Nog even kort over Popeye dan. Hoewel het een betrekkelijk klein winkeltje is, is het moeilijk te missen. En is dat niet om de volgeplakte etalageruit, dan is het wel omdat er vaak harde bluesrock uit de winkel schalt. Vaste klant Rick, die enige tijd boven de winkel woonde, vertelt dat zijn servies wel eens van de tafel trilde als Dollekamp weer een goede ‘air guitar’-plaat gevonden had. Eenmaal binnen lijkt het alsof de tijd een paar decennia heeft stil gestaan. Naast de rekken met cd’s, en een klein hoekje nieuw vinyl, valt op dat de grond is volgebouwd dozen en kratten. Daarin vooral veel oud vinyl, maar ook stapels oude magazines, posters, en andere curiosa. En met andere curiosa bedoel ik dan eigenlijk dat het echt niet te zien is wat het nou precies is. Het lijkt ooit een keer in een hoekje te zijn neergezet, waarna er nooit meer iemand naar om gekeken heeft.
Record Store Day 2014: De klanten van hét platenzaakicoon van Popeye
Minstens zo belangrijk als de platenverkoper: de klant. Deel 2 in de serie bezoekers van platenzaken.
Vorig jaar stond Popeye al in de spotlights van 3voor12. Eigenaar Johan Dollekamp werd uitverkozen tot meest iconische platenverkoper van Nederland. Over zijn ongelooflijke enthousiasme, en zijn rommelige maar prettige winkel heb je dus al het een en ander kunnen lezen. Dit jaar komen we terug, om in gesprek te gaan met zijn vaste klanten. Want die zijn immers net zo bepalend voor het unieke karakter van de winkel als de man achter de toonbank.
Arne van Terphoven: "ik weet nog dat ik in de winkel stond te roepen: House is kut! House is kut!"
Arne komt al zo’n twintig jaar jaar in de winkel. “Vroeger als ik met mijn moeder naar de stad ging, dan zette ze mij hier af. Dan kon zij d’r rondje doen, en dan ontmoetten we elkaar hier weer. Ik denk dat ik elf was toen ik mijn eerste single hier kocht. Sad But True van Metallica. Toen we in de auto zaten was mijn moeder wel benieuwd, en drukte ze de cassette erin. Bij het eerste stoplicht sprak ze de legendarische woorden: “Ik hoop toch niet dat je nu helemaal deze kant opgaat.” Wat natuurlijk wel gebeurde.” Hoewel hij al snel al zelf behoorlijk goed ingelezen was, bleef Popeye toch een bijzondere rol spelen. Zo herinnert hij zich hoe hij hoe de Twentse cultgroep Fratsen vaak voor de winkel optrad, en hij dan op de voorste rij aan het meeroepen was: House is kut! House is kut! “De geschiedenis heeft me aardig ingehaald, toen ik in de randstad ging studeren kwam ik erachter dat er toch ook goede techno bestond, en inmiddels heb ik zelfs twee boeken over house geschreven (Mary Goes Wild, en Door!, red.) . Maar mijn liefde voor muziek is hier toch wel echt begonnen.”
Echt vaak komt Arne niet meer langs. “Ik denk dat ik nog maar twee keer per jaar in Hengelo ben, maar niet bij Johan langsgaan is dan echt geen optie. En ik neem dan altijd nog wel wat mee, al zijn dat op een of andere manier vaak dvd’s. Het is vloeken in de kerk, maar ik luister tegenwoordig mijn muziek vooral digitaal. Ik heb zelfs het grootste deel van mijn collectie weggedaan. Alleen dierbare platen die ik koppel aan eerste liefdes, bijzondere vriendschappen, eindexamen etc. heb ik gehouden. Toen ik dat allemaal in een kast had gezet, kwam ik erachter dat al die platen hier vandaan komen.”
Ruben Eijsink: "ik hoop binnenkort mijn eigen ep ook hier neer te kunnen leggen."
Ooit werkte Ruben voor de concurrent; Plato Enschede. Hij herinnert zich van die tijd een onderscheid tussen de klanten daar. “Je had klanten die de Popeye verschrikkelijk vonden, vanwege het rommelige karakter van de winkel, en je had klanten die laaiend enthousiast waren, mede door Johan.” Toen de Plato in 2012 zijn deuren sloot, bleek er in Enschede niet echt meer een platenzaak te zitten, en besloot Ruben toch maar eens een kijkje te gaan nemen in Hengelo. “Ik ben trouwens niet de enige, ik zie veel oude Plato-klanten hier komen nu. Ik koop alleen vinyl en dan vooral punk, noise en een beetje harde indie. Omdat ik op het ogenblik heel even zonder werk zit, koop ik alleen dingen die ik echt moet hebben. Ik heb net bijvoorbeeld Futures Void van EMA besteld. Ik hoop binnenkort ook de EP van mijn eigen bandje, The Day Dream Fit, hier in de winkel te kunnen leggen. We zijn net klaar met de hoesjes vouwen, dus dat komt wel goed.”
Rick Escher: " Juist doordat ik zo veel downloadde, stapte ik weer over op vinyl"
Dat Rick zich vaste klant mag noemen, valt nauwelijks te ontkennen. Niet alleen komt hij hier al sinds zijn twaalfde, hij woonde zelfs een poos boven de winkel en heeft Johan ook een tijd geholpen in de winkel. “Ik kwam hier voor het eerst toen ik twaalf was, op zoek naar een U2 bandshirt. Ik ging met lege handen naar huis, maar kom sindsdien hier wel voor mijn muziek. Het is niet dat ik alleen hier koop, ik struin ook het internet en platenbeurzen af voor lp’s en singletjes. Maar uiteindelijk blijft het het mooist om in de platenzaak tegen iets aan te lopen. Singletjes vind ik denk ik het mooiste formaat. Een a-kant, een b-kant, dat is het. Dat is meteen ook waarom ik zo’n acht jaar geleden weer met vinyl begonnen ben. Met het gemak van internet downloadde ik opeens hele discografieën, die ik vervolgens nauwelijks luisterde. Ik wilde echt weer gericht dingen luisteren. Ik denk dat ik inmiddels zo’n zeshonderd singles heb, en iets van duizend lp’s.”
Rick komt niet alleen voor zijn muziekverzameling in Popeye. “Ik doe voor Metropool de marketing en publiciteit, en dan is het natuurlijk mooi dat er zo’n winkel in je stad zit. Binnenkort organiseren we een rootsfestival, Heartland. Ik kan daar via mijn kanalen wel honderd keer over roepen dat het een tof festival is, maar als Johan er enthousiast over is tegen zijn klanten, helpt dat natuurlijk ook een hoop. Of zo’n concert van Blackberry Smoke binnenkort in onze zaal, dat is toch een beetje Johans ding. Hij verkoopt daar zo maar 100 kaarten op een dag voor. Andersom kan het ook. Laatst bestelde ik de nieuwe cd van The War on Drugs, die Johan nog niet kende. Toen heb ik hem maar gezegd dat hij daar nog wel een aantal van kon bestellen, die raakt hij hier echt wel kwijt.”
Daan Overgoor: "Toen ik klein was wilde ik net als Tiësto scratchen."
Het zijn niet alleen maar doorgewinterde verzamelaars die regelmatig komen buurten bij Popeye, zo bevestigt Daan. Amper 18, net aan het studeren, maar toevalligerwijs besmet geraakt met het vinylvirus. ‘Toen ik klein was wilde ik altijd net als Tiësto scratchen met de platen van mijn ouders, maar die waren daar niet zo happig op. Toen ik een jaar of veertien was vond mijn moeder toevallig de oude platen van mijn vader op zolder. Ik zag Thriller daar tussen zitten, en besloot de oude platenspeler en versterker op te knappen en een stel goede speakers te kopen, en de rest van mijn vaders verzameling ook eens op de draaitafel te leggen. Ik ben nog steeds gefascineerd dat zo’n plaat net zo’n naald zo’n goed kan opleveren. Ik denk dat ik wel richting audiofiel aan het gaan ben, maar nog steeds kan digitaal voor mij niet aan analoog tippen. Ik ben net begonnen met studeren en met een bijbaantje, dus heb nog niet echt een dikke portemonnee om alle platen en apparatuur te kopen die ik zou willen. Maar ik heb voor Record Store Day al weer behoorlijk wat op mijn lijstje staan, al moet ik nog kijken wat ik echt kan halen. Wait For Me van Kings of Leon koop ik sowieso. Ik vind dat intro alleen al een van de mooiste dingen die ik ken.
Dat Popeye een unieke rol vervult in de regio, met een gemengd publiek als resultaat, wordt tijdens het laatste interview nog eens bevestigd. Een oude man schuifelt de winkel in, richting toonbank. De snerpend harde rock wordt even wat volumes lager gedraaid, en de man vraagt of er misschien ook een cd van Vicky Leandros in de winkel ligt. Want op z’n laatste vakantie in Gran Canaria heeft hij daar toch zo fijn op gedanst met zijn vrouw. Nou, die cd ligt helaas net niet meer in de schappen, maar Johan kan hem natuurlijk wel even bestellen.