Net als voor de meeste bands was de coronaperiode er voor het Utrechtse Classic Water er één met dalen en af en toe een piek. Het mooie debuutalbum Concrete Pleasures verscheen in maart 2021, op een moment dat er qua optredens weer wat leek te kunnen. De releaseshow moest echter twee of drie keer (we zijn de tel een beetje kwijt) uitgesteld worden. Wel deed Classic Water in de laatste twee jaar sporadisch een seated show. Toen de mogelijkheid zich aandiende om in Zweden twee keer ‘normaal’ te spelen hoefde de band daar ook geen seconde over na te denken. Zanger/gitarist Tom Gerritsen schijft een tourdagboek van de belevenissen tijdens hun eerste (mini-)tour in tijden. Deel 1: Eindelijk weer avontuur!

Toen we een paar weken geleden werden gevraagd of we twee optredens wilden geven in Zweden was er van aarzeling geen sprake. Hell yeah! Eindelijk weer eindeloze kilometers over onbekende snelwegen rijden, opgepropt tussen de instrumenten. Eindelijk weer dagen waarbij je ’s ochtends geen idee hebt waar je ’s avonds terecht zal komen. Eindelijk weer avontuur!

Ons doel is het Future Echoes Festival, een internationaal showcasefestival in Norrköping, een stadje ongeveer zo groot als Venlo. Zoals met showcasefestivals wel vaker het geval is, hebben we geen idee wat we ervan kunnen verwachten. Wordt dit het moment van Classic Water’s grote Scandinavische doorbraak, of wordt het een show in de verlaten kantine van de plaatselijke curlingclub?

Nörrkoping lijkt in ieder geval nog heel ver weg als we woensdagochtend om kwart voor acht afspreken voor de Vechtclub om onze spullen in te laden. Het miezerregent. Er wordt gepuzzeld met de indeling van de kofferbak en gedebatteerd over de vraag of het beter is om een tweede gitaarversterker of toch een krat bier mee te nemen. We besluiten dat één versterker wel genoeg zou moeten zijn en klappen de achterklep dicht. We nemen afscheid van de vrouw en de negen maanden oude baby van onze bassist Jan Pieter en terwijl we wegrijden zien we ze in de achteruitkijkspiegel langzaam opgaan in het regengordijn.

Onderweg blijft het onophoudelijk regenen. We praten na over ons optreden afgelopen week in de EKKO en luisteren naar de nieuwe Big Thief. Hoe zal het straks zijn in Zweden? In Nederland is de dag ervoor de persconferentie geweest waarin duidelijk werd dat na bijna twee jaar optredens voor volle zalen weer mogelijk gaan worden; in Zweden en Denemarken zijn alle restricties al eerder opgeheven. Hoe snel zullen we eraan wennen om ons weer een weg te moeten banen door mensenmassa’s?

We vergapen ons aan de onmenselijke machinerie in de haven van Hamburg, nog imposanter onder de staalgrijze luchten. Op de Deense grens wordt iedere passerende auto streng bekeken door een douanebeambte – een teken van verdwijnend vertrouwen in Europese solidariteit? We besluiten er geen punt van te maken en ons meest goedaardige gezicht op te zetten; we mogen direct doorrijden. In de invallende duisternis banen we ons een pad over de Øresundsbron, de 16-kilometer lange brug die Denemarken en Zweden verbindt, met DJ Python’s ‘Angel’ loeihard over de speakers.

(tekst gaat verder onder de foto)

Anderhalf uur na de brug, elf uur na vertrek, arriveren we bij de plek waar we de nacht zullen doorbrengen. Zulke desolate plekken kennen we niet in Nederland. Uit de duisternis doemt ineens een Noorman met woest wapperende witte haren op. Even denken we dat hij ons doormidden komt klieven met zijn hellebaard, maar het blijkt onze gastheer die ons de parkeerplek komt wijzen. Afgedraaid schrokken we de Thaise afhaalmaaltijd naar binnen, spelen nog een kaartspelletje en gaan dan naar bed.

In de ochtend blijken onze hosts fantastisch lieve oude vrijgevochten geesten, die jarenlang de hele wereld hebben afgereisd en nu de wereld in hun huis willen ontvangen. We ontbijten samen en om ze te danken geven we ze een plaat. Als we weer de auto instappen horen we de plaat luid schallen in de woonkamer en zien we onze gastheer- en vrouw door de kamer dansen – dat moet wel een gunstig voorteken zijn voor wat ons vanavond bij het festival te wachten staat.