Two and a Half Girl presenteerde afgelopen zaterdag hun debuutalbum Evidence of a Broken Mind. Een keiharde rockplaat die bol staat van de maatschappijkritiek, pakkende refreinen en scheurende gitaren. Voordat ze aan hun zegetocht langs de poppodia beginnen, spreken we gitaristen Daan Lutgerink en Pim Cruiming over hun eerste volledige album.

“Hij is zwart!”, brengt Daan Lutgerink, gitarist en tekstschrijver bij het Utrechtse Two and a Half Girl, verslagen uit. De flightcase die hij had besteld voor de aankomende reeks shows blijkt toch een stuk minder oranje dan de bedoeling was. De voorbereidingen voor de concerten zijn in volle gang. Zaterdag trapte de formatie af in EKKO, met de releaseparty van hun nieuwe album Evidence of a Broken Mind. De energieke, urgente en vooral steengoede rockplaat met vleugjes metal en punk waar de band de afgelopen jaren op heeft zitten broeden. Het schrijven van dit album bracht hen van de zweterige oefenruimtes in dB’s naar het Franse platteland en weer terug. Bloed, zweet noch tranen werden bespaard en het duurde vooral heel, heel lang. Zó lang, dat de bandleden er zelf tureluurs van werden.

Reden genoeg om Daan en collega-gitarist Pim Cruiming op te zoeken in hun hoofdkwartier dB’s. Eén repetitiehok verderop wordt voor sfeermuziek gezorgd (‘Seven Nation Army’), terwijl Pim en Daan uitgebreid vertellen over tatoeages van teksten, menen wat je schreeuwt, recensenten en meer.

Jullie album is nu ongeveer een week uit. Hoe waren de eerste reacties?
Pim
: “Goed! Er kwamen al een paar reviews binnen voordat de plaat uitkwam. Die waren eigenlijk allemaal heel enthousiast, dus dat is leuk. Aan de andere kant: als mensen het niet goed vonden, zouden ze het niet zeggen denk ik.”
Daan: “Nou.. Je hebt ook nog het internet hè, vriend!”
Pim: “Oke, dat klopt. Maar dat lees ik allemaal niet.”

Lezen jullie eigenlijk recensies?
Pim: “
Soms wel, soms niet. Ik hoef niet alles te lezen.”
Daan: “Ik had het er laatst met mijn moeder over, die is helemaal trots vanwege alle lovende recensies. Ik heb meer zoiets van: het is tof dat ze allemaal positief zijn, maar het gaat erom dat ik zelf blij ben met de plaat. En daar zou niks aan veranderen als de rest van de wereld hem slecht vond. Maar dat is natuurlijk makkelijk praten met alleen positieve recensies. Gelukkig heeft nog niemand gezegd dat de vorige plaat beter was.”

Daan Lutgerink

Pim Cruiming (rechts) met zangeres Juliët van de Laak

Vinden jullie zelf dat er een groot verschil is tussen jullie vorige EP en het album?
Pim:
“Ja. Hij is veel diverser. Er staan veel meer verschillende soorten liedjes op. Dat komt natuurlijk ook omdat dit een volledig album is. We hadden nu letterlijk meer ruimte om dingen uit te proberen. Er staan ook echt een paar tracks op het album waarin we een kant van onszelf laten horen die mensen nog niet kennen. We zijn bijvoorbeeld meer het contrast gaan opzoeken tussen catchy refreinen en smerige riffs. Ook hebben we meer met percussie gewerkt.”

Was dat vooraf al het plan, meer experimenteren?
Pim:
“Het enige plan was om twintig songs te schrijven, en dan te schrappen tot we er nog twaalf over hadden. Uiteindelijk zijn het er zeventien geworden.”
Daan: “Ik denk niet dat het in onze aard ligt om twaalf liedjes te willen schrijven met dezelfde songstructuur. Dat vinden we saai. We hebben zeker geprobeerd om onszelf uit te dagen door bijvoorbeeld ook eens een langzaam nummer te schrijven, of eentje zonder pakkend refrein. Ergens was het dus wel een bewuste keuze om meer uit te proberen.”

Het maakproces bleek een flinke slooptocht.
Daan:
“Dat kun je wel zeggen.”
Pim: “Maar dat hebben we helemaal zelf gedaan. We hadden gezegd: we gaan de drums opnemen in Mailmen Studios in Utrecht. Daarna gaan we twee weken naar Frankrijk om daar - met z’n allen, volledig gefocust op het product - de gitaren en zang op te nemen. Maar na anderhalve week waren we nog steeds niet klaar met de gitaren en had Juliët (zang) een keelontsteking opgelopen. Ze was zo schor dat we geen enkel nummer konden opnemen. Toen hebben we ons maar in alle rust gericht op de gitaren. De zang namen we daarna op in dB’s, waar Anne (drums) en ik werken. We kunnen hier gratis een ruimte in, dus we hadden geen enkele deadline. En omdat we alles zelf deden, was er ook geen producer die af en toe zei: “en nu ophouden met dat gezeik over die ene noot”. Uiteindelijk hebben we er maanden over gedaan om de zang op te nemen. Soms denk je dan wel: “Waar zijn we nou mee bezig?” Maar ja, het moet wel af.”
Daan: “De laatste weken wist ik gewoon echt niet meer wat ik vet vond klinken en wat niet. Terwijl ik, als ik helder van geest was, daar altijd een mening over zou hebben. Op een gegeven moment had ik echt zoiets van: “ik weet het niet meer, man.” Ik sta er heel erg achter dat we het zo gedaan hebben, maar of we het de volgende keer weer zo willen doen? Ik denk het niet. Toch sluit ik niet uit dat het weer gebeurt.”

En het schrijven van de teksten, hoe democratisch gaat dat?
Daan:
“Die schrijf ik bijna allemaal zelf. Af en toe is m’n inspiratie op en komt iemand anders met een idee. Maar dan bemoei ik me er alsnog nadrukkelijk mee.”

Jullie teksten gaan vaak over moeilijke onderwerpen zoals verslaving, of het taboe rondom mentale gezondheid. Komt dit allemaal uit eigen ervaring?
Daan:
“Niet altijd. Ik luister zelf heel graag naar zangers die menen wat ze zingen. Ik wil merken dat iemand iets staat te delen. Dan maakt de muziek me eigenlijk al niet meer uit, dan wil ik luisteren naar het verhaal. Dus ik dacht altijd: “als ik ooit een band heb, wil ik dat ook”. In ons genre vind ik de kwaliteit van teksten heel belangrijk. Je staat met een hele zaal iets te schreeuwen. Dan moet dat wel betekenis hebben. Ik heb daar misschien een sterkere mening over dan andere bandleden, dus ik ben de teksten voor mijn rekening gaan nemen. Maar ik wil niet dat Juliët en Pim alleen maar mijn verhaal staan te zingen. Ik wil songs maken die voor ons allemaal gelden, over onderwerpen die ons aangaan. Ze hoeven niet per se uit mijn eigen ervaring te komen. In Frankrijk had ik een tekst geschreven waarvan ik dacht: ‘Dit is het nét niet.’ Maar toen ik ‘m aan de band liet lezen, zei Pim meteen: “Dit ben ik. Dit gaat over mij!” En dat wil ik eigenlijk in al onze songs, dat er minimaal één van ons denkt: “Dit ben ik. Dit is mijn song.”

Daarnaast halen jullie ook veel universele thema’s aan, zoals homo-acceptatie in ‘70’, racisme in ‘Colourblind’, en de pandemie in ‘Eighteen Months’. Vinden jullie het ook belangrijk dat andere mensen zich in jullie teksten herkennen?
Pim:
“Dat is B. A is dat we onszelf herkennen in de teksten. Wij vinden deze dingen echt. Dan is het mooi meegenomen als anderen dat ook voelen, maar het is nooit de insteek.”

Is het ook eng, het idee dat er blijkbaar zo goed op jullie teksten wordt gelet?
Daan:
“Ja. Nadat onze single ‘Drowned and Drained’ uitkwam, begonnen mensen ons foto’s te sturen met tatoeages van onze teksten op hun arm. Toen dacht ik wel: ‘Shit, mensen luisteren echt. Ik moet m’n grammatica beter gaan checken!’ Maar inmiddels probeer ik me daar tijdens het schrijven zo weinig mogelijk van aan te trekken. Als wij iets vinden, dan moeten we het zeggen. Zodra we ons bezig gaan houden met wat mensen van ons vinden, zijn we precies de teksten aan het schrijven waar ik zelf zo’n hekel aan heb. Je prikt er toch wel doorheen als  het niet oprecht is.”

En hoe voelt het om na al die maanden weer op het podium te staan?
Daan:
“De eerste keer dat we weer speelden was bij Club 3voor12 Utrecht, hier in dB’s, samen met Duimalot. Het werd een week van tevoren pas aangekondigd en toch stond de hele zaal vol. Dat was heel vet. Ook de crossover tussen ons en Duimalot werkte heel goed. Daarna deden we een show in Duitsland, en daar heeft Anne long covid opgelopen. Net op dat moment begon het een beetje te lopen. We kregen een heleboel toffe shows aangeboden, terwijl onze drummer ziek thuis zat. Die concerten hebben we toen met invallers gespeeld. Hoe goed zij het ook deden, het voelde toch niet hetzelfde. Het voelde incompleet.”
Pim: “We repeteerden met twee of drie drummers tegelijkertijd. De invallers, en Anne die weer conditie moest opdoen. Dat nam natuurlijk heel veel tijd in beslag.”
Daan: “Het voelt eigenlijk alsof we vanaf nu pas kunnen gaan oogsten wat we anderhalf jaar geleden met z’n allen gezaaid hebben.”

Te zien: Two and a Half Girl, Jack’s Music Bar, Zwolle, 5 oktober 2022 | Cahier de Brouillon, Hoogstraten (BE), 21 oktober 2022 | Zwarte Ruiter, Den Haag, 22 oktober 2022