VNP wil uitbreiding Nederlands Popmuziekplan

Schaakspel om subsidiepot van popsector is begonnen

Terwijl de overheid wil bezuinigen en zo’n beetje alle cultuursubsidies bij elkaar veegt onder het Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing, schreeuwt de popsector ook in 2004 voor behoud van het Nederlands Popmuziekplan, een subsidieregeling die ook volgens de Raad voor Cultuur onmisbaar is voor een goede popprogrammering. De Vereniging van Nederlandse Poppodia komt nu met een tegenzet: een aanvulling op de bedreigde regeling. Schaken voor gevorderden in subsidieland.

Schaakspel om subsidiepot van popsector is begonnen

De Vereniging van Nederlandse Poppodia (VNP) heeft voor de komende cultuurnota een plan ingediend voor een nieuwe subsidieregeling. Het zogenoemde Programmeringsplan voor Nederlandse Poppodia (PNP) is bedoeld om de niet pop-gerelateerde programmering van popzalen te ondersteunen. Ze moet op eenzelfde manier gaan functioneren als het bedreigde Nederlands Popmuziekplan (NPP). Deze subsidieregeling, nu nog beheerd door het Nationaal Popinstituut (NPI), ondersteunt juist de reguliere popprogrammering van podia. Er liggen nu in totaal drie subsidieverzoeken ter ondersteuning van de kleinschalige Nederlandse poppodia. Naast het VNP heeft het ook NPI tegen de wens van het ministerie in gewoon een aanvraag voor behoud van haar huidige subsidieregeling ingediend. Kosten ongeveer een miljoen. Maar ook het FPPM wil nu ongeveer een half miljoen specifiek reserveren voor de popsector en maakt daarmee een radicale koerswijziging. Vorig jaar wilde het fonds nog niets weten van structurele subsidiering van kleinschalige poppodia. De kleine 1 miljoen euro die nu via het Nederlands Popmuziek Plan wordt uitgegeven, verdwijnt per 2005 volledig in de pot van het door de overheid nieuw opgezette Fonds voor Podium Programmering en Marketing (FPPM). In ruil daarvoor komt er volgens VNP directeur Siebe Weide niks: “De overheid hoopte met het FPPM een fonds te creëren dat alle andere overbodig maakt. Maar dat is niet gelukt. Het afgelopen jaar is heel duidelijk geworden dat onze sector een groot probleem heeft als het NPP verdwijnt. We grijpen helemaal mis, met gevolgen van dien. En het FPPM kan dat gat niet vullen.” Om daar de aandacht opnieuw op te vestigen komt het VNP nu dus met een tegenzet: niet alleen behoud van bestaande regeling, nee zelfs een uitbreiding ervan. “Het is natuurlijk een strategische zet,” geeft Weide toe. “Als het niet wordt gehonoreerd, dan brengt het hopelijk in ieder geval wel de discussie op gang. Maar het is ook een serieus plan, niet alleen maar een slimme schaakzet. Niet alleen de popprogrammering staat onder druk, ook de overige activiteiten, goed voor 35% van het totaal, beleven zware tijden.“ NPI directeur Jaap van Beusekom ziet zowel het in het VNP als in het FPPM een medestander: “Het FPPM vraagt alleen geld. Ze heeft geen regeling die is toegesneden op de popsector. Niets let het fonds om dat geld naar ons door te sluizen voor het uitvoeren van de huidige regeling. Als we al aan het schaken zijn, staan we aan dezelfde kant van het bord. Wij hebben allemaal ons plan op tafel gelegd. De volgende zet is aan de Raad voor Cultuur. Die moet zich nu uitspreken.” De Raad moet voor 20 april met een advies komen aan de staatssecretaris. De klok loopt.