Onder begeleiding van vogelengezang betreedt de eerste muzikant van Botanist het podium. Hij draagt een lang bruin gewaad, gedecoreerd met groene bladeren. In zijn handen heeft hij twee slaghamers, waarmee hij de eerste tonen van de hammered dulcimer door de zaal laat klinken. Het haast meditatieve geluid van dit middeleeuwse instrument is een voorbode voor wat nog komen gaat; de nummers van Botanist zijn namelijk gebaseerd op de ondergang van de mensheid en de overname van de planeet door de natuur. Niet veel later betreden de overige leden het podium, in dezelfde primitieve gewaden. Halverwege de set heft de vocalist een kelk omhoog. Het volgende nummer wordt opgedragen aan een bandlid die vanwege zijn strijd tegen kanker niet mee kan op tour.
Het geluid van Botanist is hard, maar tegelijkertijd erg melodisch en rustgevend. De band wil een boodschap overbrengen, en hoewel deze boodschap niet verstaanbaar is, komt hij wel duidelijk naar voren. Als kijker ben je niet gefocust op het technische aspect van de muziek, maar juist op de sfeer die op het podium neergezet wordt.
Bij black metal krijgen veel mensen het idee dat het er hard aan toe gaat in de zaal, maar dit is totaal niet het geval. In tegendeel zelfs, de aanwezigen luisteren aandachtig en bewegen hun hoofden rustig op en neer.
Halverwege de set verklaart de vocalist dat de set opgedragen zal worden aan de recentelijk overleden mentor en goede vriend van de band, Gus. De set wordt hierna niet meer onderbroken, en na afloop loopt de band stilletjes van het podium af.