Haar kat Henk, haar vriend Bram (met wie zij binnenkort trouwt), een baan in het onderwijs en een goedlopende muziekcarrière. Het lijkt Aafke Romeijn allemaal mee te zitten, ze durft zelfs te stellen dat ze gelukkig is. Dit terwijl zij nog niet zo lang geleden doelbewust de grenzen opzocht om het leven zo ongemakkelijk mogelijk te laten verlopen. Doel van dit levensmotto? “Vermijden dat ik over heel gezapige onderwerpen ga zingen,” zegt ze.
Romeijn ziet het om haar heen gebeuren. Collega-muzikanten worden ouder, stichten een gezin en zingen vervolgens alleen over hoe gelukkig ze zijn en hoeveel ze van hun kinderen houden. Daar wil de Utrechtse niets van weten. Een dergelijk egodocument als haar debuutalbum Stella Must Die! uit 2011 kan ze hierdoor niet meer maken. “Ik focus mij steeds meer op onderwerpen die buiten mijzelf liggen. Over hoe ik tegen de wereld aankijk, maar zonder een maatschappijkritische Boudewijn de Groot te worden.”
Dit uitgangspunt is een gevolg van haar I don’t care-attitude, haar gegroeide vermogen om meningen van anderen niet meer persoonlijk op te vatten. “Voorheen ging ik bij elke kritiek een beetje kapot van binnen,” zegt ze. Haar houding creëert een bepaalde vrijheid: “Niet eerder was ik bereid een hiphoplaat te maken, omdat ik bang was dat niemand mij ooit serieus zou nemen. ‘Het elitaire blanke meisje dat ineens hip gaat doen.’ Nu denk ik; boeiend.”
En dus is ze de studio ingedoken om alsnog een hiphopalbum te maken. “Of het werkt moeten we nog zien, maar ik geloof er wel in,” aldus Romeijn, naar eigen zeggen een ‘hiphopmeisje at heart’.
Ze zal hard aan de bak moeten, temeer omdat ze erachter is gekomen dat meer muzikale bagage niet automatisch betekent dat je betere platen maakt. “Veel bands die vroeger interessante muziek maakten, verliezen nu mijn aandacht. Muse, Coldplay, het gepriegel van The Mars Volta. Ouder worden in de muziekindustrie is geen garantie voor betere muziek. Dat is best een desillusie wanneer je kijkt naar de film- of kunstwereld, waar regisseurs en kunstenaars pas pieken in hun latere jaren.”
Uitzondering op de regel: bands uit de jaren tachtig. “Het lukt een hele reeks muzikanten uit de jaren tachtig om interessant en bij de tijd te blijven. Denk aan Pet Shop Boys, Depeche Mode of Duran Duran. Los van het feit dat dit soort muziek weer een beetje terugkomt, kwamen de bands altijd met albums die paste bij de tijdsgeest en hun leeftijd. Dat is knap. Justin Bieber wordt over twintig jaar niet ineens relevant in de muziekindustrie. Zijn succes hangt samen met een imago van het mooie jongetje van zestien. Dat zal hem zwaar vallen.”
Aafke Romeijn hoeft er niet voor te vrezen. Gelukkig is ze toch wel.
Te zien: Club 3voor12/Utrecht met Aafke Romeijn, The Future's Dust en Staatseinde, donderdag 29 mei 2014 @ dB’s, Utrecht.