Wat gebeurt er als je indie folk, jaren 70, zoetsappige liedjes, punk en Nederlandse rock met elkaar mengt? Dan kom je zo ongeveer uit bij de muzikale oorsprong van de bandleden van Tape Toy. De gemeenschappelijke plaat van deze vrolijke, vunzige Amsterdamse band blijkt er een van Marco Borsato te zijn. Deze plaat staat namelijk altijd op wanneer de bandleden onderweg zijn, en dat zijn ze de afgelopen maanden veel geweest.

“We hebben denk ik 6 uur geslapen dit weekend,” zegt Roos van Tuil. De band speelt mee met de Popronde en moest maar liefst drie keer spelen en hadden een livesessie bij 3FM. Vorig jaar won de band – die overigens nog maar 2 jaar bestaat – de Amsterdamse Popprijs en sindsdien gaat het hard. De olijke bende vertelt dat ze met 23 shows mee mogen doen aan de Popronde en dus in het hele land te horen zijn. Verder brachten ze twee singles uit en waren ze live te zien bij onder andere 3FM, 3voor12 Radio en Rockstone Sessions. Het laatste nieuws is dat hun single ‘Naive’ is genomineerd voor Song van het Jaar bij 3voor12. Oh ja, en we mogen verklappen dat de band ‘liedjes aan het opnemen is’. Wat het uiteindelijke resultaat zal worden – een EP of LP – laten ze nog even in het midden.

In de Tape Toy playlist vind je standaard ‘Kiss me’ van Sixpence None The Richer, ‘Don’t Speak’ van No Doubt, ‘Torn’ van Natalia Imbruglia, ‘Onderweg’ van Abel en zoals eerder genoemd: Marco Borsato. Maar of er een plaat bestaat waar het viertal inspiratie uit haalt voor de band? “Niet echt. Zoals je waarschijnlijk gaat merken, komen wij alle vier uit totáál verschillende hoeken” vat Van Tuil het samen. Van Tuil: “Als je ons individuele muzikale DNA bij elkaar gooit, dan krijg je Tape Toy!” Voor zover de bandleden het weten, is er geen andere band die hun muziek kan weerspiegelen. “We hebben natuurlijk wel artiesten die we allemaal te gek vinden, zoals Bon Iver of The War On Drugs, maar niets wat ons geluid echt inspireert of beïnvloed” vult Maurice van de Graaf aan. Inspiratie komt bij de band uit dzijn of haar eigen, muzikale opvoeding. Hieronder een kleine greep daar uit.

De favorieten van Roos van Tuil (zang, gitaar en keys).

Laura Marling - Alas, I cannot swim (2008)

“Dit is de plaat waarom ik muziek ben gaan maken. Ik was nooit echt heel erg bezig met muziek. Ik ben dan ook erg laat begonnen met muziek maken, zo op m’n 14e, 15e. Toen ik deze plaat hoorde had ik een soort openbaring: ‘dit wil ik óók!’ Ik heb deze plaat al erg vaak geluisterd en hij is ook gelinkt aan allerlei dingen die ik heb gedaan. Zoals bijvoorbeeld mijn reizen – nou ja, m’n tripje naar Antwerpen,(lacht) maar ook naar Berlijn! De plaat is aan alle leuke dingen die ik heb gedaan verbonden. Ik wil nog meer herinneringen maken bij deze plaat, dus luister ik hem vaak voordat ik iets leuks ga doen. De eerste liedjes die ik schreef lijken best veel op deze nummers. Verder ben ik me heel erg gaan verdiepen in Marling. Volgens mij heeft zij altijd gedaan waar ze zin in had: ze heeft voorafgaand aan haar debuut album geen EP uitgebracht. Ze heeft gewoon meteen een album uitgebracht. Haar teksten zijn heel vertellend en omschrijvend en dat heb ik overgenomen, ik bouw de teksten om een kleine situatie.”

George Michael – Last Christmas (2006)

“Ik ben verslaafd aan kerst! Ik wilde eigenlijk twee maanden geleden al dat het sneeuwde en koud was. De herfst probeer ik af te dwingen door alvast heel koppig een dikke trui aan te trekken, terwijl het eigenlijk veel te warm is. Dit is mijn all time favoriete kerstliedje en ik ben er echt verslaafd aan. Ik moest ook echt wel een beetje huilen toen George Michael overleed op 25 december. Op Eerste kerstdag! Dit is echt zo’n goed nummer. Dat komt door de vibe. Het is heel stom om te zeggen, maar op het moment dat het liedje aanstaat is het bij iedereen meteen kerst. Ik kan er niet echt een muzikaal labeltje aan hangen, maar het werkt gewoon.”

Bon Iver – For Emma, Forever Ago (2007)

“Deze plaat luisterde ik in de tijd dat ik naar Laura Marling begon te luisteren. Dit is ook niet echt rock ’n roll, maar dit is waar ik vandaan kom. Er was toendertijd een folk scene met Noah and the Whale, Laura Marling en Mumford and Sons (die eerste plaat dan), die ik echt te gek vond. Maar goed, die folk scene werd steeds populairder en ik begon toen ook net met muziek maken, dus ik dook daar echt in. Justin Vernon zingt eigenlijk gewoon best gek. Als je het voor het eerst hoort dan denk je: ‘wat is deze man raar aan het piepen?’ Maar het raakt je wel! En dat vind ik super intrigerend. Er zijn ook bepaalde nummers dat echte tranentrekkers zijn. ‘The Wolves’ bijvoorbeeld. Dat is janken.
Het is super gezellig zo: (lacht) tussen kerst en janken vind je Roos van Tuil! Het heeft allemaal vrij weinig met de harde 90’s rock van Tape Toy te maken, maar dit is wel waar ik muzikaal vandaan kom. Het kan ook heel goed samen, die harde kant en mijn singer-songwriter kant. Beide muzikale kanten krijgen de ruimte.”

De favorieten van Marc van Dongen (drum)

Led Zeppelin – geen titel, ook wel Led Zeppelin IV genoemd (1971)

“Toen ik jong was wilde ik heel graag op muziekles. Elke twee weken mochten we een ander muziekinstrument spelen zodat je goed kon ontdekken wat het beste bij je past. Ik kon niet kiezen tussen de gitaar of drums. Mijn stiefvader had deze plaat in zijn collectie. Er zit een heftige drumintro in het nummer ‘When the Levee Breaks’. Toen ik dat hoorde wist ik het meteen: ik wil drummen. Deze plaat én die drummer, John Bonham, zijn ondertussen ook een soort heilige graal voor mij. Ik luister de plaat nog steeds. Ik heb zelfs laatst samen met Wesley voor school drie covers van Led Zeppelin gespeeld en eigen tracks in de stijl van Led Zeppelin gemaakt.”

Sleepy Sun – Marina (2010)

“Ja. Ik heb een tijdje een hele zieke emo-periode gehad.” (De hele band lacht) “Het was echt heel heftig. Ik ging naar emo-meetings en luisterde naar keiharde metalcore-achtige muziek. Ook kleedde ik me de stijl. Op een gegeven moment werd ik meer volwassen en leerde ik via via de bandleden kennen. Ik heb Sleepy Sun in Doornroosje gezien en ben nog steeds van mening dat dat het beste live optreden was dat ik ooit heb meegemaakt. De band is live zo intens en puur… Toen ik de band voor de eerste keer zag dacht ik dat de zanger aan de drugs zat, maar na het optreden deed hij gewoon weer normaal. Dat je in staat bent om zo ergens in op te gaan terwijl er een paar honderd man voor je neus staan, dat is zo bijzonder. Hij droeg die sfeer en vibe ook weer terug naar de band, en de band ook naar hem en het publiek. Dat was een hele mooie wisselwerking. Bizar, maar heel mooi.

Ik vind het eigenlijk ook wel fijn dat het een band is die nooit echt mega groot zal worden, maar dat ze gewoon doen wat ze echt willen en dat het ook echt heel erg goed is. Ik heb andere grote acts ook live gezien en die zijn echt wel heel goed, maar niets kwam zo hard binnen als Sleepy Sun.”

Angus & Julia Stone – Angus & Julia Stone (2006)

“Ik heb me wel verdiept in drummers, maar nooit echt heel erg. Toen ik naar het conservatorium ging, moest ik wel. Zo kwam ik bij een drummer die ik te gek vond en dat bleek een van de drummers te zijn die deze plaat heeft ingespeeld. Het zijn allemaal een beetje van die zoetsappige liefdesliedjes, maar als ik thuis zit vind ik dat chill. Dan kan ik een beetje weg kwijlen ofzo. Soms doet het pijn aan je tanden, die zoetsappigheid en soms heb ik het gevoel dat ze het er om doen. Maar het is wel erg goed.”
Roos: “Ik vind de band haar muzikale invullingen echt heel goed. Ik kan Julia Stone’s stem  echt niet uit staan, maar ik heb de plaat wel veel geluisterd omdat de invullingen zo goed zijn.”
Marc voegt toe: “Ik weet niet of het zo is, maar er hangt zo’n nonchalante vibe rond hun doen en laten. Zij kunnen een liedje spelen dat ze live al 4 jaar niet hebben gespeeld en dat doen ze dan zo relaxed. Dat pakt me heel erg. En die invullingen! Het is simpel maar niet te simpel, en heel erg in de dienst van het liedje. Daarnaast vind ik haar echt een van de mooiste vrouwen ter wereld.”

De favorieten van Wesley Fransen (gitaar)

Sex Pistols – Never Mind the Bollocks, Here's the Sex Pistols (1977)

“Hallo, ik ben Wesley. En ik ga mijn spreekbeurt houden over Never Mind the Bollocks, Here's the Sex Pistols. Dit was de eerste CD die ik ooit kocht. Ik luisterde voorheen altijd metal, alleen maar metal. De nummers op dit album waren veel meer liedjes en heel goed ook. Door dit album ben ik naar punk gaan luisteren en door punk ben ik alle andere dingen gaan luisteren die ik nu luister. Dus je kan zeggen dat dit wel een inspiratiebron is voor mij. Ik ben meer naar teksten gaan luisteren en naar de manier waarop teksten worden gebracht. Als ik nu luister naar platen die ik vroeger luisterde denk ik: ‘ja, boze tiener’. Maar van deze geniet ik nu ook nog echt. Hij is nog steeds goed.”

JJ Cale – Troubadour (1976)

“Dit is voor mij de perfecte zomerplaat. Ik luister hem elke zomer. Zo komen er ook elk jaar weer nieuwe herinneringen bij van deze plaat. Ik weet niet zo goed waarom ik deze zo gaaf vind, alles aan dit album is gewoon chill. Hij begint heel easy, en dan komen de blazers, heel chill, vervolgens begint hij te zingen en dat is gewoon het allerchillst, weet je wel? Het klinkt gewoon alsof hij in de studio zit op een kruk, met z’n benen over elkaar, en een glas whisky en een sigaretje er bij heeft. Dit is de ultieme chill-heid. ‘Cocaine’ staat trouwens op deze plaat. Eric Clapton heeft een jaar later een cover van dat nummer gemaakt en daar is hij heel bekend mee geworden. Jammer, want het origineel is veel vetter.”

Osibisa - Happy Children (1973)

“Deze band introduceerde me aan de afro-beat. Ik kende muziek met Afrikaanse invloeden niet heel goed, maar dat is via deze band begonnen. Deze plaat kocht ik overigens ergens op een rommelmarkt, omdat ik de band kende. Het is echt een hele groovy plaat, de melodieën doen me heel erg denken aan Surinaamse familiefeesten. Het is niet per se Surinaamse muziek, maar je hoort toch die Afrikaanse invloeden. Deze band heeft trouwens Afrikaanse muziek eigenlijk wereldwijd bekend gemaakt in de jaren 70. En dat terwijl de band zich in Londen heeft gevormd. Ik heb letterlijk wat met deze muziek gedaan; ik heb de zangstukken en de percussie gesampled en daar vervolgens dan weer zelf muziek mee gemaakt.”

De favorieten van Maurice van de Graaf (bas)

Pink Floyd – The Wall (1979)

“Ik vind het altijd lastig te kiezen en om een top drie te maken. Ik ben maar voor een trip down memory lane gegaan, in chronologische volgorde. En dan beginnen we hier. Dit is misschien wel de eerste muziek die ik ooit heb gehoord. Mijn vader was zwaar Pink Floyd fan, dus het stond bij ons altijd aan. Zo ben ik zelf ook Pink Floyd fan geworden en heb heel veel herinneringen aan zijn muziek. Deze plaat heeft me muzikaal ook wel gevormd, denk ik. Door deze plaat ben ik meer soortgelijke, oudere rock muziek gaan luisteren, zoals Led Zeppelin en Dire Straits. Het heeft me warm gemaakt om meer naar muziek te luisteren. De teksten zijn heel bijzonder en ik ben ook wel geïnspireerd geraakt door de baslijnen van de basgitarist. Roger Waters gebruikte bepaalde effecten die ik ook ben gaan gebruiken.”

Arctic Monkeys – Humbug (2008)

“Ik was een jaar of veertien en ja, toen ontdekte ik de Arctic Monkeys. Dit is de tweede band waar ik fan-boy van werd. Alle nummers van Arctic Monkeys heb ik grijs gedraaid, ook de B-sides. Door deze band wilde ik zelf ook in een band gaan spelen. Ik zag de filmpjes op internet en dan zie je ze heel cool in van die leren jasjes optreden, terwijl het echt nog van die guppies zijn. Toen dacht ik: ‘ja, dat is echt cool, dat wil ik ook.’ Daardoor ben ik meer muziek gaan maken en meer in bandjes gaan spelen. Ook door deze plaat ben ik erg geïnspireerd en net als met Pink Floyd heb ik veel geleerd van de effecten die ze gebruiken.

De Staat – O (2014)

“Ik was een jaar of 17, 18 toen ik naar De Staat ben gaan luisteren. Ik vond het met name zo vet omdat de band gewoon Nederlands is. De Staat maakt best wel ruige muziek en door deze band realiseerde ik me dat je met ruigere muziek ook best bekend kan worden. De hele vibe die de band heeft qua geluid is heel vet. De band heeft echt een hele eigen stempel gedrukt op zijn werk, je weet wanneer het van De Staat is. Het heeft ook een cynische vrolijkheid. Het is raar maar zo gruwelijk vet, beetje pop zonder ‘pop’ te zijn. Dat dit kan in Nederland, en met deze muziek, dat vind ik echt te gek. De baspartijen van Job van Summeren zijn echt bizar. Ik ken eigenlijk geen andere basgitarist die dat soort sounds gebruikt. Als je naar zijn pedal board kijkt, die is echt zo groot, dat intrigeert me behoorlijk. Door hem ben ik ook gaan ontdekken: zo kan een basgitaar ook klinken.”