Oscar and the Wolf schittert als de sterren in het Sportpaleis

Belgische popsensatie doet zijn grootste show voor 20.000 man

Tekst en foto's: Timo Pisart ,

Hoe laat je tienduizenden mensen dansen met tranen in de ogen? Oscar and the Wolf speelde gisteren zijn allergrootste show ooit in het Sportpaleis. En het is indrukwekkend hoe achteloos frontman Max Colombie het gehele stadion inpakt met een majestueuze podiumproductie, nieuw werk en bergen vuurwerk.

 “I love you, Max!”, klinkt het uit tientallen kelen als uit een. Vooraan in het Sportpaleis staan louter jonge meisjes, maar daarachter staan hele volksstammen die naar het stadion zijn getrokken om de grootste band van België de grootste show in zijn geschiedenis te zien spelen. Hipsters, pubermeisjes, hele gezinnen, mannen van middelbare leeftijd, ze smelten allen voor de ogen van Max Colombie. En dat terwijl vrijwel niemand twee jaar geleden van de act had gehoord.

Ja, het is bizar hoe snel de Belgische popsensatie is uitgegroeid tot een groep die eerder dit jaar de Lotto Arena (8.000 man) uitverkocht en nu het Sportpaleis - met capaciteit van 20.000 man nog een maatje groter dan onze Ziggo Dome - vol trekt. In mei 2014 bracht de band debuutalbum Entity uit, met broeierige, donkere synthpopliedjes die eerder geschikt leken voor de slaapkamer dan de grootste podia. Heel anders dan Kensington - qua status in Nederland het meest met Oscar and the Wolf in België vergelijkbaar -, dat met elk album verder richting een groots stadionrockgeluid trok. Hoe intiem hun sound ook is, live groeide Oscar and the Wolf langzaam maar zeker uit tot een sensationele act. Max Colombie weet letterlijk ieder gezicht in het publiek in de ogen te kijken en zo iedereen mee te slepen in zijn emotionele electro-tranentrekkers.

Maar goed, bij 20.000 man zie je al gauw het wit in de ogen niet meer. Hoe Oscar and the Wolf dan toch iedereen weet te bereiken? Ze hebben het opgelost met een stadionwaardige, megalomane stageproductie waarin ongetwijfeld elke verdiende cent weer is geïnvesteerd. In het Sportpaleis hebben ze een kolossaal podium gebouwd dat meerdere niveaus kent en ook weer als een gigantisch videoscherm fungeert. Daarnaast hebben ze ongeveer een Belgische vuurwerkwinkel leeggekocht, zoveel steekvlammen zijn er op het podium te zien.

Bij opkomst zweeft Colombie - blootsvoets, met zonnebril en groengoud glittergewaad - al voor een geprojecteerde eclips langs, en direct is het duidelijk: deze jongen is een superster. Bijna gewichtloos danst hij over de catwalk en glimlacht hij de meisjes op de eerste rijen toe. Achteloos zwiert hij tussen de metershoge vlammen door die al tijdens het derde nummer worden ontstoken. En al vroeg in de set plaatst de band Strange Entity, hun allergrootste hit. Hij is omgevormd tot een monumentaal aangezette floorfiller met bezwerende synthesizerarpeggio’s. “I lost you, I missed you, I wanna hold you, come back”, verzucht Max Colombie. Een bijkans hysterisch gegil valt hem ten deel. Het is opmerkelijk hoe knap de nummers opnieuw zijn gearrangeerd, soms met dweperige piano-intro’s, dan weer met grootse en nog zwaardere beats die tot achterin het Sportpaleis doorbeuken. Het is niet altijd duidelijk wat de drie nog altijd vrij gezichtsloze bandleden precies bijdragen aan het geluid en waar de backingtrack verantwoordelijk voor is, maar geen mens die daarom maalt.

Het meest imposant is hoe Colombie - inmiddels gehuld in een spierwitte en zelf-ontworpen glittermantel - opeens halverwege de zaal opduikt op een podium dat langzaam maar zeker metershoog de lucht in stijgt. Hij staat er als een soort tot leven gewekte discobol, als een fonkelende ster die vanuit een andere planeet op aarde is neergedaald. Naar verluid heeft Colombie bijna manisch Youtube-clips van de tours van Miley Cyrus, Lady Gaga en Rihanna bestudeerd, en in alles is te zien dat hij deze show met diezelfde finesse heeft uitgedacht. “Come dance with me”, weent hij vanaf dat podium in de oudere pianoballad Moonshine, en de aansluitende Gala-cover Freed From Desire, al even emotioneel gebracht.

Hadden de festivalshows van Oscar and the Wolf soms het gevoel wat langdradig te zijn, dat is hier veel minder het geval: alleen het wat logge nieuwe Vitamins slaat dood, maar zelfs de mindere albumtracks worden als gigantische hits ontvangen en ook de gimmicks als knipogen naar Jenny From The Block en Fatman Scoop (“got a hundred dollar bill put your hand up!”) werken als een tierelier. Evenals een gloednieuw nummer, een soort monsterlijke ballad waarin Colombie tussen torenhoge vlammen het nachtleven bezingt. De song heeft een stroperig trage trapbeat met razendsnelle hihats, gegoten in een liedje dat zowel van Rihanna als Lana Del Rey had kunnen zijn. 

In de toegift speelt Oscar and the Wolf de deze week uitgebrachte Amy Winehouse-cover Back To Black, in een soort Massive Attack-bewerking en met de vrij onbekende zangeres Tsar B. Komen ze daarmee weg? Waarom ook niet: wat Winehouse zo goed maakte was haar onmogelijke, destructieve verlangen. En uit die constant trillende, bijna hijgerige stem van Colombie spreekt het verlangen van heel België. Ook in slotnummer You’re Mine weerklinkt het hunkeren naar een onstilbare liefde, zo erg dat het pijn doet. “Do you want to dance before you go to sleep?”, vraagt hij nog eenmaal. Zo laat je dus 20.000 man dansen met tranen in de ogen. Dit was de allesomvattende show van Oscar and the Wolf, waarmee Max Colombie zichzelf definitief als dé Belgische superster kon vestigen. Raad eens wat? Daarin slaagde hij glansrijk, zorgeloos en elegant.