“Kom gewoon te laat, liever geen gedicht en neem geen bloemen mee.” Het is een van de vele ongrijpbare, maar toch ook bloedmooie teksten op Trein Vuur Dageraad, de meest recente worp van Spinvis. Zeker het eerste gedeelte van die tekst lijkt Erik De Jong in acht te nemen. Samen met zijn begeleidingsband betreedt hij ongeveer twintig minuten te laat het podium van Annabel. Daarmee kunnen we zo ongeveer meteen het obligate puntje kritiek in deze recensie afstrepen, want verder zet Spinvis vanavond een zeldzaam magische show neer, die het Rotterdamse publiek moeiteloos een kleine twee uur in vervoering brengt.

Annabel is compleet volgelopen als de zeskoppige band aftrapt met 'Oostende'. Meteen is duidelijk dat De Jong een uitstekende selectie aan muzikanten heeft meegenomen, die haast perfect op elkaar zijn ingespeeld. Net als op plaat kent het nummer een ijzersterke opbouw, die in deze live-versie net nog wat meer overkomt. De meerstemmige zang van De Jong, celliste Saartje van Camp en violiste Merel Junge in het refrein zorgt keer op keer voor kippenvel, evenals de wonderschone climax van het nummer.

Moest er aan het begin van het nummer nog een beetje ge-sss’t worden om het publiek stil te krijgen, zodra de climax van 'Oostende' zich heeft voltrokken kun je een speld horen vallen. Vervolgens krijgt De Jong direct de lachers op zijn hand tijdens de introductie van 'Artis', een van de nummers van Trein Vuur Dageraad: “het gaat eigenlijk over Blijdorp, het heet alleen anders.” Die losse sfeer kenmerkt het optreden. De Jong maakt grapjes met het publiek (“Roep maar als er iets is dat je graag wilt horen, het moet alleen wel op het lijstje staan.”) en staat, veelal met zijn ogen dicht, haast fluisterend te zingen. Dat zorgt ervoor dat de momenten waarop het tempo wel wat omhoog gaat, zoals in een heerlijk voortjakkerende uitvoering van 'Het Voordeel van Video', alleen maar harder binnen komen.

Oké, toch nog één kritiekpuntje dan. 'Hallo Maandag', de opener van de nieuwe plaat, komt vanavond niet echt uit de verf. Waar het nummer op plaat enorm kleurrijk klinkt en zowaar eindigt met een schurende gitaarsolo, komt de wat meer ingetogen live-versie maar niet van de grond. De heerlijk losse versie van 'Ik Wil Alleen Maar Zwemmen' die hierop volgt, met een bizar intermezzo waarin Van Camp met haar strijkstok een zaag te lijf gaat, maakt direct een hoop goed.

In het middenstuk van het optreden dreigt de aandacht soms wat te verslappen, maar Spinvis weet toch iedere keer het publiek weer stil te krijgen. Zij het met een grappige anekdote, of een ijzersterke of verrassende uitvoering van een klassieker. Neem bijvoorbeeld de zware, met een dreigende trombone aangezette, uitvoering van 'Een Kindje Van God', die halverwege overgaat in de nieuwe song 'Nachtwinkel', maar vervolgens naadloos weer overgaat in zichzelf. Daarna bereikt het optreden zijn hoogtepunt met het haast eindeloos uitgesponnen 'Club Insomnia', waarin Spinvis de spanning iedere keer net weer een beetje uitrekt, om vervolgens tot een prachtige climax te komen.

Nadat het titelnummer van Trein Vuur Dageraad met een oorverdovend applaus wordt beloond, lijkt het tijd voor de obligate toegift. De band is alweer onderweg naar de kleedkamer, als De Jong ze vanaf het podium terug naar beneden gebaart. Om nou weer helemaal die trap op en af te moeten is ook weer zo’n gedoe, zegt hij met een glimlach. Met 'Wespen Op De Appeltaart' en 'Bagagedrager' blijkt dat hij de twee grootste publieksfavorieten voor het laatst heeft bewaard. Zo komt er een einde aan een show die bewijst dat, als De Jong in Amerika was geboren en zijn poëtische teksten in het Engels had weten te verwoorden, hij ongetwijfeld een internationale cultheld van Tom Waits-achtige proporties was geworden. Dat mocht niet zo zijn, maar als dat betekent dat we Spinvis in zulke intieme zaaltjes binnen de landgrenzen kunnen blijven zien, is dat zo erg nog niet.