Jesper Nap is Willienees. Hij is rapper, producer, meesterschilder en doe-het-zelver in hart en nieren. Eerder was hij bekend van het duo Ekio en Yesper dat in 2015 in de halve finale de publieksprijs won van Artrocks. Daarna maakte hij naam als Willienees en bracht hij in 4 jaar tijd flink wat projecten uit, met als hoogtepunt zijn album Plug van de Petteflet. Dik een jaar na de releaseparty van die plaat spreken we met Nap over ontwikkelingen in zijn muziek, zijn baan, over hoe goed hij met co-producer Jay Cook samenwerkt en over ups en downs. Want ondanks dat hij na zijn eerste album steady muziek bleef droppen, was het een lastige tijd.

Van Wilnis naar Utrecht
Nap groeide op in Wilnis en heeft nog altijd een liefde voor het dorp. Het is ook waar de naam Willienees vandaan komt. “Het is echt een kutdorp, maar waar moet je anders trots op zijn?” Hier in Transwijk, waar hij nu tien jaar woont, valt ‘ie wat minder op. Daarom is hij liever in Utrecht. Tussen zijn tijd in Utrecht en die in Wilnis, woonde hij in verschillende internaten; een tijd waarin hij transformeerde van een gabber in een hiphopper. De belangrijkste inspiratie was Eminem, die met zijn depressieve maar toch agressieve raps een grote indruk op hem maakte, als jongen van een jaar of twaalf. Hij heeft het kaartje van de wereldtour in Amsterdam, helemaal vergeeld, nog steeds.

In één van die internaten leerde hij zijn eerdere muzikale wederhelft Ekio kennen. Wanneer we het hebben over die tijd komen we gelijk op een microfoon die hij toentertijd kocht: de MXL 990. “Super iconisch, dat weet ik nog goed. Het moment dat Enrico en ik aan het einde van de Biltstraat voor de Feedback zaten, dat koffertje open maakten en tegen elkaar zeiden: “Yo man, nu gaan we die rapper worden. Nu gaan we die shit doen.” 

Flink wat jaren later heeft ‘ie een vocal booth, compleet met verlichting. Daarmee is hij minstens zo blij als met die microfoon. “Alles erop en eraan. Hier je mic, hier je tellie, huppetee. En het kost niet veel, maar je moet wel een beetje creatief zijn. Dat maakt het leven een stuk goedkoper.” Hij heeft zijn hele kamer zelf verbouwd. Inclusief zijn computer. Nap heeft meer dan 1500 plugins in Fruity Loops, een TA VP1 audio processor ’The OG‘ voor autotune; bij elkaar misschien wel een terabyte aan bestanden en programma’s. Alles binnen handbereik. “Mijn fetisjen zijn VST’s (Virtual Studio Technology, red.). Synthesizers, alles. Als er iets nieuws is wil ik het hebben.”

Meesterschilder
Toen Nap drie jaar geleden cum laude afstudeerde van vakschool Nimeto kreeg hij de titel Meesterschilder. Toen ging hij aan de slag als schilder en restaurateur van gebouwen van flinke statuur. Zo verfde hij het stadhuis van Utrecht. “Laatst werd Sharon Dijksma aangesteld, stond ze voor mijn geschilderde muurtje. Is toch leuk.” Daarnaast schilderde hij met zijn team bij Kasteel Haarzuilens en zelfs in het Rijksmuseum. Dat werk was leuk en uitdagend. Totdat er een wisseling van de wacht plaatsvond en zijn plezier in het werk ineens weg was. Hij belandde in een depressie, waarmee hij al bekend was. “Toen was ik echt even fucked up. Ik ben manisch depressief, dus daar heb ik medicijnen voor. Vervolgens kreeg ik echter een depressie in een depressie, waar ik weer andere medicijnen voor erbij kreeg. Dat werkte niet echt.” Hij slikt al vijftien jaar antidepressiva op een constante basis. “Mijn lijf weet niet beter. Als ik ze een keer twee dagen niet neem, dan ga ik gewoon KO. Van m’n stokkie.” Inmiddels heeft Nap op eigen kracht keihard gewerkt om af te bouwen en zit hij op zijn laagste dosis medicijnen sinds zijn veertiende.

Ondertussen ging het wel heel lekker met de muziek. Omdat hij als schilder flink had gespaard, besloot hij even te stoppen met werken om vol te focussen op het muzikale. Zo kwam in 2019 op ‘pakjesavond’ het album Plug van de Petteflet uit, op beats van Jay Cook. Het tot stand komen van dit album ging goed, omdat er volledige focus was. Elk weekend zaten ze samen in de studio. “In de tijd dat Jay een beat maakte schreef ik een nummer. Beat afmaken, tekst afmaken en opnemen. Zo maakten we drie tracks in een weekend af.”

Willienees discografie

De Willietape (2017)
Losse Tracks (2017)
Plug van de Petteflet (2019)
Kluizenaar (2020)
Pauze (2020)

Willienees en Alpha Lopo
Jay Cook, of ’Kok‘, heeft veel betekend voor Nap. “Kok had een MPC (een drumcomputer, red.). Toen was gelijk: ‘Aaah, dat moet ik hebben!’” Kok is van een oudere school. Ze produceren al veel langer dan dat het alias Willienees bestaat.“Vroeger, en dan heb ik het over twaalf jaar terug, maakten we al beattapes. Toen Hudson Mohawke opkwam of SirOJ hier in Nederland, waren wij al bezig.” Met geluiden uit willekeurige objecten gingen ze aan de haal. Samplen. Gekke dingen proberen met willekeurige objecten. Op die manier hebben de twee het afgelopen jaar zo’n honderd beats uitgebracht op YouTube en Beatstars, het platform waarop rappers licenties van beats kunnen kopen. Samen zijn ze Alpha Lopo. Lopo is Willienees, die altijd Polo Ralph Lauren draagt en daarover rapt. Alpha is Jay, die zich graag laat inspireren door de ruimte. Hij gebruikt veel lasers, geluiden van ufo’s en andere geluiden die klinken alsof ze uit ruimtefilms komen. 

Het album dat op 5 december 2019 verscheen, is van begin tot eind uitgedacht. Van de releaseparty vorig jaar in dB’s (met een flinke line-up en een chill-room met gameconsoles) tot de cover door Katja Fred, “die haar ziel en zaligheid erin heeft gestopt en iets neerzette precies zoals ik het in gedachte had”. De plaat is een mengelmoes van agressieve tracks als ‘Corduroy’ en ‘Geeked’, en meer emotionele traks als ‘Doen Moet’ en ‘Niemand Nodig’. “Daar is met vierhonderd procent aandacht aan gewerkt.” De rode lijn was trap, en dat bleef zo op de nieuwe EP’s Kluizenaar en Pauze. Maar nu is hij weer met boombap bezig, waar hij met Ekio begon, zo’n twaalf jaar geleden. "Dat is toch onze moedertaal en waar we vandaan komen.” 

“Beats van Het Bij Elkaar Geraapte Zooitje, de verzamel-cd van Ekio en Yesper, moesten vroeger gesampled zijn van vinyl, de drums het liefst niet uit een drumkit. Dat was wack. Ik hechtte daar heel veel waarde aan.” Dat was anders bij de laatste soloprojecten. Autotune en het gebruik van de audio processor was echt een uitweg. Zijn hele leven had Nap al melodieën in zijn hoofd, maar die konden niet in die tijd. Want dat vond hij geen échte hiphop. “Plus, ik hou ook van heel veel verschillende soorten muziek. Ik vind Ploegendienst en Hang Youth tering vet. Ik zou het alleen niet, zo noem ik het altijd, op m’n MP3-speler zetten.”

Pre-corona
Nap ging elke week een uur of vier naar dB’s om te repeteren. Omdat hij zijn muziek als het af is niet meer luistert, gaat daar flink wat tijd in zitten. “Door de corona is alles ondergesneeuwd, maar ik nam oefenen heel serieus. Ik heb de afgelopen jaren mensen zien optreden, dat kon gewoon echt niet. Ik walg daarvan. Mensen betalen geld om je te zien, dan mag je echt wel je best doen voor een goede show.” Want als je veel oefent, dan gaat alles vanzelf zodra je het podium opstapt en je eerste woord zegt. “Dan is het gewoon een adrenaline rush en voelt het heerlijk. Dat is waarvoor je het doet.”

Maar toen alles stil kwam te staan, was dat een mega domper. Hij kwam weer redelijk in de knoop te zitten in het afgelopen jaar, wat het lastig maakte voor Nap om muziek te maken. “Mijn rappen stond wel even op pauze. Ik had na de releaseparty van m’n album drie boekingen staan op hele vette tenten in Utrecht en die waren praktisch rond.” Hij kwam met twee EPs. In aanloop van het album maakte hij veel tracks. Zo veel dat er ineens een voorraadje aan muziek was, dus kwam hij vorig jaar met twee EP’s. Om iets uit te blijven brengen, maar zeker niet om ‘relevant’ te blijven. Daar is hij totaal niet mee bezig.