Het gat dat het stoppen van John Coffey creëerde, werd opgevuld met meer werken bij TivoliVredenburg als stagemanager en lekker aankloten op de radio bij KX.
“Ik kwam er vrij snel achter dat ik het gesprek voeren leuk vind. Ik heb oprechte vragen die ik me bij bepaalde persoon afvraag. Bij Mark Tuitert bijvoorbeeld: als je als olympisch kampioen stopt met schaatsen, wat er is dan nog in het leven dat het haalt bij olympisch goud halen? We maakten de vergelijking met John Coffey, al denk ik dat olympisch goud misschien iets cooler is dan de Paradiso uitverkopen. Hij vertelde dat hij een hele moeilijke twee jaar heeft gehad, en ergens herken ik dat wel. Dat ik bij mezelf dacht: ‘mijn god, wat moet ik nu gaan doen?’ Ik kan een bandje gaan beginnen in de hoop dat ‘ie groter wordt dan mijn vorige, maar ik weet het echt niet. Dat is misschien wel de reden dat ik iets harder loop voor de podcast. Ergens ligt de druk er wel om weer iets te doen wat er toe doet. Daarom is het juist cool om te zien dat de Klap van de Molen Podcast aan het groeien is.“
“Het leuke van podcast is dat je over elke nicheonderwerp kan kletsen. Michiel Veenstra heeft er bijvoorbeeld eentje over Disney-pretparken waar misschien driehonderd mensen naar luisteren, maar die zitten allemaal te snakken naar een nieuwe aflevering. Dat is leuk. Als ik metselaar was geweest, zou ik direct een podcast verzinnen over hoe ik metsel en wat de mooiste metselwerken zijn. Wedden dat er duizend geïnteresseerde metselaars gaan luisteren? Het is het tijdperk van het individu waarin we zelf kunnen produceren, zoveel en zo makkelijk als we willen. Zelfs met je iPhone kun je dingen opnemen en online gooien. Kwaliteit kan zo ondergeschikt zijn aan spontaniteit.”