In zijn studio biedt Pim meteen een kop versgemalen koffie aan. In de ruimte liggen overal gitaren en keyboards, met in elke hoek minstens één instrument waarvan het geluid dat eruit zou kunnen komen een regelrecht raadsel is. Op de klapstoel midden in de ruimte ligt een plectrum. Alsof iemand, na lang spelen, net is opgestaan. Hier is ongetwijfeld kort geleden muziek gemaakt. Het hangt nog in de lucht. Pim is inderdaad niet lang weggeweest uit zijn studio, vertelt hij. De vorige avond zijn hij en Rinze Voorberg, met wie hij de studio deelt en die tevens meewerkte aan Pim’s nieuwe plaat, doorgegaan met muziek maken “tot het op was”. Die onuitputtelijkheid hangt wellicht samen met wat Pim beschouwt als één van de kernelementen van het creëren van muziek: de ruimte hebben om te spelen. Meer nog dan enkel de fysieke ruimte van zijn studio, is die ruimte de afwezigheid van druk. Ruimte om te kunnen maken wat goed voelt, wat raakt.
Voor het eerst brengt muzikant en producer (en tevens chemicus) Pim van de Werken muziek uit onder eigen naam. Waar hij voorheen enkel te beluisteren was onder pseudoniemen (zoals Jesus & the Christians en Syrus M. Schwartz) en als onderdeel van onder meer Winterwolf en broeder Dieleman, voegt Pim eind 2022 een album zonder enig alter ego toe aan zijn oeuvre. Reden genoeg om hem vlak voor oudejaarsavond een bezoek te brengen in zijn studio, waar hij vertelt over zijn nieuwe plaat: Je Mag Alles Als Je Droomt. Het album bevat Nederlandse hertalingen van nummers die een grote indruk achterlieten op zijn leven.
Maar wat is dat dan, een plaat die raakt? Hoe weet je dat eigenlijk? “Een heel duidelijke aanwijzing is dat er een soort nat spul uit je ogen komt, dat is vaak een teken dat je geraakt bent”, grapt Pim. “Maar je hebt van die liedjes die een bepaalde periode in je leven terugkomen. Die je vaak draait. Waarvan je bij een album denkt: dit nummer wil ik specifiek nog eens horen.” Volgens Pim raakt een nummer je als er een persoonlijke hechting aan vast zit. Een gevoel waar je naar teruggezogen wordt zodra je het weer hoort. Dan heeft een nummer impact. Dat is precies het geval met de hertaalde nummers die terecht zijn gekomen op Je Mag Alles Als Je Droomt. Ondanks zijn grote voorliefde voor muziek viel het Pim niet zwaar te bepalen welke nummers hij wilde vertalen. Er bestond geen lijst waarin hij moest schrappen. Hij licht toe: “Ik ging kijken van ‘oké, wat zijn nummers die ik zou willen vertalen?’ En als ik die dan gevonden had, ging ik het ook meteen doen.”
Verfrissend
Geboren uit een nieuwsgierigheid naar het vertalen van liedjes en of dat onderdeel was van zijn talenten begon Pim met het vertalen van ‘Into My Arms’ van Nick Cave. Een probeersel, zonder druk. “Om te kijken of ik het kon, om te spelen” - precies hoe Pim het maken het liefst aanpakt. Het nummer is op Pims album terug te vinden onder de titel ‘Heel dicht bij me zijn’. Gesterkt met (vers) liefdesverdriet ging Pim door met vertalen. Het beïnvloedde een deel van de nummers die op de plaat zijn beland. “Ik denk dat ‘Lovesick’ de laatste is die ik vertaald heb. Ik dacht: dit wil ik ook nog zeggen. Met dat laatste nummer zocht ik een voertuig om te kunnen uiten wat ik nog tegen mijn ex wilde vertellen.”
Het proces dat vooraf ging aan de nieuwe plaat was anders dan dat van voorgaande projecten. “Ik heb over een jaar verspreid de vertalingen gemaakt, en toen nog niks opgenomen”, licht hij toe. “Dat was voor mij heel verfrissend, omdat alle projecten die ik voor de rest doe hier ontstaan.” Pim wijst om zich heen naar de studio. “Dat is gewoon in de studio werken en dan schrijf je het terwijl je het opneemt en maakt.” Deze keer ging dat net een beetje anders. “Dit was heel erg alles helemaal afmaken, het thuis op de gitaar spelen en dán pas de studio in gaan.”
Met dit album brengt Pim voor het eerst muziek uit onder zijn eigen naam. Een bijzondere keuze. “Deze plaat is persoonlijker”, zegt hij, “en daarom was het ook logisch om het onder eigen naam te doen.” Hij legt uit: “Een alter ego is handig om je achter te verstoppen. Dan kun je er een mooi verhaal van maken en kun je het op een bepaalde manier ook een beetje weghouden van jezelf. Dit voelde meteen zo dichtbij dat een alter ego bedenken eigenlijk nergens op sloeg.” Wat het zo persoonlijk maakt, is dat het album niet bestaat uit lukraak uit de lucht geplukte nummers, maar liedjes die scènes schetsen die een impact hebben gehad op Pims eigen leven.
Gevoelswereld
Een eigen verhaal vertellen met nummers en verhalen van anderen; het klinkt tegenstrijdig. Toch voelt het voor Pim heel natuurlijk. “Ik ben niet zo iemand die iets voelt en denkt nu ga ik hier een liedje over schrijven. Het werkt voor mij heel goed om een soort beginpunt te hebben waar je vanuit kan gaan. Ik ben heel goed in reageren op iets dat er al is.” Het roept de vraag op wanneer iets überhaupt écht nieuw is. “Om mezelf dan maar even met kleine namen te vergelijken, wat Bach en Woody Guthrie ook al deden: er was geen idee van auteursrecht. Toen had je gewoon muziek en mocht je alles vrij gebruiken en hergebruiken. En dat is van alle tijden.” Zo staat het album midden in een oude traditie. “Samplen is natuurlijk ook een soort van hetzelfde. Alleen sample ik de compositie, niet de opname.”
Is dat niet gewoon wat woorden letterlijk vertalen en op papier zetten, zo’n hertaling van een nummer? Absoluut niet, vindt Pim. Achter elk nummer op het album zit een gevoelswereld die in een vertaling net zo veel moet doorschemeren als in het origineel. “Er zit een emotie in het lied waardoor mensen geraakt kunnen worden en ik wil dat dat minstens zo hard, of harder aankomt in het Nederlands.” Hij voegt toe: “Daarbij vind ik klank en rijm ook wel belangrijk, ik probeer wel altijd rijmschema’s heel te houden. Maar uiteindelijk mag ik het ook naar mezelf toe trekken, wat ik inmiddels wel gedaan heb.” Zo vernederlandst hij een deel van het nummer ‘Hard to Be’ van David Bazan door het Amerikaanse afstuderen te vervangen met de reis die hij als begin twintiger door Afrika maakte. Op die manier houdt hij de emotie en het gevoel van op eigen benen staan in leven, zonder de tekst woord voor woord te vertalen.
Benieuwd naar de originele liedjes waarop Pim zijn albumtracks baseerde? Deze zijn te beluisteren via Pim’s Spotify-playlist waarin hij de nummers naast elkaar zet:
Rauw rouwen
Pim hoopt dat meer mensen dan alleen hijzelf troost vinden in zijn plaat. Voor hemzelf was het maken ervan in ieder geval wel een baken in de verwerking van veel emotioneel impactvolle gebeurtenissen in zijn leven. “Ergens is het ook een break-up-plaat. Van alle drie de serieuze relaties die ik in mijn leven gehad heb. En mijn christelijke opvoeding en depressie. Nou ja, over hoeveel meer wil je het nog hebben?” Het album bevat rauwe emotie van een levensloop, hoopt soelaas te bieden in de wervelwind van gevoel die de wereld soms kan doen opwaaien en helpt om te gaan met verlies. “Mijn therapeut zei: het is rouwwerk.”
Toch benadrukt Pim dat het maken van een plaat niet de enige vorm van verwerking is die nodig is bij emotionele arbeid. “Dat is vaak zo’n ding met muzikanten die zeggen dat dit hun therapie is. Dat vind ik echt de grootste onzin die er is. Dan heb je echt nooit goede therapie gehad.” Hij voegt toe: “En dan de arrogantie te denken dat je met een paar liedjes te schrijven je die shit zelfs op kan lossen.”
Dus nee, deze plaat gaat niet je problemen oplossen. Het gaat ook niet je emotionele levensgebeurtenissen voor je verwerken. Maar het kan wel een rots in de branding zijn als je voelt dat het water waarin je je bevindt wat te wild is. “Mijn album was voor mij wel belangrijk in mijn verwerkingsproces. NAAST mijn therapie”. Troost bieden, dat kan het dus wel. En dat is best wel goed gelukt.
Pim van de Werkens album ‘Je mag alles als je droomt’ is vanaf nu te beluisteren via Spotify