Een huiskamer verstopt achter één van de vele voordeuren aan de Mathenesserweg, daar is waar vanavond een select gezelschap een concert van Spinvis krijgt voorgeschoteld. Nouja, zo select is het gezelschap helemaal niet. Bij binnenkomst – ruim driekwartier voordat supportact St. Maane begint – is er al amper een vrij krukje, stoeltje of kussen te vinden. En in het nog komende half uur blijft het volk maar binnenstromen, waar laten we al deze mensen? En zou het de artiesten lukken om straks muziek te maken zonder tenminste twee mensen knock-out te slaan met een gitaarhals of strijkstok?

In de keuken van het knusse appartement hangt een prijslijst voor het ruime aanbod aan drankjes dat men zelf uit de koelkast mag trekken. Met gevoel voor stijl is de huiskamer leuk aangekleed met sfeerverlichting en planten, enorm veel planten. Op de achtergrond klinkt een elpee van Eefje de Visser de ons vast in de juiste stemming probeert te brengen. Het publiek kletst zo druk dat de melancholische klanken helemaal wegsterven in het gekakel. 

De plaat slaat af en een jong meisje verschijnt ten tonele. Het is in meteen stil. Het enige wat nog beweegt zijn de twee katten die zich een weg scharrelen tussen de onhandig in elkaar gevouwen ledematen van het neergestreken publiek. Sophie Reekers schrikt zelf van de plotselinge stilte: “Maak je zin maar even af hoor, Birgit is nog even naar het toilet”, lacht ze. Er klinkt wat ongemakkelijk geroezemoes maar het is goed dat zangeres en liedjesschrijfster Birgit de Priester ons hiervan verlost met haar elegante entree. Ze kijkt de kamer rond en ziet voor zich de mensenmassa variërend van jong tot oud, maar allen met dezelfde kunstzinnige, intellectuele kijk op het leven. Een nieuwe generatie romantici, zou je de toehoorders kunnen noemen. Een upper class volk dat graag boeken leest – van papier of digitaal – en luisteren naar hedendaagse filosofen en dichters zoals, ja, zoals Spinvis. Toch wijst De Priester het welgeletterde publiek even de plaats als zij vertelt dat haar eerste lied is geïnspireerd op de gedichten van Lou Andreas-Salomé. Van wie? Niemand lijkt de muze van Nietsche te kennen. Gelukkig, lacht De Priester, is de referentie in het volgende nummer een stuk makkelijker: The Beatles.

Teer maar ijzersterk, de muziek van Grote Prijs van Rotterdam winnaars St Maane laat zich door de dynamiek niet makkelijk in een hokje duwen. Toch is de vergelijking met Joni Mitchell snel gemaakt. Richting het einde van de set wordt de gelijkenis steeds duidelijker als de zangeres haar eigen stemgeluid én die van haar gitaar aanpast op die van Mitchell. St Maane is het soloproject van Birgit de Priester, maar zou niet zo goed hebben geklonken zonder Sophie Reekers die bijvalt met basgitaar, toetsen en haar eigen prachtige stemgeluid. De stem van De Priester doet de haren al overeind staan, maar tweestemmig geeft St Maane het kippenvel de finishing touch. Dit terwijl de temperatuur in de huiskamer met het tropische behang door de hoeveelheid warme mensenlichamen juist enorm aan het oplopen is. Als St Maane de organisatie van de huiskamerconcerten bedankt voor het mogen opwarmen voor Spinvis, kunnen we dit dan ook letterlijk nemen. 

Erik de Jong, het 57-jarige talent dat schuilgaat achter de naam Spinvis heeft zich vanavond nog niet laten zien en stond vermoedelijk verdekt opgesteld te luisteren naar het optreden van St. Maane. Dan wurmt hij zich plots tussen de bezoekers door om een plekje in de ruimte te vinden. Een stoel wordt bijgeschoven voor de begeleiding van de Vlaamse Saartje van Camp met haar cello. Zonder tijd te verliezen in begroetingen en bedankjes start Spinvis met Voordeel van video en Bagagedrager. In het publiek smachten blikken en hangen monden open. Af en toe klinkt er een kuch of een ongelukkig gepositioneerd bierflesje, maar verder is alle aandacht op het duo gericht.

“Ja, ik weet zelf ook niet wat het betekent.”


De artiest met grappige teksten met een bloedserieuze ondertoon zweeft op het randje van de komedie als hij een blunder zoals het vergeten van gitaarakkoorden omzet in een grapje. Het gemak waarmee de muzikant vals speelt, iets te lang wacht met invallen of even stottert, onderstreept zijn muzikale kunnen. “Trouwens, en als je nou een nummer wil horen… of absoluut niet,” begint hij: “… dan moet je gewoon maar geluk hebben.” Wie dacht in een knusse huiskamersetting als deze een verzoekje te kunnen doen, is meteen de mond gesnoerd. 

Zestien jaar geleden kwam debuutplaat Spinvis uit. En vorig jaar stond in het teken van 'Trein Vuur Dageraad'.'Nummers van beide platen en al het moois wat tussen door nog werd gemaakt, wisselt elkaar in rap tempo af. Liedjes die aanvankelijk niks met elkaar te maken leken te hebben, krijgen nu ineens een diepere betekenis want als luistenaar ben je naast te genieten van de muziek ook stiekem bezig met het ontleden van de teksten. Toch, als je het gevoel hebt de nummers op de nieuwste plaat te begrijpen heb je het mis. Verliefde stelletjes kijken elkaar liefkozend aan als Spinvis: “Jij bent de trein, het vuur, de dageraad,” zingt. “Ja, ik weet zelf ook niet wat het betekent.” Hup, weg is de magie. Het meest romantische stukje op plaat, blijkt gewoon een stel willekeurig achter elkaar geplaatste woorden.

Opnieuw paniek in de ogen, met name op de eerste rij wanneer Van Camp een enorme zaag uitpakt. Nee, we zijn niet ineens te midden van een goochel act gevallen en er worden geen vrijwilligers doorgezaagd. Wat wel volgt is de celliste die gepassioneerd de zingende zaag te lijf gaat met haar strijkstok. Vreemde buitenaardse klanken vullen de ruimte, vooral de jeugd is diep geschokt door dit instrument. Morgen is het gereedschap waarschijnlijk uitverkocht bij de plaatselijke bouwmarkt.

Typisch Spinvis, als hij tussen het spelen van twee nummers opmerkt dat er bij de overburen al de hele tijd een televisietoestel aanstaat. Het is er schemerdonker, maar af en toe flikkeren er groene en blauwe schimmen door de kamer. “Daar woont Ronnie,” maakt hij het bruggetje naar de personage in Ronnie gaat naar huis, van zijn debuutalbum. Er volgt een warrige monoloog over hoe het nu met Ronnie gaat en we worden aan het twijfelen gebracht of de beste jongeman ook echt bestaat of niet. “Hij staat ook altijd op de gastenlijst, maar hij komt toch nooit,” haalt Spinvis zijn schouders op al knikkend richting het raam aan de overkant. 

Over buren gesproken, is het al tijd om te stoppen? Het publiek protesteert.“In verband met de buren ofzo.” Spinvis kijkt om zich heen op zoek naar een klok. “Die zijn ook hier hoor!” klinkt het uit het publiek. Een mooie comeback, die ook even een grijns op het gezicht van de muzikant laat verschijnen. Toch, het haalt de band niet over om langer door te gaan. Met Wespen op de appeltaart en Oostende als prachtige maar verdrietige afsluiters stokken de akkoorden om klokslag elf uur.

Fotogalerij

St. Maane

Spinvis

Spinvis

St. Maane

Lees verder op 3voor12 Rotterdam