt op hoe snel en opgefokt we speelden. Nu spelen we vaak met clicktrack, rustiger."
Fansingtons
Dat legde Kensington geen windeieren, al zijn er natuurlijk ook fans die graag gewild hadden dat Kensington zo klein en zo jachtig gebleven was. Of fans, Fansingtons heet dat. "Wij noemden onze tourbus de Vansington", verklaart Eloi Youssef, "Toen hoefde er nog maar een letter veranderd te worden. Ik sprak laatst een Fansington die zei ze het jammer vond dat we niet meer 'haar jongens' waren. Waren we dat dan, denk ik dan? Er zijn gelukkig ook Fansingtons die ons blijven volgen. Sommigen hebben in 2013 dertig shows gezien. We hebben heel relaxt contact met ze. We blijven altijd na afloop even hangen voor een praatje, en dat gaat heel ontspannen. Ik heb ook begrepen dat je er op de Fansingtons Facebook uit gegooid wordt als je Justin Bieber-achtige hysterie verspreidt." Casper: "Het grappigste is dat de Fansingtons misschien wel beter georganiseerd zijn dan wij. Ik lees regelmatig nieuws over onszelf op hun site."
Het huidige Kensington drijft op een groots geluid, met van die wijds uitwaaierende gitaren, met eenvoudige maar krachtige teksten over hoop en over heimwee. Het lijkt voornamelijk Eloi Youssef te zijn die verantwoordelijk is voor de donkere kant van de band. "Een donker liedje komt bij mij veel makkelijker dan een vrolijke tekst", zegt Youssef. Misschien is het projectie, maar naast de vrolijke flapuit Starreveld maakt Youssef een iets ondoorgrondelijker indruk, en dat zou wel eens het belangrijkste succesingredient kunnen zijn van het huidige Kensington. "Als we vijf liedjes maken, zijn er altijd drie vrolijk en twee donkerder", zegt bassist Jan Haker, die zich het meest van allemaal op de achtergrond houdt. "Maar aangezien er nu een erg goede vibe in de band hangt, hebben we voor de nieuwe plaat voorlopig een overschot aan 'up' liedjes", zegt Casper Starreveld.
Die nieuwe plaat moet dit voorjaar al opgenomen worden. Kensington zelf had zelfs best in januari al een nieuwe single uit willen brengen, maar dat was te vroeg. Dit najaar een nieuwe plaat, dat moet wel haalbaar zijn. Momenteel zijn zo'n acht, negen liedjes af, rond maart trekt de band vermoedelijk weer naar Berlijn om op te nemen. Never change a winning team, per slot van rekening. En dan hoopt Kensington een nog hoger niveau te vinden. Er wordt schaamteloos gefantaseerd over epische ballads en grootse stage effecten. "Als we een ding geleerd hebben dit jaar, dan is het wel dat alleen je liedjes spelen niet genoeg is, er moet iets gebeuren", zegt Casper Starreveld.
Lasers en confettikanonnen
Het is vooral drummer Niles Vandenberg voor wie enkel het budget een belemmering is. Kom maar door met die craneshots en epische ballads. "Ik stond helemaal vooraan bij Skrillex op Lowlands", zegt hij. "Ik vond het te gek, dat ruimteschip. Ik wilde ook groene lasers bij onze show, maar dat was te duur." "Het is wel boeiend, die EDM-dj's zijn in staat een soort vakje in je hoofd te openen en al je zintuigen tegelijk te bespelen", analyseert Starreveld al iets afstandelijker. "Ik kreeg er bijkans een epileptische aanval van", zegt Eloi Youssef. Het leeft binnen de band: wat kun je wel maken op het podium, en wat niet. "We zijn laatst met de hele band naar Nickelback geweest", verklapt Casper Starreveld. "Het begon als grapje toen we een poster van die tour zagen hangen. Vervolgens regelde Cedric daadwerkelijk VIP-tickets voor ons. We hadden er ontzettend veel zin in, als een soort lollige zelfkastijding, maar na een minuut of tien was iedereen er al helemaal klaar mee." Eloi: "Het is nep, ze spelen een rockband. Iedereen merkt dat, behalve de mensen die niet goed opletten."
"Het is raar hoor", vervolgt Casper, "Dave Grohl maakt ook grapjes op het podium, Arcade Fire verkleedt zich, Diplo en Flaming Lips lopen in dezelfde bal over het publiek. Wanneer is het camp of cool, wanneer is het stom? Bij een band als Coldplay vind ik het soms geweldig wat ze doen - die lichtgevende armbandjes bijvoorbeeld! - terwijl het soms een soort bonte Riverdance met kleurtjes en spetters, dat gaat me te ver. Kane op die regendouche bij de TMF Awards vond ik eerlijk gezegd best tof. Maar FUN deed vorig jaar hetzelfde, dat zag eruit als vier gasten in een lekkend gebouw. En The Script met zijn Jesus pose en het mensen vasthouden in het publiek, daar kan ik ook niets mee." Eloi: "Nick Cave doet dat dan weer briljant." Casper: "Klopt, heb je dat meisje gezien op Glastonbury? Fel rood haar, net iets te jong. Cave staat daar vooraan het publiek Stagger Lee te zingen, en er ontstaat een enorme spanning, een ongelofelijke chemie." Eloi: "Ik vond het echt geweldig, heel duister."
"Ik ben op het podium niet veel met individuen bezig", zegt Eloi. "Ik heb mezelf dat afgeleerd. Er staan altijd mensen tussen die ongeïnteresseerd zijn. Of lijken. Ik ben een keer mijn tekst kwijt geraakt door zo'n moment. Meisjes moet je sowieso niet te lang aankijken, dat vinden ze veel te interessant." "Wij hebben iemand die goed ballonnen kan vouwen, een balloon modulist is de officiële term", vertelt Casper Starreveld. "We hebben ook glitterkanonnen gebruikt, een paar keer. Op Appelpop gingen ze op het verkeerde moment af, twee nummers te vroeger, ergens midden in het tweede couplet. Dat is als lekker met een meisje bezig zijn en ineens klaarkomen, heel sneu. Ik kon er wel om lachen." "Ik niet", zegt Niles. "Man, wat was ik chagrijnig." "Knulligheid is goed. Op de Zwarte Cross dook het publiek al bij het derde nummer achter de barrier om de ballonnen te pakken. En we hadden speciale motoren van ballonnen laten maken, die aan het einde over het publiek heen moesten stuiteren. We hadden er erg naar uitgekeken, maar na zeven seconden waren ze door de menigte allemaal verscheurd."