Ralph Peters van D66 stelde deze vragen, mede namens Student & Starter, GroenLinks en de ChristenUnie, naar aanleiding van een bericht van eerder deze week in het NRC, waarin BFU-directeur Manja Kerstholt aangaf dat het festival vanwege financiële tekorten mogelijk niet door zou kunnen gaan. Utrecht is niet het enige Bevrijdingsfestival dat onder druk staat. Bijna allemaal kampen ze met stijgende kosten van logistiek, personeel en transport. Kerstholt vertelde in het NRC dat de kosten vorig jaar al met 30 procent zijn gestegen en dat ze verwacht dat dat dit jaar 20 procent zal zijn. Na een matig 2019, door slecht weer, en twee coronajaren zijn de reserves op, waardoor de festivals een nieuwe tegenvallende editie niet of moeilijk aan kunnen.
Bijkomend probleem is het tekort aan personeel. “Wij draaien voor een groot deel op vrijwilligers, maar vóór corona werd het al steeds moeilijker die te vinden en na twee jaar pandemie is dat alleen maar verergerd. Dat moet je dus oplossen met betaalde krachten, maar die zijn schaars en moet je dubbel betalen. Dat maakt het dan weer nog moeilijker om reserves op te bouwen voor de komende jaren. Het is een vicieuze cirkel.” Omdat de Bevrijdingsfestivals gratis toegankelijk zijn, kunnen ze geen inkomsten genereren via ticketverkoop. De festivals draaien op horeca-inkomsten, subsidies van gemeente en provincie en een klein deel sponsoring. Bij een editie met slecht of minder goed weer vallen die horeca-inkomsten voor een deel weg.
In antwoord op de vragen van Peters laat burgemeester Dijksma weten dat het festival aan gemeente en provincie om een extra bijdrage heeft gevraagd. Het gaat om 100.000 euro (ieder 50.000 euro) blijkt na een aanvullende vraag van raadslid Bert van Steeg (CDA). Deze bijdrage komt bovenop de 84.000 euro die zowel gemeente als provincie ieder jaar al aan het festival geven. De provincie heeft eind januari al besloten om een eenmalige aanvullende bijdrage van 50.000 euro te reserveren. De gemeente kijkt op dit moment naar het verzoek. ”Daar moeten we ook behoorlijk snel een besluit over gaan nemen”, licht Dijksma toe. “Omdat het festival op enig moment natuurlijk een go/no-go moment kent.” De burgemeester geeft tegelijkertijd aan dat er sprake is van beperkte middelen, die ze eventueel voor andere evenementen in willen zetten. “Uiteindelijk is het aan de organisatie zelf of zij al dan niet voldoende vertrouwen en middelen hebben om het festival door te laten gaan.”
Als de gemeente een extra bijdrage levert, dan zullen ze daar als voorwaarde aan verbinden dat er voor de komende jaren een solide en meer rendabel plan komt. “Het is niet voor het eerst dat er bijgespijkerd zou moeten worden bij het Bevrijdingsfestival en ik denk eerlijk gezegd dat we het ons niet kunnen veroorloven om dat permanent te blijven doen.” De provincie heeft bij het besluit om de 50.000 euro te reserveren ook opgenomen dat de Gedeputeerde Cultuur met het Bevrijdingsfestival en de gemeente in gesprek gaat over een organisatorisch en financieel solide Bevrijdingsfestival voor 2024 en latere jaren.
Gemeente en provincie zijn niet voor een garantstelling. ”Dat zou betekenen dat we achteraf met een enorme rekening geconfronteerd kunnen worden, die we waarschijnlijk ook niet zomaar kunnen betalen.” De gevraagde bijdrage is voor een begroting met een ‘mooi weer’-scenario, laat Dijksma ook weten. Voor een slecht jaar qua weer is nog geen dekking. “Als er een ‘slecht weer’-scenario aan de orde is, dan is zelfs de bijdrage die aan ons gevraagd is, niet voldoende. Zo staan de zaken ervoor, en dat is best stevig.“
Fred Dekkers van GroenLinks wil van de burgemeester weten hoe ze aankijkt tegen het feit dat het festival voor iedereen toegankelijk zou moeten zijn en dat entree vragen daar afbreuk aan doet. Dijksma: “Daar ben ik het zeer mee eens en dat wil de organisatie ook niet. Er zijn eerder ervaringen opgedaan met het heffen van entree en daarvan hebben we moeten vaststellen dat dat een ontwikkeling was die niemand wenselijk vond. Dus vandaar dat nu ook dit verzoek bij ons voorligt.”