Bovenaan de Oudegracht ligt Da Capo Records. Achter de toonbank vind je Michel van der Woude. Sven Schlijper sprak voor 3voor12/utrecht een dik uur lang met hem. Een gesprek dat langs The Daxls en Franz Ferdinand naar Metallica en tenslotte de ‘Mayor of the Sunset Strip’ liep. Vermakelijke kost van de Johan Cruijff der Utrechtse platenverkopers. Met in Deel 1: het belang van een echt liedje, of waarom Franz Ferdinand “behoorlijk suckt”.

Bovenaan de Oudegracht ligt de Record Specialist Shop Da Capo Records. Achter de toonbank vind je Michel van der Woude. Sven Schlijper sprak voor 3voor12/utrecht een dik uur lang met hem. Een gesprek dat langs The Daxls en Franz Ferdinand naar Metallica en tenslotte de ‘Mayor of the Sunset Strip’ liep. Vermakelijke kost van de Johan Cruijff en Jean Nelissen der Utrechtse platenverkopers in één persoon verenigd. Met in Deel 1: het belang van een echt liedje, of waarom Franz Ferdinand “behoorlijk suckt”.

Vaste lezers van 3voor12/utrecht kunnen het weten, ik heb een voorliefde voor de plak kunststof die je met naald en draaiende schijf moet afspelen… het aloude vinyl dus. Omdat de grote – al dan niet alternatieve – platenzaken en –ketens het op dat gebied zwaar laten afweten, moet de verstokte liefhebber op zoek. Speciaalzaken zijn dan bijna de enige optie, wil je nog een redelijk aanbod vinden en lekker kunnen snuffelen. Utrecht is redelijk bedeeld met een aantal ‘dance’-georiënteerde winkels (al rukt de glanzende onderzetter ook in dit genre genadeloos op). Voor de pop, indie-rock en oldies is er in Utrecht voor mij eigenlijk maar één adres: Da Capo Records. Een echte ‘record specialist shop’. Vaak genoeg loop je de zaak aan de voet van de Oudegracht binnen en hoor je de verkoper een boom opzetten over waarom The Darkness geweldig is, of een andere band weergaloze bagger. Tien tegen één dat de preker voor eigen parochie dan Michel van der Woude is. Hoogste tijd dus om eens goed met de man achter de toonbank van Da Capo Records te praten. Een heus interview werd het. Geanimeerd als altijd, was Van der Woude er niet vies van een paar krakende en klinkende oneliners door zijn monologen te gooien. Dit is Da Capo Records’ Michel van der Woude ‘on the record’.

Het bandje loopt als Van der Woude zich voorstelt. Meteen zit de sfeer er goed in. Hij werkt namelijk voor een andere Michel: Terstegen wel te verstaan; vriend en eigenaar van Da Capo Records. “Met één e ja; het zijn er bij elkaar een stuk of drie, maar steeds maar één…” Dat wordt nog wat… Van der Woude is geen vreemde in de muziekbizz. Hij speelde in legio band(je)s, waarvan sommige luisterden naar de prachtigste vondsten qua naam: The Pooh Sticks, The Daxls (roemruchte Utrechtse formatie met zanger Daxl Rose), Formica en International Language. Als drummer en gitarist speelde hij van alles tussen rock, pop, punk en 60’s; “Maar niet tegelijk.” In 1981 is Van der Woude begonnen, een paar jaar geleden pas stopte hij met het bandjeswerk. Zijn ‘carrière’ heeft zelfs een fiks aantal platen opgeleverd.

Platen zijn bedoeld om te draaien. En precies dat heeft Van der Woude ook nog een tijdje gedaan, zo eind jaren tachtig, begin negentig. Als dj was Van der Woude actief in Tivoli: “Toen het daar nog leuk was, lang geleden! Het kan er mee te maken hebben dat ik echt oud geworden ben [hij is pas 42, SS], of dat het echt suf geworden is daar. Het is gewoon saai.” Een begrip als “ouwe lul” komt nog al eens langs als je met Van de Woude praat. Toch houdt hij de moderne muziek wél degelijk bij. Okee, hij had Tivoli dan al anderhalf jaar lang niet meer van binnen gezien, maar voor The Thermals maakte Van der Woude graag een uitzondering. Andere nieuwerwetse bandjes komen er minder goed vanaf. ‘Ik heb Franz Ferdinand wel gezien in EKKO, maar die ‘suckten’ behoorlijk eigenlijk. Drie nummers heb ik in de zaal gekeken, toen hadden we de hit gehad en ben ik verder gaan kijken in het café. Maar ik ben na zes songs weggegaan, anders was ik vervelend gaan doen tegen de band.”

Zet Van de Woude niet op de praatstoel als het gaat om kwesties van goed en fout in de muziek. Dan lijkt geen eind te komen aan zijn vermakelijke woordenstroom. Alsof de Utrechtse Johan Cruijff aan het woord is, fileert Van der Woude wannabe’s en geeft hij en passant precies aan waar het volgens hem misgaat. Over Franz Ferdinand nog maar eens: “Dat is laffe muziek, voor opa’s en oma’s; van die brave schooljongetjes die vooral door iedereen aardig gevonden willen worden. En daarbij allerlei invloeden nemen van begin-jaren-tachtig bands en dan uitgerékend de foute dingen. Het is een band die het slechtste van Spandau Ballet en Pigbag in één groep weet te proppen. Dat draagt mijn goedkeuring niet weg…Ze hebben gewoon geen liedjes; het is allemaal erg slap en braaf. Het klinkt wel wat als Gang of Four, maar die ‘kickte wel ass’.”

En dan komt Van der Woude met de uitsmijter: “Norah Jones rockt een stuk harder dan Franz Ferdinand, of weet ik veel wat voor trendy kutbandje van nu. Dat meen ik echt.” Hele volksstammen zullen nu met samengeknepen billen of kokend van woede deze uitspraken lezen. Maar Van der Woude zou volgens mij een klasse-recensent zijn, met zijn woordvondsten, ontwapenend vurige uitspraken en echte passie voor de muziek. Daar komt ook die uitspraak over Norah Jones vandaan. Van der Woude is namelijk een ‘sucker’ voor het liedje, de melodie, zo bekent hij. “Het is niet dat Norah Jones en haar band nu zo verschrikkelijk goed kunnen spelen, maar ze hebben wel liedjes, het klopt gewoon. Geen gezeik, geen gedoe over imago en zo. Dat is af en toe ook wel weer eens leuk.”

Zo delen Van der Woude en ik de waardering voor de poppy liedjes van Auf der Maur bijvoorbeeld. Maar het zijn zeker niet alleen maar zoetgevooisde popdeuntjes (“watjesmuziek”) die de klok slaan bij Van der Woude, hij mag ook graag een “ontzettende bak herrie” horen. Als er maar melodie in zit, zo’n refrein dat blijft hangen, want een riff kun je niet mee-, of naneuriën. Dat laatste is toch onontbeerlijk voor een goede song, aldus Da Capo’s verkoper. Zo moeten Nashville Pussy of Queens of the Stone Age het ontgelden: “Er zijn nu zoveel van die quasi-rockbands die denken dat ze ontzettend goed zijn. Ze zetten twee akkoorden achter elkaar, of drie en denken dat ze een goed liedje hebben geschreven. Hou op man, ga naar huis en ga een baan zoeken, maar val ons niet lastig met die onzin.” Wordt vervolgd, lees aanstaande woensdag wat Van der Woude verder op zijn lever heeft.

Met in Deel 2: Van der Woude’s ideeën over Metallica’s Lars Ulrich in een gevangenis, een kijkje in de praktijk van Da Capo Records en Michel vs. Marillion!!!