Treurig weer in september, maar oh zo veel leuks dit weekend op een bonte plek van locaties in de Tilburgse binnenstad: jawel, Murf/Murw Festival is weer van start en er is weer genoeg te ontdekken uit allerlei hoeken. Dat bleek al gelijk op de eerste dag, want waar anders zie je voor het eerst een Italiaanse demoon, hoofdstedelijke veteranen en beloftes en darkwave uit een dorp hier vlakbij?

Weet je nog die klasgenoot die hardop weigerde z'n huiswerk te maken, maar toch altijd een ruime voldoende haalde? Irritant, toch?

The Earwurms is een beetje wat er gebeurt als drie van die mensen een bandje beginnen. Op het eerste gehoor maakt het Amsterdamse drietal lome rammelmuziek zonder duidelijke lijn, om het nummer een iets ander genre. En de twee frontvrouwen zijn precies zó cool en ongeïnteresseerd dat je eraan afziet dat juist daar moeite in is gestoken.

En toch: geforceerd of irritant wordt het geen seconde. Vergis je bovendien niet in het muzikaal vernuft dat verstopt zit in surfie baslijntjes, verfijnde gitaarmelodietjes en dissonante zangharmonietjes. Bespeuren we daar nou een snufje Deerhoof?

Achteloos krioelen The Earwurms in een muzikale ratjetoe van een indiepopliedje over honden naar noisepunk. Alleen een echte oorwurm ontbreekt er nog aan, maar die hebben ze voor het laatst bewaard. Dan krijgen we ineens Nederlandstalige woordgrappunk: "In je vastgoed zit je vast goed." Zo eindigt de groep een set die ze nog begon met theatraal huilen, met een venijnig lachje. (FV)

En dan snel vanuit de Nieuwe Vorst naar de Nieuwe Little Devil waar we sinds een grootschalige verbouwing niet meer zijn geweest. Het podium is doorgetrokken en vult tegenwoordig de hele breedte. 'Breed' is ook de metal van openers VVina te classificeren, want de trage, in reverb doordrenkte gitaren brengen een cycloon van geluid teweeg. Alleen de snare doorklieft op gezette momenten het sonische geweld, want van de statige zangeres komt het maar mondjesmaat.

Dat is zeker geen diskwalificatie, want het derde - en tevens - een-na-laatste nummer (!) verraadt een liefde voor shoegaze op steroïden en trekt de luisteraar nog verder het drijfzand in. Dan pas komen we erachter dat het een Nederlandse band is (online helemaal niets te vinden over VVina) want 'dit was het' verklaart de zangeres en mag de band nog even zonder haar de geluidsbarrière te doorbreken. Een set van exact 20 minuten waar 45 voor was ingeruimd, maar met iedere seconde gevuld door machtige drums, bedwelmende gitaren en zang, heeft VVina geen moment verveeld. (BvD)

Pikkedonker is de Devil, wanneer ineens een gemaskerd figuur tussen het publiek opduikt. Als een psycho die uit een Borderlands-game is weggelopen, met een soort versleten gasmasker op en een lamp op z'n voorhoofd. Zodra hij achter de drums plaatsneemt en erop los ramt, wordt het al helemaal duivels.

Met alleen wat effecten over de drums en zijn stem, dreunt Tonto onaardse geluiden uit de hel omhoog. Dat wordt een intense set, denk je, maar dan gaat na een paar nummers ineens dat masker af en het licht aan, en zegt een vriendelijke stem: "Hello, my name is Francesco! Do you guys like Tenacious D?

Blijkt die griezelige demoon plots een olijke Italiaan. En da's toch een beetje als een klassieke horrorfilm kijken en ineens zien dat dat doodenge monster gewoon een krakkemikkige pop is. Illusie gebroken? Ja, maar misschien kan drie kwartier boos drummen ook niet helemáál zonder moment van verlichting. En Francesco mag dan een knuffelbare lieverd zijn; zijn muziek is nog steeds van gewapend beton. Dat contrast is grappig en maakt dat Tonto serieuze festivalpotentie voor de Paas- en Pukkelpops van deze wereld heeft.

Maar lieve Francesco, met al je vrolijke praatjes tegen het publiek en de barman, word toch alsjeblieft niet té gimmicky. Maar ja, wie even googelt, ziet dat 'tonto' Italiaans is voor 'dom'. Dus doet hij het toch: doodleuk de grenzen van de goede smaak opzoeken met een "cover" (of wat daarvoor door moet gaan) van Kelis' Milkshake. Ruim voor het einde is de grap wel een beetje gemaakt, en is de Devil murf/murw gebeukt. (FV)

Nóg een eenmansband vanavond? Jawel, maar dat is dan ook de enige overeenkomst tussen Snackbar The Ambassador en Tonto. Muzikaal kon het bijna niet verder van elkaar af staan. In een redelijk gevulde Rode Salon trapt Matthias König af met vrolijke samples waarover hij lustig improviseert met afwisselend gitaar, synthesizer en percussie. Het is knap hoe moeiteloos hij afwisselt van instrument, maar is het ook goed?

Die vraag kunnen we het gros van de show beantwoorden met een volmondig 'mwah'. De nummers kabbelen daarvoor te veel door, de solo's blijven netjes binnen de geijkte paden en met het uitblijven van zang, klijft er simpelweg te weinig. Zonde, want de speelse geluidjes en found sounds kunnen op zichzelf meten met types als Cornelius en Manu Chao, maar die maken er tenminste nog een song van.

Dat lukt al een stuk beter in de tweede helft als Snackbar ook begint te zingen en zijn samples als een homp klei begint te rekken, kneden en comprimeren, of het nu de beats, zijn gitaar of stem is. Groovy wordt het echt als de panfluit tevoorschijn komt en - bands, stop hier alsjeblieft mee - het beste voor het laatst bewaard wordt. Springerige dubby beats blijken een goed bedje te zijn voor synthsolo's die éindelijk mogen scheuren, freaky bliepjes overal en voor het eerst voelt het als een volwaardige song.

Niet vreemd aangezien dit 'de single' is die we na de show bij de muzikant kunnen kopen, maar met slechts één echt wapenfeit komen wij er als publiek van een show af als een bezoekje aan de snackbar: veel gegeten, maar straks alsnog weer honger. (BvD)

Herrie boven Tilburg vanmiddag. De Nederlandse F16's maakten vandaag een afscheidsvlucht; na 45 jaar gaan ze met pensioen. Ook The Ex steeg in 1979 voor het eerst op, maar de Amsterdammers zijn nog lang niet toe aan de hangar. Sterker nog: ze zijn met tien nieuwe nummers naar de foyer van de Hall of Fame gekomen, kondigt frontman Terrie Hessels aan. "Maar we spelen er maar negen."

Uit dat nieuwe materiaal blijkt vooral dat als er één act is die het festivalthema 'Ship of Theseus' belichaamt, het wel de band is die zoveel stromingen doorstond, en waarvan Hessels na al die tijd het enige overgebleven oorspronkelijke lid is. Ondanks alles is The Ex zichzelf nooit kwijtgeraakt.

Ook vanavond is het precies wat je ervan verwacht, met onverminderd energieke puntje-van-je-stoelrock, die leunt op anarcho-punk- en jazz-invloeden. Vooraan in de volle foyer springen twintigers en zestigers en alles daartussen vrolijk door elkaar. The Ex is kortom nog altijd The Ex. Dé undergroundband van Nederland is anno 2024 nog steeds dé undergroundband van Nederland, en dus een droomheadliner voor de Murf/Murw-vrijdag. (FV)

Rood licht, strobes vaker aan dan uit, zwarte leren jassen, een microfoonstand gemaakt van kettingen, een zanger met een T-shirt waarvan een leek zal zeggen dat er een zweep op staat - kenners zullen zeggen 'nééhéé, dat is een cat o' nine tails' -, en muziek die ongetwijfeld luid door de speakers van Wasteland schalt. De rauwe mix van darkwave, EBM en industrial die de Little Devil in wordt gespuugd lijkt rechtstreeks uit ondergrondse Oostblok SM-clubs te komen, maar BHPL zijn twee heren uit Dorst hier om de hoek.

Volledig in lijn met die drie stijlen kun je van BHPL verwachten dat de beats klinken alsof ze door zware machines zijn opgebouwd. Lompe kicks die als heipalen de grond in worden gestampt en hi-hats die je geselen en niet luisteren naar je safe word. De zanger heeft op zijn beurt goed geluisterd naar Ministry en Sisters of Mercy; praatzang waarbij woorden als ‘mass control’ als een mantra wordt herhaald. Voor de nodige theatraliteit komt de cirkelzaag eraan te pas en een olievat dat zich slecht heeft gedragen, want die krijgt op een paar momenten een pak goede off-beat kettingslagen.

En dan daalt het besef in dat hoe goed geproduceerd de muziek ook is, variatie kun je eigenlijk alleen maar aanbrengen door te wisselen van tempo. Die ‘Mass Control’ van zo-even is een stapje terug, maar voor de rest is het vooral pompen-pómpen-póóóómpen. En zoals ze in die eerdergenoemde clubs ook weten; één standje kun je tot op een zekere hoogte leuk houden, maar van positie wisselen houdt het nog langer leuk. (BvD)