Het ziet er veelbelovend uit voor het Vlaams-Nederlands collectief. Een prima nieuwe plaat, veel shows op de agenda, en als klap op de vuurpijl een Europese tour met Body Count. Mark de Smit geniet met volle teugen van dit succes. Hij vertelt met een dikke grijns op zijn gezicht hoe het allemaal zo gekomen is: “Ik was op Hrieps toen ik een berichtje kreeg of ik geen bassist wist voor Powerstroke. Dat leek me eigenlijk zelf wel wat en zo zijn we in contact gekomen.” Het blijkt voor De Smit een goede keuze. Hij was nog niet koud aangekomen bij de Vlamingen of zijn andere twee bands hielden op te bestaan. “Meclassica stopte, dat zag ik wel aankomen. Maar ik speelde ook bas bij Shifter, en die zagen een dubbelrol niet zitten. Dus daar heb ik netjes afscheid genomen en nu kan al mijn tijd en energie in Powerstoke.”
Mathijs houdt er met Caerus ook nog een band op na, maar komt daar niet mee in de knel. “Beide bands vragen een andere manier van drummen. Ik vindt juist die afwisseling wel leuk.” In Antwerpen speelt Caerus als voorprogramma van Powerstroke. Dan mag de drummer twee keer aan de bak. “Dat hebben we in goed overleg besloten. De ene show mag natuurlijk niet ten koste gaan van de andere. Maar dat gaat het geval niet zijn.”
De eerste show van Mathijs bij Powerstroke was niet direct de minste als voorprogramma van Pro Pain. “Ze zeiden: ‘speel die show maar mee en dan kijk je maar of je het leuk vind.’ Nou, dat leuk vinden is wel gelukt.”