RSD15: Het vakjargon van tweedehands platen kopen

Over near mint, pressings, promo’s en meer

Sjoerd Huismans ,

Natuurlijk let je erop of een plaat een beetje in goede conditie is als je de platenzaken afstruint. Online heb je te vertrouwen op de ‘grading’, maar die kan flink verwarrend zijn. ‘Near mint’ betekent weliswaar bijna perfect, ‘good’ betekent eigenlijk ‘not so good’. Het tweede deel van onze serie over tweedehands vinyl in aanloop naar Record Store Day, over deze termen en vele andere als ‘white label’, ‘promo’ en ‘original pressing’. Wat zegt het allemaal en wat maakt dat of een plaat veel of weinig waard is?

Jan Gorter van Elpee Groningen verkoopt in zijn winkel niet veel tweedehands elpees, maar handelt er privé wel in via online-platformen als Discogs. “Er zijn diverse zaken waar ik op let. Allereerst de hoes, als die al beschadigd is laat ik de plaat gewoon staan. Bij krassen ook, dat is daarna het eerste wat je bekijkt. Verder komt het er maar net op neer wat je verzamelt.” Gorter handelt zelf vooral in punk en soul, maar “in elk genre heb je wel toppers. En in elk genre is 80 procent van de platen niets waard.” Vooral de echte popklassiekers zijn tweedehands erg populair: The Beatles, Led Zeppelin, Jimi Hendrix. Gorter: “Mensen willen toch graag het origineel van die artiesten hebben. Ze betalen er meer voor dan voor een nieuwe plaat.” Anton Speijers van Concerto Amsterdam wijst op de pressing van tweedehands vinyl, die ook belangrijk is voor de waarde. “Ik kijk ernaar of het een Amerikaanse, Engelse, Japanse of Duitse pressing is. Dat maakt allemaal uit voor de kwaliteit.” 

Promo’s en white label
Voor de echte liefhebbers zijn er allerlei gewilde zeldzame versies van platen. Het gaat dan bijvoorbeeld om zogenoemde white label-platen en promotional copies. Promo’s werden (en worden, maar steeds vaker digitaal) bijvoorbeeld naar radio- en televisiestations, dj’s en muziekjournalisten gestuurd vóór de commerciële release. Dat alles in de hoop dat de muziek door die stations gedraaid gaat worden, waardoor de interesse van het publiek wordt gewekt. White label-platen werden vaak in een simpele witte hoes – er was nog geen artwork – naar dj’s gestuurd, in de hoop dat ze gedraaid gingen worden in de clubs en er zo alvast buzz ontstond: dit wordt een hit. Als dat daadwerkelijk gebeurde, had de dj op zijn beurt een exclusief product in handen.

Promo’s en white label discs zijn dus populair spul om te verzamelen geworden. En dat komt niet alleen door de zeldzaamheid maar ook door de kwaliteit, weet Erik van Beek van RecordFriend. “Het is eigenlijk de persing van vóór de eerste persing.” Die original pressing, de eerste druk van een plaat, is een collector’s item op zich. Van Beek: “Volgens veel mensen klinken platen uit de eerste persing het beste, omdat de persplaten in de fabriek dan voor het eerst gebruikt worden. Ze worden gezien als de exemplaren met de beste audio. Maar het is ook gewoon een verzamelding hoor, net als de eerste druk van een boek.” Platenzaken handelen niet echt grootschalig in promo’s en volgens Antal Heitlager (Rush Hour Records, ook baas van het gelijknamige label en dj) neemt de populariteit ook wel af: “Promo copies zijn oorspronkelijk alleen voor de industrie bedoeld. Ze worden wel verhandeld, maar zijn niet meer zo in trek als vroeger. Toen betekende het natuurlijk dat je muziek had die nog niet uit was, daar zijn mensen nu niet meer zo mee bezig.” 

Van ‘near mint’ tot ‘poor’
Voer voor de echte nerds allemaal, tot dusver. Wie als ‘normale’ muziekliefhebber een plaat tweedehands koopt via sites als Discogs en EBay, moet vooral op één aspect letten: de grading. Daaraan zie je wat de staat van de elpee is. Die grading loopt van Mint (M, perfecte staat) via Near Mint (NM), Very Good+ (VG+), Very Good (VG) en Good (G) uiteindelijk naar Poor (P) of Fair (F). Dat lijkt helder, maar volgens Gorter is het oppassen met de grading. “G+ of G klinkt alsof een plaat in prima conditie is, maar eigenlijk is het jargon voor slecht. Daar moet je dus mee uitkijken. NM betekent wel dat het piekfijn is, dat er niks met de plaat aan de hand is en er bijvoorbeeld ook geen stickers op de hoes zitten. Ik ben zelf heel streng in die grading, anders is het einde zoek.” Heitlager: “Die grading is langzamerhand een algemeen geaccepteerde indicatie geworden. Alles van VG+ en daarboven acht ik draaibaar. VG+ is het gemiddelde van een goede tweedehands plaat. Bij alles daaronder merk je echt dat het gebruikt is. G en P klinken als een soort platte stenen uit Afrika.”

Is VG+ voor iedereen goed genoeg? Heitlager: “Dat heeft vooral met de neurose van de persoon te maken. Sommigen kunnen al niet tegen ‘haarlijnen’, van die hele kleine krasjes. Die worden daar helemaal kriegel van.” Er zijn volgens Heitlager ook cultuurverschillen: “Japanners zijn bijvoorbeeld erg schoon, Duitsers kunnen ook niet tegen krassen. In zuidelijke contreien – Spanje, Italië, Frankrijk – maakt het weer minder uit. Dat is een generalisatie die misschien niet mag, maar het komt in het algemeen toch wel overeen.” 

Verzamelwoede     
Goed, de kwaliteit van tweedehands platen is natuurlijk belangrijk. Maar wat zorgt er nog meer voor dat een plaat voor honderden euro’s over de toonbank gaat, of juist niet meer dan een tientje waard is? Over het algemeen is het een simpele kwestie van vraag en aanbod, denkt Gorter. “Er zijn natuurlijk genoeg zeldzame platen, maar veel daarvan wil niemand hebben. Maar als een grote naam een plaat heeft met een alleen in Nederland uitgebracht hoesje, dan is dat gewild.” Artiesten maken daar ook gebruik van. Van Beek: “Denk aan Jack White die op Record Store Day 2012 duizend flexi-discs van zijn nieuwe single uitbracht via heliumballonnen. Die werden automatisch veel waard in de rest van de wereld, omdat ze alleen in een klein gebied rond Nashville landden.”

De reden waarom bepaalde platen veel waard worden, is soms simpelweg verzamelwoede. “Mensen verzamelen alles, bijvoorbeeld alleen platen met hoezen van stripteasedanseressen. Zelfs die Alle 13 Goed! hoesjes kunnen op die manier een collector’s item worden.” Speijers ziet in Concerto ook vaak mensen die op zoek zijn naar op het oog doodgewone spullen. “Al dat soort promo’s en zo zijn wel gewild, maar je hebt voor alles verzamelaars. Ik had eens een singletje van Carola Smit (van BZN, red.) in de winkel staan voor 1 euro 50. Dat bleek 100 euro waard te zijn.”

Voor sommigen is platen kopen dan ook een kwestie van investering, zegt Van Beek. “Zij kopen gewoon een plaat simpelweg omdat ze denken dat die meer waard wordt. Vergelijkbaar met tweedehands auto's? Nee, ik vergelijk het eerder met kunst. Bij kunst gaat het altijd om unieke exemplaren. Vinyl is natuurlijk wel een massaproduct, maar van de eerste pressing van de eerste Led Zeppelin-elpee zijn er bijvoorbeeld niet veel. Een meesterwerk als Pet Sounds kun je voor 7 euro kopen, maar een original pressing kost misschien wel het tienvoudige.”

De vraag is dus cruciaal, maar van veel gewilde platen is het aanbod zo groot dat de prijs laag blijft. Heitlager: “Het heeft altijd te maken met de oplages. Songs in the Key of Life van Stevie Wonder en Thriller van Michael Jackson zijn nog altijd erg gewild, maar er zijn er ook heel veel van gedrukt.” Rush Hour staat bekend als zaak waar liefhebbers van elektronische muziek - bijvoorbeeld veel dj’s - aan obscure platen kunnen komen. “We proberen ons publiek altijd wel zeldzame spullen aan te bieden, waarvan we weten dat klanten ernaar op zoek zijn. We zijn een jaar of achttien bezig, dan weet je onderhand wel wat je klanten zoeken. Bij ons gaat het dan wel vooral om de muziek zelf; dj’s of liefhebbers die iets moois zoeken om te gaan draaien. We hebben niet zozeer te maken met allerlei collector’s items.”

Duurder op internet
Speijers wijst tot slot op het verschil in waarde tussen een een plaat op internet en in de winkel. “Ook als je een plaat voor 1000 euro op internet ziet staan, moet je je daar als winkel niet krampachtig aan vasthouden. Het is soms moeilijk om de waarde van een plaat op internet ook in de winkel te krijgen. Japanse en Russische verzamelaars hebben soms heel veel geld over voor zeldzame Blue Note en Vertigo-platen.” Zij zijn echter moeilijk bereikbaar voor fysieke winkels: “Voor de helft van de internetprijs kan ik soms al blij zijn, leert de ervaring. Als ik een plaat voor 250 of 500 euro verkoop is het echt een record, terwijl je diezelfde plaat op internet wel voor 1000 euro tegenkomt. Je moet soms gewoon zakken in de prijs. Op de platenbeurs zie ik vaak dezelfde items bij dezelfde stands te koop als het jaar daarvoor, voor dezelfde prijs.” Misschien wel de beste tip van allemaal: blijf ouderwets de bakken in de platenzaak doorspitten.