Begin 2017 gingen ze op tour in Duitsland met Phoam, Mantra en MOOON, in de zomer sloten ze af op het Greiz Open Air festival en eind 2017 stonden ze in de finale van de Amsterdamse Popprijs. De vijf bandleden van MORADO omschrijven hun muziek als psychedelische pop die je meeneemt naar een dansbaar universum. Ze zijn vooral geïnspireerd door muziek uit de jaren 60, 70 en 80 en niet bang om anders uit de hoek te komen.

Wie de muziek of de leden van MORADO kent, zal het niet zo vreemd vinden dat ze met een bijzonder breed LP-assortiment komen aandraven. De vier mannen en dame delen een liefde voor muziek uit de jaren 60, 70 en 80. Maar ook bewonderen ze genoeg muziek met moderne producties uit deze tijd. Muziek moet 'gewoon goed zijn, echt goed' is de gedeelde mening. Daarbij waarderen ze het werk achter een nummer, want dat maakt muziek uiteindelijk 'echt goed'. Ze kunnen urenlang praten over hoe nummers zijn opgebouwd en hoe belangrijk het is om te blijven sleutelen tot perfectie. De gezichten staan ineens serieus, want er wordt serieus over muziek gepraat.

Maar wat mag absoluut niet ontbreken in de playlist onderweg naar een optreden? "De machine! Van de Pantser Fabriek." Er wordt hard gelachen. "Maar ook Sketches of Brunswick East van King Gizzard and the Lizard Wizard. Dat album staat altijd op als we ergens heen gaan. We hebben dat album ontdekt toen we met z'n allen in Duitsland in de auto rondreden."

MORADO timmert al een tijdje aan de weg. Het afgelopen jaar was een goed jaar voor de band en 2018 belooft nu al veel goeds. Ze hebben onlangs een boeker gevonden en zullen nog voor de zomer hun zelfgeproduceerde EP The Forest releasen. De eerste single A Ginger Tale kwam enkele maanden geleden al uit. Ondertussen is de tweede single The Forest ook te beluisteren op Spotify en Youtube.

De favoriet van zangeres Valerie Lamers:

 Crosby, Stills & Nash - Déjà Vu (1970)

“Eigenlijk vinden we deze allemaal heel vet, maar ik had dibs. Ik houd van meerstemmigheid en deze harmonieën zijn echt te gek. Je kunt ook zo lekker meezingen. Mijn favorieten nummers zijn vooral die van Neil Young. Ik wilde eigenlijk zijn plaat Harvest Moon meenemen, maar die heb ik nog niet op LP. Die moet je echt luisteren. Als je ’s morgens wakker wordt en je hebt alle tijd, zet je een bakkie koffie, ontbijtje maken en dan die plaat opzetten. Het is zeker een album dat voor mij een speciale betekenis heeft. Ik heb ‘m dankzij mijn beste vriendin ontdekt in een periode dat er wat dingen aan de hand waren. We hebben er heel veel naar geluisterd. Als ik ‘m nu opzet, brengt me dat toch altijd terug naar die tijd. Maar geeft het me ook een moment van rust in alle gekte.”

De favorieten van drummer Daniël Smienk:

Tame Impala – Lonerism (2012)

“Ja, ik heb eigenlijk teveel dat mij inspireert. Maar als het betrekking heeft op MORADO, dan zeker deze. Door deze plaat ben ik in de neo-psychedelica terecht gekomen. Daarvoor was het eigenlijk meer Tim Knol.

Tim Knol – Soldier On (2013)

“Ik heb geen muzikale jeugd gehad, maar ik had een rock ’n roll oom – hij speelde in een rockabilly bandje. Door hem ken ik Tim Knol. We zijn samen bij een concert van hem geweest toen ik 14, 15 was. M’n oom heeft me toen dronken gevoerd! Ik vind de kwetsbaarheid in de stem van Knol heel mooi. Hij kan zo goed een gevoel vastleggen in vorm, in harmonie en in geluid. Zijn nummers staan als een huis. Dat is voor mij dan weer een aanknopingspunt met Tame Impala.”

Tame Impale – Innerspeaker (2010)

“Ik houd van sterke songs waarin het verhaal goed verteld word. Dat is op alle manieren mogelijk, in allerlei soorten. Denk maar aan productie, geluid, vorm. Kevin Parker kan dat, net als Tim Knol, en hij heeft ook nog eens alles zelf gedaan. De teksten van Parker sluiten op de een of andere manier heel goed aan bij de muziek. Alles klopt als ik er naar luister. Deze plaat is voor mij heel toonaangevend voor MORADO, vooral qua drum grooves. Kevin Parker is de vreemde eend in de bijt geweest in de rock/pop muziek, maar het is nu heel mainstream aan het worden. En dat is wat voor mij MORADO beschrijft: goede songs op een aparte manier wat nog nooit iemand eerder gedaan heeft.”

 

De favorieten van gitarist Quinten Demaret:

Red Hot Chili Peppers - Blood Sugar Sex Magik (1991)

“Ik ben als gitarist heel erg beïnvloed door John Frusciante, de gitarist van de Peppers. Hij was de eerste dude waar ik ging kijken wat hij speelde, op wat voor gear hij speelde en hoe hij zijn geluiden kreeg. En ik vind dit absoluut, by far, de beste Peppers plaat ooit gemaakt. Ik ben nu totaal geen Peppers fan meer, maar als er één baas bestaat, dan is het Frusciante wel. Hij heeft zo onwijs veel gedaan. En toen hij deze plaat opname was hij 20 of 21. Dat is dezelfde leeftijd als wij en het is zo belachelijk goed allemaal. Door dit album ben ik ook veel meer naar productie gaan kijken. Zo kwam ik op de documentaire Funky Monks en dan zie je het hele opname proces. Dat heeft m’n ogen geopend voor productie en wat je er mee kan. Zo ontdekte ik mijn interesse daar in.”

King Gizzard & the Lizard Wizard - Nonagon Infinity (2016)

“Deze plaat heeft veel meer betrekking op MORADO. Val, Daniël en Joost zijn in 2015 naar Down the Rabbit Hole geweest. Toen ze terug kwamen, lieten ze me King Gizzard horen. Ik was meteen hooked. Het concept van deze plaat is dat je ‘m eindeloos kan luisteren, alle nummers lopen in elkaar over. Dat is echt te gek. Het klinkt zo strak allemaal, maar ook spontaan. De live ervaring van King Gizzard is iets waar we naar streven met MORADO: ze tikken af en ze gaan anderhalf uur door. Zij kunnen dat als geen ander. Dat vind ik zo onwijs vet. Ze gaan trouwens, net als wij, met maatsoorten alle kanten op of plaatsen gekke gitaarlijnen. En ze voeren het echt goed uit. Dat willen wij ook. Daar houden wij van.”

De favorieten van toetsenist Mickey Koen:

Michael Jackson – Thriller (1982)

“Michael Jackson heeft mij geïntroduceerd in muziek. Vroeger luisterden we Skyradio en toen ik hem voor het eerst hoorde, realiseerde ik dat er hele andere toffe dingen waren. Ik ben meer gaan luisteren naar Michael Jackson en toen wilde ik ook echt zelf muziek gaan maken. Ik heb dus niet een favoriet nummer – Michael Jackson als artiest heeft mij in de muziek gebracht. Off the wall is denk ik wel mijn favoriete plaat, maar ik nam Thriller mee omdat dit de meest iconische is die hij heeft gemaakt. Dat Off the wall m’n favoriet is, komt wel vooral door Quincy Jones. Hij heeft de blazers op dat album heeft gearrangeerd. Dat is zo efficiënt gedaan. Ze spelen nooit meer dan dat ze moeten spelen. Ik hoorde laatst een nummer van Cee Lo Green op de radio en dacht constant: wat zijn die blazers moeilijk irritant! Want je hoort ze de hele tijd. Dat is het bewijs dat het teveel kan zijn en op Off the wall is dat gewoon perfect aangevoeld.”

ABBA – The album (1977)

“Ik heb er een aantal van ABBA. Deze plaat heb ik meegenomen omdat The name of the game hier op staat en dat is gewoon een heel tof nummer. En kijk die hoes. Die is zo niet gaaf dat het gaaf is. Ook bij dit album gaat het meer om de artiest dan specifiek deze plaat. Het gaat bij ABBA vooral om hoe ze met muziek omgaan. Het gaat om de gedachte; ‘Ik wil het mooiste maken dat ik kan maken.’ Die jongens die bleven schrijven en alle kleine delen wegschaven die er niet in moesten. Dat je zo tot in de puntjes muziek maakt, dat vind ik echt tof. Dat is niet echt nodig, zo ver gaan, maar dat vind ik wel heel gaaf. Ik merk dat, nu ik zelf muzikaal wat volwassener word, ik daar meer op zoek naar ben.”

Joost: “Of we dat binnen MORADO ook doen? Ik denk het wel. We houden allemaal van dingen die heel erg belachelijk zijn.”
Mickey: “Ja!”
Joost: “Maar ook wel heel erg goed zijn. We hebben er over nagedacht om zo belachelijk mogelijk over te komen. Dan neem je bijvoorbeeld zo’n kapsel als dit en dan doen alsof je heel serieus bent.”
Quinten: “Dat is de bindende factor.”
Joost: “En binnen MORADO houden we er van om soms een beetje moeilijk te doen. Gekke maatsoorten, ons zelf een beetje uitdagen.”
Mickey: “En de luisteraar ook uitdagen.”
Joost: “Ja, precies. Onverwachte dingen zijn gewoon heel tof. En dat dan zo goed mogelijk uitvoeren, dat is het indrukwekkendst.”

De favorieten van basgitarist Joost van Eck:

The Beach Boys – Pet Sounds (1966)

“Hoi, ik ben Joost en mijn presentatie gaat over… Pet Sounds. Zoals mijn bandleden, en mijn vrienden, ondertussen wel weten, heb ik een obsessie met The Beach Boys. Pet Sounds is voor mij het hoogtepunt van wat zij hebben gedaan. Hun voorgaande werk was die typische sixties vibe, het klonk vrolijk en ging over meisjes en auto’s. Dat is super vet en als je er naar luistert ben je ook meteen vrolijk. Dit album gaat daar helemaal niet over. Het is een heel persoonlijk album en daardoor pakt het meer. Het raakt je gevoelens op een hele fijne manier.”

Quinten: “En die productie was echt revolutionair. Ja, komen we er weer op terug hè?”

Klaus Wunderlich - Speelt op verzoek (1982)

“Dit ligt heel erg in het verlengde van iets heel belachelijks doen en daar dan serieus heel goed in zijn. Deze gast kan echt zo goed spelen. Het is eigenlijk heel kut – moet je kijken hoe hij er ook uit ziet, maar dus wel heel goed. Echt vet.”

Temples – Volcano (2017)

“Ik vind dit een hele bijzondere plaat. Ik houd van psychedelische muziek en deze plaat is een verrijking geweest in de psychedelische pop. Doordat ze het hebben gemengd met synth pop krijg je een beetje die jaren 80 pop. Zo is er een hele wereld open gegaan; er werd ineens duidelijk wat er allemaal kon in psychedelische pop. Daarvoor was het alleen Pink Floyd nadoen en lange gitaarmuziek maken. MORADO is ook psychedelische pop, dus daar kijk je dan echt naar.”

Lees meer van onze artikelen