De sfeer is gemoedelijk in De Helling, terwijl genodigden en belangstellenden langzaam binnendruppelen voor de Open avond in het teken van de Utrechtse nacht. Mensen omhelzen elkaar en er wordt veel gekletst. De wereld achter het Utrechtse nachtleven blijkt een kleine wereld, en een hechte wereld. Hier en daar duiken mensen op die eerder ook bij de raadsinformatiebijeenkomst over de Utrechtse streetculture aanwezig waren.
Street of underground culture en het nachtleven hebben veel raakvlakken en lopen in Utrecht, zo blijkt, ook tegen veel van dezelfde obstakels aan. Een groepje vertegenwoordigers uit het nachtleven is aanwezig in De Helling om zich hard te maken voor de Utrechtse nacht tijdens deze avond die georganiseerd wordt door HET PUNT, een organisatie die tijdens de coronacrisis werd opgericht en zich inzet om cultureel ondernemers bij te staan. Marjolein van Alfen van HET PUNT ontvangt de gastsprekers op het podium.
Wat is de kracht van de nacht? Tijdens de open avond in het teken van de Utrechtse nacht in De Helling komen allerlei persoonlijke en meer algemene antwoorden langs: identiteitsvorming, ontwikkeling, ruimte voor experiment, sociale veiligheid, etc. Over één ding is men het eens: in de Utrechtse nacht schort het aan diversiteit. Vooral een gebrek aan fysieke locaties voor nachtleven speelt onze stad parten. In de aanloop naar een nachtvisie van de gemeente, die naar verwachting begin volgend jaar gepresenteerd wordt, zijn sleutelfiguren uit het Utrechtse nachtleven in De Helling bijeengekomen met vertegenwoordigers van de gemeente en ondernemers om te praten over de toekomst van de Utrechtse nacht.
Ruimtegebrek en commerciële partijen
De eerste spreker van de avond is Flo Hollander, die haar afstudeeronderzoek deed voor HET PUNT naar het Utrechtse nachtleven. Ze legt uit dat het pijnpunt in Utrecht vooral ligt bij een gebrek aan fysieke locaties voor nachtleven. Ze heeft het dan over nachtleven in de zin van clubs die een eigen programmering hebben, zoals WAS., NAR en Basis. “De nacht wordt vaak gezien als risico, met name op overlast. Daardoor is het voor nieuwe initiatieven vaak moeilijk om een locatie te vinden. Dat terwijl de nacht heel belangrijk is voor een stad. Naast dat de nacht ruimte biedt voor identiteitsvorming, ontwikkeling en experiment voor jongeren biedt het ook sociale veiligheid. Toen barren en clubs naar aanleiding van de coronacrisis sloten, nam de onrust op straat toe. Binnen clubs is er meer sociale controle. Verder heeft het nachtleven ook sociale en culturele waarde: het trekt creatieve mensen en creëert werkgelegenheid.”
Het verhaal van Hollander blijkt wat los te hebben gemaakt onder de aanwezigen: er zijn vragen uit de zaal, die op hun beurt tot interessante discussies leiden. Omar Waseq is inmiddels ook aanwezig in De Helling. Hij zag zijn Filmcafé in januari 2021 in vlammen opgaan en was gedwongen om op zoek te gaan naar een nieuwe locatie. Hij was in gesprek met de eigenaar van winkelcentrum Hoog Catharijne voor een nieuwe locatie, maar moest het afleggen tegen een commerciële partij. Waseq haakt aan bij de discussie en vertelt zijn verhaal: “Zij zagen dat ze daar meer konden halen dan bij een culturele instelling en met zo’n groot pand op zo’n locatie begrijp ik dat wel. Wij komen natuurlijk niet met zakken geld overboord. Maar het proces van vergunningaanvraag heeft ons veel geld gekost en de afwijzing was daarom wel een vuistslag in het gezicht.” Iemand in de zaal oppert om een bemiddelaar aan te stellen, die met zowel vastgoedontwikkelaars als cultureel ondernemers kan praten. Hierin lijkt een rol voor de gemeente weggelegd: in hoeverre dat mogelijk is horen we later op de avond van Lisa van Woersem, die aanwezig is namens de gemeente.
(tekst gaat verder onder de foto)
“Het heeft nog nooit zo geborreld”
Eerst horen we het verhaal van Tom Strik, een man met vele petten. Naar eigen zeggen zal niemand hem ooit met ontbloot bovenhoofd zien. De twee petten die hij vanavond draagt, zijn die van stadsambassadeur bij Thirty030, en nachtdichter. Een titel die hij zelf bedacht omdat hij niet kon kiezen of hij stadsdichter of nachtburgemeester wilde worden. Samen met collega-stadsambassadeur, nachtliefhebber en HKU-alumnus Tim van Berkel bracht hij een ode aan de nacht in de vorm van een multidisciplinair kunstwerk. De aangenaam grimmige visuals van Van Berkel dansen over de muur van De Helling, onder begeleiding van een pompende beat en Striks poëtische lofzang op het nachtleven. ‘Verliefd op de beat, verlies aan de speed’ schalt zijn stem door de zaal. Woorden waarvan je zin krijgt om de hele nacht door te dansen in een broeierige technoclub.
Als de laatste bonk uit de speakers heeft geklonken en de zaal uit haar roes ontwaakt, schuift Tom Strik aan bij Marjolein om te praten over het sentiment rondom de nacht in Utrecht. Volgens de nachtdichter is de stad helemaal klaar voor verandering: “Het heeft nog nooit zo geborreld. Dat er een avond als deze wordt georganiseerd en er meteen constructieve discussies ontstaan, dat is vet! En dat het hier helemaal volstaat zegt natuurlijk ook iets.” Na een kort gesprek ruilt hij zijn interviewpet vlug in voor de spoken word-pet, en roept zijn vrienden van SPROKEN het podium op. Begeleid door hypnotiserend tintelende analoge synthesizers bezingt hij de nacht nog maar eens.
(tekst gaat verder onder de foto)
“Sumo een nachtvergunning?!”
Terwijl de mannen van SPROKEN hun applaus in ontvangst nemen, komt het nieuwe panel bij Marjolein aan tafel zitten. Het gezelschap bestaat uit Lisa van Woersem, senior beleidsadviseur bij de gemeente, Shaked Franke, coördinator van het Utrechts nachtoverleg en Lévi Smulders, nachtprogrammeur bij De Helling. Het gesprek gaat over de nachtvisie waar Franke en van Woersem mee bezig zijn. Een beleidsplan met duidelijk uitgesproken doelen voor het Utrechtse nachtleven. Deze visie moet oplossingen bieden voor verschillende problemen: het manco aan diversiteit, het gebrek aan ruimte en - volgens Smulders het belangrijkste agendapunt - de moeilijkheden rondom vergunningen. Nachtvergunningen zijn locatiegebonden. Wanneer een uitgaansgelegenheid sneuvelt, blijft de vergunning verbonden aan het pand. Het kan dus zomaar zo zijn dat één van de schaarse nachtvergunningen in het centrum in de handen van een sushirestaurant terechtkomt. “Ik begrijp dat Sumo een nachtvergunning heeft?!”, brengt Smulders verbaasd uit. “Sjongejongejonge.” Van Woersem erkent de belachelijkheid van de situatie en zegt er direct mee aan de slag te gaan wanneer de nachtvisie een feit is.
Bij het creëren van de nachtvisie ging Van Woersem het gesprek aan met zo’n beetje de hele Utrechtse cultuursector. “Wij van de gemeente moeten niet degene zijn die bepaalt, dat moet de sector zijn. Dus heb ik met iedereen gesproken die bij de Utrechtse nacht betrokken is. Wanneer je met iedereen spreekt, merk je hoeveel onderbuikgevoel er gepaard gaat met dit onderwerp. Mensen denken meteen aan overlast, terwijl meer nachtcultuur helemaal niet hoeft te betekenen dat er vijf keer per week mensen in je achtertuin staan te raven. Met mensen praten neemt al zoveel onduidelijkheid weg, en dat zorgt ook voor meer begrip en welwillendheid. Binnen de gemeenten merk je dat ook. Collega’s staan veel positiever tegenover de nacht, terwijl ze vroeger dachten: ‘Leuk, maar niet in mijn gebied.’”
Na het allerlaatste stukje ravepoëzie van SPROKEN lopen de bezoekers dan ook strijdbaar en positief gestemd naar buiten. Maar niet allemaal. Onder toeziend oog van de hypermoderne discobal van Studio SPÉS blijft een aantal mensen nog even dansen in de zaal, om daarna misschien nog wel tot de late uurtjes de Utrechtse nacht in de duiken.