Mógil combineert klassieke kamermuziek met folk en post-rock. Zoals de naam doet vermoeden dipt de band dit een typische dromerige IJslandse saus, ondanks dat de bandleden in Nederland en Amerika muziek hebben gestudeerd. Het resultaat hiervan is dat vooral de Vlaamse klarinettist Joachim Badenhorst opvalt door een weergaloos spel, voorzien van allerhande 'extended techniques', technieken waarvoor het instrument niet perse gebouwd zijn, maar waarmee je een flink palet aan bijzondere klanken en geluiden kunt produceren.
Toch lijkt er iets te missen aan de performance van Mógil. Toegegeven, op bepaalde momenten is het magisch maar een groot deel van de set lijkt toch nog ietwat rommelig en onpersoonlijk. Er is namelijk vrijwel geen podiumpresentatie. Alle bandleden spelen het hele concert van blad. Begrijpelijk, gezien de harmonische en ritmische complexiteit van de muziek, maar het werpt wel een barrière op tussen artiest en publiek. Verder is de zang van zangeres Heida Árnadottír wellicht erg virtuoos en geschoold, maar mist haar stem een soort eigen karakter. Ze klinkt eigenlijk vooral gewoon als een klassieke sopraan.
Het gitaarspel van Hilmar Jensson wordt op den duur wat voorspelbaar. Hij is duidelijk het 'post-rock' element van de groep en voorziet de composities van open gitaarakkoorden verzonken in galm en reverb. Zijn akkoordenschema's zijn dan wel zeer inventief, maar iets meer dynamiek en iets minder zweverige klanken waren wellicht een welkome afwisseling geweest.