Het is inmiddels een begrip geworden voor de liefhebber; Kliko Fest. Afgelopen weekend veranderde het Patronaat zich eventjes in een undergroundclub voor garage, punk, surf,- en beatrockbandjes, waar het publiek bijna de klok rond kon rock 'n rollen. De sfeer was goed en de zalen waren afgeladen vol, mede dankzij een line-up met een flink aantal grote namen in het genre.

Dwarves

De Amerikanen van Dwarves genieten nogal een reputatie. In de roerige jaren ‘80 begonnen ze als een rebelse gararageband en bouwden al snel een reputatie op dankzij hun gewelddadige, exhibitionistische podiumpresentaties. Op papier zou dat dus best een spektakel moeten opleveren, maar de praktijk is helaas anders. Inmiddels is Dwarves een band op leeftijd en speelt een mix van punk en hardcore, met een sporadische knipoog naar de metal. In deze roerige carrière hebben ze er al flink wat bandleden doorheen gewerkt. Een opvallende naam in de gelederen is oud Queens of the Stone Age bassist Nick Oliveri, die de bas bespeelt en met zijn schelle gekrijs af en toe de energie wat opvoert.

De show is verder behoorlijk monotoon en voorspelbaar. Veel nummers zijn gebaseerd op dezelfde ideeën en de refreintjes zijn slechts af en toe echt pakkend. Wellicht heeft de band te lijden onder het vroege tijdsslot. Ongeveer 10 minuten voor het einde van de set van Dwarves moet een crowdsurfer worden afgevoerd, omdat hij niet door het publiek werd opgevangen en op de grond blijft liggen. Wellicht een goede metafoor voor een concert, dat helaas ook niet met de volledige impact aankomt.

Birth of Joy

Powertrio Birth of Joy is een opvallende naam binnen het programma van Kliko Fest. Het Nederlandse drietal gooit al een tijd hoge ogen met haar werk, dat vooral refereert naar de psychedelische muziek uit de late jaren 60. Lange nummers met bluesy riffs, gillende orgelmelodieën en een sporadische, psychedelische passage waarin een muur van geluid wordt neergezet, voeren de boventoon tijdens de set. Birth of Joy refereert vooral aan bands als Deep Purple en Led Zeppelin, maar zou hier en daar wel wat meer ‘een eigen smoel’ mogen laten zien. Technisch gezien is het best vernuftigd en de band presenteert de nummers met enthousiasme en charisma. Dat werkt lekker aanstekelijk, want het publiek gaat flink los. Als je de helft van de grote zaal in Patronaat in een dansende, springende en beukende menigte kan veranderen, doe je toch zeker wat goed.

The Glücks

Je moet soms iets over hebben voor de krenten uit de pap. Degene die The Glücks wil zien, moet zich een overvol Patronaatcafé binnen worstelen. Even een biertje aan de bar halen, is er waarschijnlijk niet echt bij. Het is een kwestie van zorgen dat je binnenkomt en je plek bewaren tot het einde van het concert. Maar dan krijg je ook echt iets. Dit duo uit Oostende speelt een set vol energieke, dansbare rocksongs met ijzersterke hoeks en dansbare voortstuwende drumritmes. Tina neemt naast het slagwerk ook de zang voor haar rekening en klinkt sterk en overtuigend. Gitarist Alek complimenteert dat met fuzzy gitaarriffs en een sporadische oorverdovende schreeuw, die door merg en been gaat. Het overvloedige publiek heeft helaas te weinig ruimte om echt te dansen, maar voorin wordt er instemmend met vuisten gezwaaid op de ritmes van de muziek. The Glücks weet het tempo er het hele concert goed in te houden en krijgt het met kleine opvallendheden voor elkaar om elk nummer een eigen karakter te geven. Een band om te blijven volgen.