Liebrand: “We zijn heel breed begonnen met kijken wat we zouden kunnen als punkrockkids. Dat was even aftasten. We hebben new wave gemaakt en americana, maar die pogingen voelden oneigen.”
Wilbrink: “In diezelfde periode nam Video Store een demo op en ik was daar in de studio om wat gastdingetjes in te zingen. Zij waren heel erg in die Replacements vibe: rauwe liedjes, een beetje punky, een beetje alternatief. Ik zei tegen die gasten ‘Volgens mij moeten we dat gaan doen’. Met één oefensessie hadden we vervolgens de eerste single ‘If You Say I’m Okay’. Wat we eigenlijk altijd al deden maar misschien wat volwassener.”
Liebrand: “Het is wat vloeiender en heeft wel minder die jeugdige, opgefokte energie. Het idee werd om ruwe, simpele powerpopliedjes te gaan maken. ‘Geen fratsen’ in twee woorden. Het leek mij als gitarist ook leuk om gewoon lekker te spelen, maar het zijn stiekem best wel technische liedjes en ik moet er wel bijblijven. Dat vind ik ook gaaf aan de nummers: dat ze vloeiend klinken maar dat ze af en toe ook enigszins ingewikkeld in elkaar zitten. Inmiddels is het motto: ‘geen fratsen, behalve louter fratsen’.”
Wilbrink: “Als ik tien jaar geleden een hele simpele riff had, dacht ik ‘dit is te simpel, daar komt iedereen mee aan zetten.’ Maar dat is gewoon niet zo. Destijds had ik een gevoel dat je er heel erg voor moet werken en had geen vertrouwen in het eerste idee wat in me opkwam. Nu heb ik dat wel. Na al die jaren heb ik het vertrouwen dat dat eerste idee al gefilterd is door al die ervaringen en dat slechte ideeën niet eens meer doorkomen. Dat geldt voor de muziek, maar ook voor de teksten.”
Liebrand: “We hebben nu zo’n zes liedjes opgenomen: twee à drie van Roy, één van Gijs, één van Teun en één van mij. Lekker verdeeld. Ik vind het belangrijk om één sound te hebben maar daar wel de hoeken van op te zoeken. Dat vind ik zelf ook gaaf aan bands, dat je niet na één liedje weet dat het volgende liedje weer zo klinkt.”
Wilbrink: “Die eerste single was het dichtst bij het eerste idee dat we als band hadden, maar je gaat alsnog een beetje schuiven. We willen het breed trekken zonder dat het echt alle kanten op vliegt. We noemen het ook liever alternatieve rock dan punk.”