Album van de Week (32): Nathan Micay
Danceproducer verslingerd aan Dungeons & Dragons en Taylor Swift
Zijn debuutplaat Blue Spring was een alternatieve soundtrack voor de cyberpunk-manga Akira, voor film en tv maakte hij dromerige ambient en schurende elektronica-muziek en voor zijn derde album To The God Named Dream raakte hij totaal in de ban van de werelden rondom Warhammer en Dungeons & Dragons. Nee, Nathan Micay is niet bepaald een stereotype houseproducer. De Canadees, die na een lange tijd in Berlijn inmiddels gesetteld is in Kopenhagen, vindt dat er wel genoeg ‘orthodoxe dance’ bestaat, en mikt zijn peilers liever op iets anders.
Toch hoor je zijn muziek regelmatig op de dansvloer: ‘Ecstacy Is On Maple Mountain’ was in 2019 al een behoorlijke clubhit, een trancey track met een loodzware kickdrum en onverwacht vrolijke melodie. ‘Fangs’ van dit derde album is ook al een groeibriljant op de dansvloer, die alleen afgelopen weekend op Dekmantel al zeker drie keer voorbij kwam in sets van o.a. Young Marco en Avalon Emerson.
‘Fangs’ is een maffe track. Het begint met een stevige breakbeat en een soort overstuurde sirene-zang die van Caroline Polachek had kunnen zijn, maar verandert halverwege plots in een rampzalige, vrijwel beatloze nachtmerrie. Micay jaagt voortdurend die complexe tweestrijd achterna op To The God Named Dream, switcht steeds tussen licht en donker.
Soms gaan die twee moeiteloos samen, op ‘This Is Killing Your Gainz’ en ‘To The God Named Dream’ combineert hij duistere, glitchy beats met dromerige engelengezang. In tracks als ‘It’s Recess Everywhere’ en ‘If Wishes Were Fishes We’d All Cast Nets’ voelt de overgang van euforie naar duisternis heel geleidelijk en organisch. Die laatste heeft overigens een melodie geïnspireerd op Taylor Swift’s ‘Out Of The Woods’, nog zo’n atypische referentie voor zijn genre, maar zoals hij onlangs in een interview vertelde: hij luisterde veel Madonna en ‘ik ben een enorme Swiftie’.
Micay maakt heel wat emotie los op To The God Named Dream, maar blijft absoluut niet hangen in misère. De plaat eindigt met het prachtige ‘Don’t Wanna Say Goodbye’, dat haast bevrijdend voelt en de boodschap van de plaat het best samenvat: er is áltijd licht aan het eind van de tunnel.