Het zat er altijd al in, maar afgelopen vrijdag komt het vanaf minuut één duidelijker dan ooit naar voren: de symbiose van kinderlijke speelsheid en struggles uit de volwassenheid die Figgie’s muziek zo oprecht en toch niet zwaarmoedig maken. Zo duikt binnenkomer ‘Zelfbewusteloos’ meteen de diepte in: “hoe hard kan je hart breken, hoe ver kun je verlaten? Hoe lang kan je verlangen?” Zoals we van deze skaterrockers gewend zijn, zorgen de speelse gitaren, de relaxte bas en de energieke drums dat het geheel echter toch luchtig blijft. Hoewel het kenmerkende geluid van Figgie duidelijk te herkennen is, voelt dit nieuwe nummer anders. Er is veel toegevoegd: twee blazers en wat extra toetsen, maar toch lijkt het grote verschil daar niet in te zitten.
Het klinkt eerder alsof deze toevoegingen de facetten die Figgie altijd al Figgie maakten alleen maar meer en sterker naar voren doen komen: waar het vrolijke karakter van de band voorheen als een soort waas voor de soms wat serieuzere kernboodschappen leek te hangen, krijgen deze boodschappen vandaag een verdiende eigen plek. Het vleugje drama dat de toetsen en blazers aandikken, speelt een dynamisch spel met het gitaar-en -ritmewerk en geeft zo een nieuwe dimensie aan het materiaal. Figgie is meer Figgie dan ooit, en dat is niet alleen terug te horen in de nieuwe nummers. Ook het tweede nummer ‘Toveren’ laat meteen horen dat deze nieuwe en verbrede sound prima te vertalen is naar eerder materiaal.