Afgelopen vrijdag maakte Figgie zijn debuut als boeknaam in TivoliVredenburg. In een uitverkochte Ronda tonen de Utrechtse jongens materiaal van de EP Ook mijn Huis, die op dezelfde dag uitkwam en – niet toevallig – in de Grote Zaal is opgenomen. Met de toevoeging van twee blazers en een extra toetsenist laat de band een nieuw en groter geluid horen. Figgie was nog nooit zo Figgie.

Meer Figgie 

Het zat er altijd al in, maar afgelopen vrijdag komt het vanaf minuut één duidelijker dan ooit naar voren: de symbiose van kinderlijke speelsheid en struggles uit de volwassenheid die Figgie’s muziek zo oprecht en toch niet zwaarmoedig maken. Zo duikt binnenkomer ‘Zelfbewusteloos’ meteen de diepte in: “hoe hard kan je hart breken, hoe ver kun je verlaten? Hoe lang kan je verlangen?” Zoals we van deze skaterrockers gewend zijn, zorgen de speelse gitaren, de relaxte bas en de energieke drums dat het geheel echter toch luchtig blijft. Hoewel het kenmerkende geluid van Figgie duidelijk te herkennen is, voelt dit nieuwe nummer anders. Er is veel toegevoegd: twee blazers en wat extra toetsen, maar toch lijkt het grote verschil daar niet in te zitten.

Het klinkt eerder alsof deze toevoegingen de facetten die Figgie altijd al Figgie maakten alleen maar meer en sterker naar voren doen komen: waar het vrolijke karakter van de band voorheen als een soort waas voor de soms wat serieuzere kernboodschappen leek te hangen, krijgen deze boodschappen vandaag een verdiende eigen plek. Het vleugje drama dat de toetsen en blazers aandikken, speelt een dynamisch spel met het gitaar-en -ritmewerk en geeft zo een nieuwe dimensie aan het materiaal. Figgie is meer Figgie dan ooit, en dat is niet alleen terug te horen in de nieuwe nummers. Ook het tweede nummer ‘Toveren’ laat meteen horen dat deze nieuwe en verbrede sound prima te vertalen is naar eerder materiaal.

Ook Mijn Huis

De band zet zo een overtuigende, goed doordachte en tot in de puntjes voorbereide show neer. Figgie lijkt zich thuis te voelen op het grote podium en hoewel dit de eerste show is die ze als boeknaam in TivoliVredenburg spelen, is de venue dan ook geen onbekend terrein meer voor de jongens. Afgelopen november namen ze hun nieuwe EP Ook Mijn Huis op in de Grote Zaal. Hoe dit eruit zag is te zien in de mini-documentaire die de band maakte en in de videoclip van ‘Zelfbewusteloos’. Het begon met het idee om “de leegte van corona vast te leggen”. De band wilde de nieuwe EP dit keer niet opnemen in een geïsoleerde studio, maar in een ruimte die normaal altijd druk is en het afgelopen jaar even niet. In eerste instantie dacht Paul daarbij aan kinderspeelparadijs Småland in IKEA; uiteindelijk werd het dus TivoliVredenburg. 

Daarom is niet het ontbreken van kindergeluiden op de nieuwe EP te horen, maar het gemis van concerten, van muziek en publiek. Die afwezigheid is opgenomen door producer Pieter Vonk via twee microfoons aan het plafond van de Grote Zaal. Deze bijzondere galm is terug te horen over de droog (niet via de versterker) opgenomen gitaren, en over de hoorn en een trombone, die in dezelfde zaal opgenomen zijn.

Wie is Figgie?

Inmiddels is Figgie een soort Utrechtse supergroup van indie-skaterrockers, waarvan de kern bestaat uit: 

  • Paul Scheenstra: zang/gitaar (speelt ook in de band van Emil Landman)
  • Roy van Rosendaal: zang/gitaar/ synth (o.a. te kennen van produceerwerk voor Judy Blank en FOSS)
  • Pim ten Have: zang/ drums (hiernaast te kennen van Somersault)

De vriendschapsfactor 

Meer Figgie, meer beter. Hoewel de band zichzelf in Ronda van vele, niet eerder dusdanig getoonde kanten laat zien, blijft de kern echter hetzelfde. Deze lijkt nog altijd de aanstekelijke vriendschap en ontwapenende oprechtheid te zijn die de band goed weet te vertalen naar hun spel, vooral bij hun shows. Een Figgie-concert blijft voelen alsof je bij een getrouwd drietal op de thee bent, terwijl er om je heen gezellig wordt gezwetst over alles wat het leven raar, leuk en verwarrend maakt. Die sfeer komt niet uit de lucht vallen: die lijken de mannen altijd en overal met zich mee te dragen, zoals te zien is in de documentaire, maar ook te proeven was in de kleedkamers. Het laatste uurtje voor de show heerst er een gezonde spanning “zoals vlak voor pakjesavond”, in de woorden van Milan. 

Ook met vier nieuwe spelers in hun midden is het duidelijk dat de jongens het gezellig met elkaar hebben. Er wordt gemediteerd, als wilde honden op elkaar gesprongen, getafelvoetbald en tegen schuine verstevigingsbalken op geklommen. Maar dat deze band elkaar buitengewoon goed aanvoelt, blijkt pas echt als Paul vlak voor aanvang van de show op een akoestische gitaar het intro van ‘Project 5’ inzet. Na het eerste refrein valt iedereen bij en ontstaat er een indianencirkel aan dansende, klappende en zingende muzikanten op de gang tussen de kleedkamers. Na een joelend applaus voor zichzelf is het dan eindelijk tijd om het podium op te gaan, waar Figgie met nog meer gejubel ontvangen wordt door een uitverkochte Ronda. 

Zo laat Figgie afgelopen vrijdag veel groei zien, ook al is de gemiddelde leeftijd van de muzikanten ietwat naar beneden gebracht met de toevoeging van Yannick Egberink op hoorn, Lucas Kloosterboer op Trombone, Milan Hartsuiker (Yip Roc) op bas en Bob Barlag (Roodnoot) op o.a. toetsen. De toevoeging van blazers en wellicht het bijzondere opnameproces voor Ook Mijn Huis geven een verfrissend tegenwicht aan de schijnbaar ontembare energie en het grote enthousiasme dat we kennen van de Utrechtse skaterrockers. Figgie lijkt volwassen te zijn geworden, maar zonder het goede van kind-zijn te verliezen.