Op welk festival kun je toekomstige grote artiesten al vroeg spotten in Leiden? De Popronde natuurlijk! Dit festival kiest honderd van de veelbelovendste acts uit alle genres en trekt door het ganse land. Buiten hun vertrouwde omgeving ontdekken zij hoe ze ook nieuw publiek voor zich kunnen winnen. Zo bood de Sleutelstad eerder podium aan onder andere Marathon, Pip Blom, Money & The Man, Babs, WIES, Aafke Romeijn, The Grand East en Voidcrawler. Muziekliefhebbers leren er van hun kant onbekende acts kennen.

Leiden was jarenlang na Nijmegen in oktober als tweede aan de beurt, maar dit jaar barst het feest pas op 13 november los. We hebben hoge verwachtingen van acts zo divers als Anouk Wolf, plonki, Politie Warnsveld, Fellatio en KAGAMI. Qua locaties is 2025 een rijke editie: De Dorus is niet meer die eenzame Oostpool, maar krijgt gezelschap van Boulderhal Krachtstof en de Wibar. En bijvoorbeeld Lokaliteit De Apotheek, L.V.V.S. Augustinus, het Rijksmuseum van Oudheden en Kiki Club maken hun (r)entree.

Onze verslaggevers en fotografen waagden zich in het rijkverlichte RMO en duistere cafés. Ze kwamen met lege batterijen maar volle fotokaarten en opschrijfboekjes terug.

Anouk Wolf

Headliner in een muziektempel

Anouk Wolf, winnaar van de tv-talentenjacht The Headliner, opent Popronde in het Rijksmuseum van Oudheden. Met een spectaculair verlichte Egyptische tempel op de achtergrond, is dit de perfecte setting voor een openingsshow. Des te verrassender is het dat gitarist Ruben, al vóór aanvang, op zijn gitaar begint te pingelen en het publiek toespreekt. Gelukkig verschijnt headliner Anouk snel op het toneel om ons uit dit ongemakkelijke moment te verlossen. 

Haar optreden is een mix van eigen werk en covers van iconen als Etta James, Lady Gaga en Teddy Swims. Wolf is innemend, deelt persoonlijke verhalen en neemt ons moeiteloos mee. Tijdens 'Diving in the Water', vertelt ze dat het voelt alsof ze met de nummers zichzelf advies geeft: de grote zus, naar de kleine zus. Een kleine herinnering dat iedereen weleens een luisterend oor nodig heeft. 

In haar ballades heeft ze haar stem volledig onder controle. Zelfs wanneer de microfoon even uit lijkt te zijn, torent haar stem moeiteloos boven het geroezemoes uit. Haar zang is karaktervol en indrukwekkend. Haar nummers meeslepend en dromerig. Een krachtige opener. (MB)

plonki

plonki in De Dorus

Kwestbaar zonder zwakte

Toen plonki ons vertelde dat ze haar muziek serieus neemt, maakte ze geen grapje. Hier staat een band die qua geluid makkelijk de grote zaal van Nobel aankan. Kijken we hoe druk het is bij De Dorus, dan is de kleine zaal eigenlijk al bewezen. Toch zien we haar liever hier, want we zijn fan van zalen met een lager plafond en een lager podium; een van de grote charmes van Popronde. Het maakt het allemaal intiemer. De Dorus is wat dat betreft ideaal.

plonki's muziek is perfect voor de locatie. Dan is ze weer intiem, bijna a-capella met kwetsbaar hoge zang, en dan weer een bom: dubbele gitaar-solo's met ronkende gruizigheid waar Sonic Youth mee thuis kon komen. Tegelijk doet de band, op hun meer kabbelende steelgitaarplukjes-momenten, denken aan zowel de stem als de low-fi van Bettie Serveert.

We stellen ons voor dat als je het kindje was van Sonic Youth, en je zou je ouders eigenlijk wel tof vinden, je zo klinkt: genoeg respect voor inspiratie, maar zonder te kopiëren en met je eigen geluid vol dynamiek, open kwetsbaarheid zonder een moment zwak te zijn. Bijzonder sterk is de kwaliteit van de band om elke noot te laten tellen: weinig doen als het kan en knallen als het moet.

Het hoogtepunt: wanneer Pleun achter de piano gaat zitten. Alle energie trekt dan naar haar, naar wat en hoe ze zingt. De band versterkt dat met een simpele maar strakke ritmesectie en met gitarist Wesley die meer soundscapes dan akkoorden speelt. Niets aan Wesley verraadt dat dit de eerste keer is dat hij meespeelt als invaller. Zou plonki dan nog beter zijn met de vaste gitarist? (MH)

Badminton

DIY-ethos

Of er nog mensen uit Enschede in de Plato zijn. "Iemand die er weleens geweest is anders? Ok, heeft iemand er weleens van gehoord dan?" Nog voordat je over de vuurwerkramp kunt beginnen, knalt Badminton het volgende nummer erin. Er is geen ruimte voor een moshpit, niemand waagt het überhaupt: voor je het weet kegel je een bak met platen omver. Het is druk en warm in Plato. Zó warm dat het bier al op is voor de liedjes dat zijn. En wat voor liedjes!

Een gesneuvelde bandbus doet deze Tukkers blijkbaar weinig. Hun genre kent dan ook een hoog DIY-ethos: problemen zijn er om opgelost te worden. Denk ook nog even aan de context waarin de meeste mensen de sport waar de band naar vernoemd is beoefenen, en je hebt het te pakken: zonnige garagerock met allerlei muzikale knipogen naar de grootheden die de plaathoezen om je heen sieren. Goede muziek is tijdloos, dus treffender kan het haast niet.

Ik heb werkelijk geen idee of ze meer van dit soort bands hebben in Overijssel (moet haast wel), maar binnen die scene zal Badminton op een eenzaam Plateau staan. Als de fotograaf de band hier niet met een plaat van The Stooges of The Modern Lovers op de foto heeft gezet zal dat door de drukte komen, en niets anders. (MA)

Coos

Harmonieuze zes

Wie De Wakende Haan binnenstapt, weet meteen: “Ik zit goed”, want de grote banner met "COOS" springt meteen in het oog. Hun bandlogo staat op het overhemd van de gitarist en de prachtige, lange plooirok van de toetseniste. Dat rode logo is een spiraal die lijkt op het wapen van House Targaryen uit Game of Thrones

De naam doet een enkele singer-songwriter vermoeden, maar het podium staat vol met vijf vrouwen en één man. Ze brengen melodieuze, kalme indiefolk. Soms is die rockier dan op de plaat, gedragen door de warme stem van frontvrouw Coos Veldpaus. ‘Not That Deep’ is dan weer bijna country-achtig, waarbij de violiste haar shaker verruilt voor haar eigenlijke instrument. Bij luchtvlagen zingt Coos vijfstemmig, met vier unisono backing vocals. Op dit knusse podium zijn de zes in close harmony, waarmee ze een fijne sfeer in de gelagkamer brengen.

Hun set is een wandeling door hun releases: met ‘Every Word’ hun laatste single, maar ook drie nummers elk van de EP’s ‘Turning Pages’ (2023) en ‘Not That Deep’ (2025). Ook spelen ze een sobere cover van ‘The Adults Are Talking’ van The Strokes. Door de intro lijkt het hier eerst een nummer van Maaike Ouboter te worden. 

Ga je voor mellow indie? Dan zit je goed bij Coos. (RvN)

REINDIER

Herstel van optimisme

De avond begint met een onverwacht bitterzoete fuif in Jantje van Leiden. Gehuld in androgyn kostuum heeft de frontman op toetsen een drummer meegenomen en mist de gebruikelijke bassist. De lichtvoetige muziek van REINDIER snijdt een zwaar onderwerp aan. De artiest is hersteld van een hersentumor op jonge leeftijd, en heeft een lange weg naar herstel doorgemaakt. Dat resulteerde in het in oktober uitgekomen album MONOMAAN, waarvan we nu het meeste materiaal te horen krijgen. Niet plechtig, maar berustend en flierefluitend, met instrumentale uitspattingen die van Justice tot spelcomputer lopen.

De lange dagen van het herstellen, de drang naar leven, de troostende berusting, de reis van ziektebed naar deze avond zit vol meeslepende emoties. REINDIER's zalvende stem op de wonden klinkt nooit bitter, zelfs tijdens de onmachtige passages. Tussendoor scandeert een cartoonstemmetje "alles komt goed" als een simpele mantra. Een smeekbede om meer tijd verandert in strijdlied met daverende drums als aanzet. Mijn favo uit de set is 'Nooit Meer Slapen', een nummer over insomnia dat qua ritme het onrustige woelen en dan wakker schrikken instrumentaal weet te vertalen. 

De zanger legt uit dat de afloop van zijn genezing niet zonder kleerscheuren is, maar de ongewillige uitruil van energie voor waardering voor de wereld zegt boekdelen over zijn veerkracht. Het optreden eindigt niet in een strop maar een betekende stropdas, bestemd voor een keten van deze kledingstukken, ééntje voor elke stad die hij tijdens de Popronde aandoet. Stopdassen? (BK)

Kaya

Emotie en schoonheid

Rond 20:15 begint Kaya, de Nederlandstalige popartiest, zijn set in het stampvolle Meneer Jansen aan de Nieuwe Rijn. Een aantal mensen is zelfs noodgedwongen via het grote raam naar binnen te kijken om er iets van mee te krijgen. Niet erg, zolang je het maar kan horen! 

Met zijn beste vriend Hans op de akoestische gitaar vormt Kaya een muzikaal duo waar je de aandacht maar moeilijk van kan loslaten. Ze openen met de eerste twee nummers: 'Alleen' en 'Breekbaar'. Kaya heeft een mooie, gevoelige zangstem, en is daarnaast ook een sterke songwriter. Dankzij de kleine ruimte is de akoestiek vrij goed, en door de roze lichten die op Kaya schijnen is de sfeer aangenaam en persoonlijk. 

Ze gaan door met het derde nummer 'Genoeg Aan Mij'. Voordat dit ingezet wordt, vertelt Kaya (volledige naam Kaya van den Bosch) er een klein verhaaltje over. "Vijf jaar geleden had ik een kantoorbaantje, en werd ik daar verliefd op een collega. Dit nummer gaat daarover." Zijn stem galmt door de ruimte alsof het de laatste keer is dat hij ooit zal zingen. Het is een nummer met wat meer swing erin, wat onderstreept wordt als een aantal mensen op de maat mee beginnen te deinen. Een enkel meisje, gezeteld aan de bar, lip-synct zelfs mee.

Diversiteit en schoonheid
Het duo gaat in een vlot tempo door de set heen. De nummers 'Iemand Anders', 'Ik Kan Niet Boos Zijn' en 'Bij Mij Zijn' volgen. Tijdens deze drie liedjes hoor je goed de diversiteit en schoonheid van Kaya's stem terug. Hans zingt ook een beetje mee terwijl hij de akkoorden aanslaat, ook al is dat niet te horen. Naar ieder nummer volgt luid applaus van het aanwezige publiek, waar zich veel jongeren tussen bevinden, evenals het barpersoneel, dat gedurende de show nog steeds met dienbladen vol drankjes zich een weg door het publiek probeert te maken. 

Dan volgt er een nummer met een vrij beladen backstory. "Genoeg met dat leuke gedoe," zegt hij in de microfoon, "ik heb een zielig liedje voor jullie." Hij vertelt over een vriendin van hem, die een naaste verloren heeft aan kanker, en hoe zijn hondje Teddy twee maanden geleden ook daaraan overleden is. Het volgende nummer heet daarom ook gepast 'Omdat Ik Van Je Hou'. Hoge zangnoten vullen de ruimte, en je voelt de emotie in zijn stem. Een wat langer durend applaus volgt het einde van het liedje. 

In de laatste twee nummers 'Is Dit Het Einde', een nummer dat gaat over de vraag of je ooit wel de ware tegen zal komen, en 'Wat Moet Ik Doen' gooien ze nog lekker even alle energie erin. Na afloop zegt hij vrolijk; "Dank jullie wel, ik was Kaya!" (DV) 

My Girlfriend

Geen ruimte, wel een feestje

My Girlfriend is Krachtstof

Kun je klinken alsof je enkel je greatest hits speelt als je enkel wat losse nummers en een EP uitgebracht hebt? My Girlfriend kan het.

Schijnbaar bewust tonen ze zich als een schoolbandje door een rugbytrui te kiezen als bandoutfit, maar zo klinken ze allerminst. Zoals met plonki zien wij hier ook geen enkel probleem voor deze band om de grote zaal van Nobel te spelen.

De ambitie van My Girlfriend om festivals te spelen kan niet anders dan ook de ambitie van die festivals worden. De band speelt vrolijk en vrij terwijl ze in een hoek gedrukt staan; letterlijk dan. Krachtstof is niet genereus qua bandruimte. We zien echt geen enkele manier waarop ze fysiek minder ruimte zouden kunnen innemen. Het lijkt ze alleen maar te sterken in het innemen van alle ruimte in de zaal: ze grijpen de zaal bij de lurven en de dansspieren. Als een amorfe massa kruipt het publiek langzaam maar zeker dichterbij de band. Bij het derde nummer zijn we van heupwiegen en hoofdknikken gegaan naar voluit dansen.

De band, en zeker bandleider Gijs, maken je blij zonder dat ze nu noodzakelijk happy-clappy-muziek maken. De energie is er gewoon, als een soort straalkacheltje dat iedereen aan tafel voedt en dat door iedereen gevoed wordt. Je kunt niet anders dan hierin meegaan. Vanaf het eerste nummer 'Party' gaat het genadeloos naar 'Judith' en 'Milkshake Maker'. Hoge snelheid, goede synths, een bas die ritme meer aan de drum overlaat en een drummer die dat prima aankan. En ja, de enige band in de Popronde met een drum die geen gitarist heeft. Heb je dus helemaal niet nodig, blijkt.

Lichter en vrolijker stappen we door naar de volgende band. (MH)

XXJULÍA

Syot

Hormonenstorm

‘Kom allemaal lekker naar voren’, roept frontman Kai het publiek toe. Maar dat blijft nog liever achterin hangen, alsof de stap naar voren nog even te spannend is.

Dan barst de Duits-Nederlandse band los met ‘Easy Lovin’’, hun single uit 2024. Live neigen de falsetto’s wat naar de klank van het eerste gedeelte van het woord, en de meerstemmige passages beginnen ook niet helemaal synchroon.

Ook op het podium heerst lichte chaos. Zangers Kai en Oscar wisselen regelmatig van plek, wat op het kleine podium voor onhandige momenten zorgt, want daar is eigenlijk geen plek voor. Gelukkig kunnen deze goedgemutste mannen daar gewoon om lachen. Een show hoeft niet gelikt te zijn, juist niet. Hun onhandige, soms aandoenlijke introducties van nummers verraden vooral dat er nog podiumervaring te winnen valt.

Jong dus. Maar hun teksten hebben een volwassen zwaarte. Liefde, verlangen en R&B-invloeden vormen de kern van hun geluid. Inmiddels heeft de ruimte zich gevuld met jong publiek dat vrolijk meebeweegt op hun ritme. De charme van de mannen werkt onmiskenbaar. Heel even voelt het alsof we surveilleren bij een schoolfeest: gierende hormonen vullen de zaallucht. 

Hun speelsheid, tomeloze energie en enthousiasme maken de imperfecties dubbel en dwars goed. Het is bijna onmogelijk om zonder glimlach het café te verlaten. Alleen een echte zuurpruim zou ongevoelig zijn voor deze aanstekelijke vibe. (MB)

Jackie & The Facts

Jackie & the Facts in de Uyl

Punkmessage met een sugardaddy

"Dit is een lied tegen fascisten! En als je er eentje bent: deze is voor jou!" Kijk, dan weet je waar je staat. Nu staat De Uyl niet bekend als een stamkroeg voor FVD'ers en verliezen we hier dus geen publiek.

Jackie and the Facts gaan terug naar de roots van punk en gaan daarbij langs Joan Jett and the Blackhearts: on message, hard, scherp en toch met die warme Amerikaanse gitaarriff.

De band tussen Jackie en het publiek wordt hechter als Jackie 'Superficial Girl' inleidt: "Ik heb ineens een sugardaddy. Niet gezocht, wel gevonden. Nu vroeg ik me af: is dat wel zo feministisch van mij?" Op de term sugardaddy slaat het publiek aan – want Roxy Dekker. Op de vraag wie er allemaal een sugardaddy heeft gaan handen omhoog; evenals de stemming.

En toch, ondanks de goede hooks en prima publieksinteractie, komt het helaas niet echt los. Hoofdknikkend en beetje ritmisch door de knieën is het maximale. Terwijl een prima moshpit echt mogelijk is.

Het hindert de band geenszins. Ook al weerhoudt een onzichtbare pier hun golven van energie om te laten slaan op het publiek, de meer dan goede stem van Jackie draagt de goede nummers over de prima riffs en ritmes. Ze maken waar wat ze op Spotify laten horen, met een live act die een ruimere zaal verdient. Maar ook dat is weer Popronde-charme.

Een goede graadmeter voor hun kwaliteit als liveband: ze slopen per nummer die onzichtbare golfbreker, een basaltblok per drumslag. Bij het laatste nummer wordt vooraan gedanst en zelfs aan de andere kant van de bar, helemaal bij de ingang, gaan de mensen los. Het applaus wat dan volgt is groots en verdiend. Aldus de Facts van Jackie. (MH)

Politie Warnsveld

Lokaliteit de Apotheek puilt volledig uit haar voegen bij aanvang van Politie Warnsveld. Van het toilet tot de stoep maakt iedereen zich op voor een feestje, daar staat deze band immers bekend om. Als Politie Leiden dit zou zien zou het onmiddellijk afgeblazen worden. Gelukkig komt het niet zo ver.

Politie Warnsveld trapt af met een klucht van twee jaar geleden over de VVD, die dankzij de tomeloze inzet van die partij niet aan relevantie inboet. Je zou zelfs kunnen zeggen dat deze protestsong anno nu veel te braaf is, gezien de openlijke fascisme-flirts door Yesilgöz. Geen nood: aan braafheid doen we verder niet bij dit optreden. De zanger pompt iedereen op als een ware hypeman en weet een sfeer te creëren die zowel de fans van plat vermaak als ironie uitnodigt. Ska en punk flirtten van oudsher vaker met politiek commentaar, maar weinig acts slagen erin dat overtuigend te brengen zonder te compenseren op het party-gehalte. Politie Warnsveld mag zeggen dat ze dat wel flikken.

We gaan hier allemaal naar de klote, maar dat betekent dus zeker niet dat we daar geen plezier in mogen hebben. Het is die typische Doe Maar-sfeer van, maar nu zeggen we het met De Dijk, dansen op de vulkaan. Dus dat biertje dat je heelhuids naar je vrienden dacht te brengen? Laat maar vallen, want het komt er toch van en het geeft niet. (MA)

Rockpool Dramas

Chirurgische dramaturgie

Rockpool Dramas doen het vandaag met een man minder, maar de Dorus wordt nog steeds gevuld met een geluid waarbij de drie aanwezigen (gitaar, bas, drums) hun pedalen uitputten. De formatie is deels internationaal, maar de zanger heeft de droge Amsterdamse bek zich helemaal eigen gemaakt. Met powerpop als vertrekpunt maken we uitstapjes naar binnensmondse zang tijdens hun grote hit 'Metaphor', tot nog stillere snarenpellers. Het is af en toe wat shoegazey, maar de frontman heeft dan ook hele kekke pata's. Hij drijft op de gestage krachten van de bassist en drummer, die voortstuwen zonder hun hoofd boven het metaforische maaiveld uit te steken. 

Het midden van de set heeft een akoestische adempauze met een lied met ongedwongen twang dat zich niets aantrekt van het geroezemoes in de zaal, en drumsticks worden verruilt voor een borstelversie. De zanger gaat het publiek in terwijl een fotograaf haastig de draad van z'n instrument ontwart. De fysieke speelruimte en de speling in de nummers worden optimaal benut, van ouderwets rockende tot schokkerige en surfy wentelingen. 'party julie' is een prachtig afsluiter, vol muzikale citaten die tot een chirurgische dramaturgie samensmelten. Een iconoclastische beschrijving voor een iconoclastische band. (BK)

Helen Jewett

Post-punkprostituée

Helen Jewett? Is dat een singer-songwriter – maar dat past toch helemaal niet in rockcafé Lazaru’s? Nee, het is dan ook een post-punkband met een scheutjes punk, shoegaze en new wave. Ze hebben zich vernoemd naar een bruut vermoorde New Yorkse prostituée uit de negentiende eeuw. De drie muzikanten zijn studenten uit ArtEZ in Zwolle met deels Drentse roots. 

Veel nummers die ze spelen, komen van het begin 2025 gereleasde album ‘Astrolabium’, maar ze spelen op hun vaste Poprondeset ook de onuitgegeven nummers ‘Incendies’, ‘Needle Peedle’ en ‘Burn it Down’. 

Na een postpunkbegin gaat het speeltempo omhoog, met het in punktempo gespeelde ‘Truth Is Mine’. Het heeft een lekker lo-fi, dromerige leadzang van de bassist. Bij het derde nummer, ‘Dogma’, denk je door het constant herhalende baslijn dat het ‘Otherside’ van de Red Hot Chili Peppers wordt. Gitaar en bas gaan eroverheen, waar de rauwe, cobainiaanse zang de energie levert. De gitarist en de bassist wisselen elkaar af in de leadzang; de stuwende drums drijven hun nummers voort. Dit smaakt naar meer. (RvN)

Sam Vano

Coming-of-age in een notendop

In het bijna huiskamerachtige De Wakende Haan in de Vrouwensteeg betreedt de band van singer-songwriter Sam Vano, gekleed in een t-shirt met z'n OV-kaart erop afgebeeld, het lage podium. Voor hen staat een gemengd publiek van jong en oud, wachtend op de eerste noot. Een aantal van hen heeft al een voorproefje gekregen tijdens de soundcheck van de band, maar toch is rond 21:45 het moment daar voor de muziek.  

'Loved You Yesterday' dondert door de kleine zaal heen. Deze staat bijna volledig vol, en ook vanaf de bar staat er genoeg publiek naar de band te kijken. De drummer geniet er al direct van; hij schudt z'n hoofd ritmisch mee op de muziek. Het geluid is lekker hard en ruig. Hierna volgt het tweede nummer van de set, 'Burnaby Heights'. Sam wisselt zijn Gibson SG in voor een Epiphone Casino, en de band knalt weer los. 

Sam zijn stem is vrij zacht, maar wel verstaanbaar. Hier en daar heeft het wat weg van die van Bob Dylan, specifiek zijn stem uit de '70's. Toevallig vertelt hij later ​​​​​​dat hij hem zelf ook live heeft gezien. Dan komt het derde nummer, 'Hannah'. Sam vraagt; 'Zijn er Hannahs in de zaal? Ben namelijk al jaren naar haar op zoek.' Iemand roept dat er een Hannah aanwezig is, waarop hij antwoord: ''Leuk dat je er bent! Deze is voor jou.'' Het nummer opent rustiger, maar wordt later ietsjes eclectisch. De bassist zingt daarnaast backing vocals. ''Volgens mij is dit onze eerste keer in Leiden,'' zegt Sam na afloop van het lied, ''en volgens mij is het heel geslaagd. Er zijn mensen, er is Guinness, wat wil je nog meer?'' Bijna alle nummers die gespeeld worden staan op het meest recente album van Sam, 'Selfhelpmehelpmyself'

Assepoester
Na 'Hannah' volgt nog een aantal nummers, waaronder 'Hero', 'Luther King Park' en 'Cinderella', een nummer dat geïnspireerd is op een voorval met zijn broer. Sam werd vorige zomer helaas gedumpt, en toen zei zijn jongere broer tegen hem dat hij dacht dat hij zijn Assepoester had gevonden. Het kwartje viel pas later, vertelt Sam verder, omdat zijn broer vorig jaar in dezelfde situatie zat. Het heeft bijna een bluesy geluid dankzij de snauwende gitaarpartijen. Vanwege de kleine ruimte vibreer je haast mee met de muziek. Het publiek gaat ondertussen tijdens ieder nummer lekker los: waar de een headbangt, danst de ander mee.  

Als 'Cinderella' afgelopen is gaat de band direct over tot het volgende nummer 'Rabbit Run'. Tijdens de solo draait de lead-gitarist letterlijk alle richtingen in. Jammer is dat door Sam z'n zachte stem niet altijd de teksten kan verstaanbaar zijn omdat de band zo luid speelt.  

Er volgen nog drie nummers: 'Bus', de titeltrack van zijn meest recente album en een cover, 'If Not For You'. Al met al kun je stellen dat Sam zijn muziek en sound op het podium perfect is voor een coming-of-age-film.  (DV)

BERTHAJU

Luistert en beeft, patriarchen

BERTHAJU: de bandnaam herinnert aan de legendarische judoclub Kenamju, maar is simpelweg een afkorting van frontvrouw Bertha Jürges. Wat meteen opvalt is dat de leden zich niets aantrekken van de bandetiquette en merchs-shirts van hun eigen band dragen – iets logisch dat zelden gebeurt. Ze laten voor extra publieksparticipatie de UJU CAM rondgaan. Dat is een Kodakje waarmee toeschouwers zich kunnen vastleggen en waarvan de resultaten later op de socials gedeeld worden.

De vier maken energieke bubblegumindiepoppunkrock op een beat van drums en backing track. Hun nummers worden opgetild door regelmatige uitbarstingen van Zoë’s gitaar, met solo’s als in classic rock, en die van Senna’s drum. Bertha’s stem klinkt licht distorted, met het ademloze en het timbre van Garbage’s Shirley Manson.

De muziek van deze “female gaze”-band klinkt vrolijk, maar de onderwerpen zijn dat niet. Ze zingen over transactioneel seksisme (“Show me your tits so we can work it out, if you know what I mean"), alleen dienen als lustobject voor gore mannen, seks willen en gewild willen zijn, "taking aim" op het patriarchaat (het schot uitgebeeld met mic en draad). Het blijft een feministisch debat: mogen vrouwen aantrekken wat ze willen, of is dat mogelijk behaagzuchtig richting het patriarchaat? Frontvrouw Bertha doet lekker wat ze wil.

Bij ‘Like Her’ voeren gitarist Zoë, bassist Hugo (met panterprintstrap) en Bertha een synchroon dansje op. ’t Praethuys is dan allang veranderd in een golvend geheel. Wil je ook meedansen? Op 21 februari 2026 staan ze weer in Leiden, dan in Resistor met Røyking en Subotsky. (RvN)

LOE.

LOE. maakt los

Een lange traditie van zoekende chaos

"Ik ben Loe en ik maak liedjes over de chaos in je hoofd, want ik heb een chaos hoofd." Als je dan verwacht dat je een bak onversneden eclectische avant-gardistische hardcore voor je kiezen krijgt, heb je het mis.

Het voelt alsof LOE.'s liedjes geboren zijn als spoken word, in het dagboek van een jongvolwassenen vol vragen. Dit klinkt lieflijk, maar nergens wordt die optreden klein of feeëriek. Zoals bij plonki is elke noot bij LOE. bedoeld en niet zomaar een herhalende riff. Elk nummer klinkt alsof het mooie spoken word als basis heeft, maar dan gearrangeerd voor en gespeeld door een vierpersoonsband, met een imposante keyboardsectie en een nadrukkelijke rol voor de gitaar. Zelfs hairrock-achtige pandemonie wordt door de band niet geschuwd. 

LOE. deelt op hoofdlijnen nog meer met plonki: kabbelende nummers ontaarden hier en daar in forse stroomversnellingen, zelfs watervallen. Zowel zang als muziek wordt woest, maar houdt koers met de stem van LOE. als baken.

Je kunt niet anders dan ingenomen worden door de oprechte blijdschap waarmee LOE. op het podium staat. Er ligt geen filter op, waardoor het gevoel ontstaat alsof ze met ieder van ons persoonlijk haar eigen ontboezemingen deelt. Daar werkt ook haar heel goede stem in mee: een getrainde stem die niet vervalt in pretentieuze toonladderloopjes of uithalen. LOE. gebruikt hem enkel en alleen om het gevoel achter de woorden zo duidelijk mogelijk onze harten en onderbuik in te zingen. In die zin staat LOE. in de traditie die gaat van Ramses Shaffy, Jenny Arean, via Frederiq Spigt, langs Ellen Ten Damme en nu hier voor ons. Maar zonder als een van hen te klinken.

Wat vooral bijblijft: hoeveel beter we LOE. live vinden dan op Spotify. Als je ons niet gelooft, vraag het dan de mensen in de zaal die hier stuk voor stuk uit haar hand eten. (MH)

Thor Kissing

Maf en bekaf

Thor Kissing heeft een kazoo en daarmee weet je al meteen hoe kazig deze act gaat zijn. Dat je er een boterham mee kan verdienen is te zien aan de crowd in de Wibar, die makkelijke fragmenten van de nummers meedoet. Roepzang, onzinnige onderwerpen (een vent die verdrinkt in het concertpubliek, als voorbeeld) en een intermezzo met reclames die gespliced zijn als een Youtube Poop voelen af en toe meer als standup dan muzikaal optreden.

Maar waar andere acts dit soort koddigheid als dekking gebruiken voor gebrek aan talent, werkt het bij Thor Kissing wel allemaal. Een gabber remix die mensen doe hakken als de 90's nooit zijn vervologen, het punkerig hypen van de Hamsterweken en het lallerige 'amsterdamsterdamsterdamsterdam' van zijn nog maffere alter ego Thor R.F. Kissing zijn komedisch goud en dansbaar op de klap toe. De frontvrouwe van de volgende band Wabi Sabi danst wild mee met alle nummers.

We gaan stuk voor stuk de tracks van inmiddels uitgekomen EP 'Abracadabra' af. Na het optreden van REINDIER eerder op de avond is het nummer 'Terminaal' (met bijdrage van Drroomgordijnen) een hilarisch contrast. Een melige memento mori op marsmuziek, die niet uit je oor te wurmen valt. Alles uiteraard verbazingwekkend dansbaar. Maf, maar maakt je wel bekaf. (BK)

Spijbelaar

Fellatio

Geile Feverdream

Fellatio bij Biercafé Lemmy’s

Een hectische remix van het welbekende maandelijkse luchtalarm klinkt door Lemmy’s als Fellatio het ‘fun sized’ podium betreedt. Al voordat de band begint zit de bar ramvol. Velen komen net van Politie Warnsveld vandaan en het zweet staat hen nog op het voorhoofd. Helaas of gelukkig voor hen wordt het nog veel warmer en natter op deze avond.

Het publiek wordt belaagd met aanstekelijke synthesizers en manische drumbeats, waardoor je wel geforceerd wordt te bewegen. Ondanks de ‘knusse’ ruimte in het biercafé is er nog ruimte voor gedans in het publiek, een bescheiden stagedive en zelfs een mini-moshpit.

Alhoewel deze band niet helemaal te categoriseren is, heeft het drietal zeker wat post-punkerigs en dan vooral op de manier van Smudged, Warmduscher en Viagra boys. Lekker vies, chaotische energie en uiteenlopende nummers die maar eeuwig lijken te escaleren. Vooral bij ‘Gründunken’ lijkt er geen eind aan te komen. Allicht zijn deze jongens ook fan van ‘Research Chemicals’. Het zou veel verklaren.

Zanger Abel van der Heiden lijkt de gehele set last te hebben van Vietnam-flashbacks en kijkt emotieloos over het publiek uit. Af en toe klampt hij zich vast aan het plafond om zich daarna te herpakken en al schreeuwend met dansmoves à la Ian Curtis het publiek in te lopen. Ondertussen dansen drummer Fonz Gofers en bassist Pepijn Kolsteren er flink op los achter hun instrumenten. Nee, het is geen verrassing waarom deze band al zo’n dikke live-reputatie heeft.

In deze barre tijden is Fellatio het chaotische feestje van absurditeit dat iedereen in zijn leven nodig heeft. Kapitein Abel en zijn crew met matrozen hoedjes leiden jou en iedereen in het publiek succesvol naar een bovengemiddelde climax. (RK)

MAZOO

Wederkerend tekeer

MAZOO heeft een mick drop gedaan sinds ik hem heb gezien als voorprogramma van Prins S. & De Geit vorig jaar, en hoewel de Dorus een kleinere stage is dan de Nobel geeft hem evenveel of zo mogelijk nog meer energie als toen. Hij is inmiddels verder op het pad van DJ naar volwaardige band, en dat valt ook te zien aan de guitigheid die is vervangen door wat strakker showmanship. Elk nummer heeft nog wel een traceerbare invloed van een EDM-subgenre, van de techno technieken bij 'Feel The Pain' tot de euforische inslag van 'Let It Go' die voor de tweede keer deze avond een nineties nostalgie losmaakt. 

Zijn album 'Terapia' kwam vorige maand, met een rits indrukwekkend collabs en boodschap dat je veel van je af kan dansen, voor dit leeglopen is vandaag een volle bak aanwezig. De syllabus aan subgenres wordt aangevuld met 'Ego' dat een beetje emo klinkt, en maar dat stuiterig genoeg is om m'n tragisch lijdende schoenzool in tweeën te breken. MAZOO zelf is de magneet voor de aandacht, maar bas en gitaar doen ook trouwe dienst. Beteuterd over het geringe betrekken kunen we echter niet zijn tijdens zo'n extatische set. (BK)

The Pekkers

The Smile

Zoals je een writer's writer als Thomas Pynchon en een comedian's comedian als Sean Lock hebt, zijn er ook musician's musicians. De vijf van The Pekkers zijn dat duidelijk, want wie goed oplet, ziet leden van minstens vier Leidse bands in het publiek staan. “ELO maar modern, prettig gestoord”, was mijn eerste indruk vanuit uitgebrachte muziek, maar eerste indrukken kunnen misleidend zijn. Ze maken namelijk live eerder luchtige psychedelische americanarock, met piano en een glimlach gespeeld. Waar je op de plaat invloeden van bijvoorbeeld The Band en vooral The Beatles duidelijk hoort (‘Do As I Please’!), is het live meer een rocky/ bluesy/ country ‘70s geheel, alleen het Hammondorgel ontbreekt.

The Pekkers is een superband, een Baba Pan & the Bim Bam Band onder de americana. Er staan de gitarist van Zuster Zonnebloem (Timo Verlaan) en de ex-drummer daarvan (Lars Douma), plus de frontman van The Dukes of Harlem achter de toetsen: Pedro Croes. De twee voor mij onbekenden zijn leadzanger Liam Pek, met zijn lange blond haar en sikje een in het wit geklede Jezusfiguur, en bassist Jelle Weber. Je ziet duidelijk dat ook dit ervaren muzikanten zijn, en dat klopt: Liam blijkt in 2023 al met de Popronde te hebben meegedaan, en is net als Jelle conservatoriumgeschoold.

Apotheken zijn altijd helverlicht, maar Lokaliteit De Apotheek is juist duister, lang en smal en daardoor overvol. Sfeervol is het wel, en het speelplezier van de band slaat over op de toeschouwers. Polderamericana, het kan, het mag en het is fijn. (RvN)

Crybabies

Crybabies @ Popronde Tilburg

Crybabies my ass

Volwassen band die je maag in een knoop draait zonder een traan te laten

Na de eerste intense nummers, die ergens tussen The Smashing Pumpkins en The Cranberries liggen, wordt het ons iets te intens om het hart. Gelukkig weet leadvocalist Max dat ook, want het is hier dat die met vriendelijke stem, waar we toch een glimlach in horen, vraagt of er nog bootie-shakers in de zaal zijn. Nou, daarin wordt die teleurgesteld: exact nul. De Nobel heeft tijdens de Popronde een schuwer publiek dan de kleine, stampvolle cafés. 

"Jammer, want juist nu kunnen jullie lekker los", stelt die. Het blijkt een interpretatiedingetje. Zeker, er klinkt een fijne dikke baslijn van de bassiste (hele mooie vijfsnarige basgitaar met de dikste snaren ooit), maar denk niet dat de funk nu over ons wordt uitgestrooid. Strak ritme van de ene gitaar en soundscapes van de andere gitaar liggen op een bedje van bas en drum die eerder aan vroege Sisters of Mercy doen denken dan aan Parliament. Dat maakt het niet minder goed. De intensiteit die Crybabies weet te bereiken, de manier waarop hun muziek je maag in een knoop kan draaien: het duidt op groot talent.

Bij de laatste twee nummers komen wij, de band en de muziek, dan toch los. De band heeft er heel duidelijk schik in: de pret is oprecht, niets is geveinsd. 'Fake ID' wordt ingezet met veel verve, de lach stevig op het gezicht van de bandleden terwijl ze de zaal voorgaande rondspringen. De zaal volgt gedwee. Leiden wordt aan het eind hartelijk bedankt. Het gevoel is wederzijds. (MH)

Karnabahar

Multiculturele Metal Sensatie

Karnabahar in Lazaru's

In Lazaru's eindigt de avond met het Utrechtse Karnabahar. Met leden uit Nederland, Argentinië, Turkije en het Verenigd Koninkrijk brengen zij een onverwachte, maar goede mix tussen screamo en folk.

De set van dit viertal bestaat uit afwisselingen tussen snoeiharde beukmomenten, waar flink bij geheadbangd wordt, en dromerige gitaarpartijen, waarbij je even weg lijkt te zweven. Al snel wordt dit ruw verstoord door de volgende lading heftige gitaarpartijen, die heel Lazaru's in zijn voegen laat schudden. Ja, die hardcore punk-invloeden zijn zeker aanwezig en dat hoor je perfect in ‘Çıkmaz’. Het is dus ook niet heel vreemd dat ze hun setlist er door een klein half uur heen rammen.

De echte eyecatcher van Karnabahar is de drummer en dat komt niet alleen door zijn knalgele shirt, maar vooral door zijn veelzijdigheid. Hij is in staat om zowel blastbeats als komba beats in een nummer te stoppen en het niet misplaatst te laten voelen. Naast headbangen is er dus ook de mogelijkheid om te dansen bij deze band.

Het toffe aan Karnabahar is dat zij zich niet laten limiteren door maar één taal te gebruiken. Zo zijn hun teksten en titels naast in het Engels ook in het Nederlands, Turks en Spaans. Dit komt vooral naar boven wanneer hun zanger soms overschakelt naar spoken word.

Met het geschreeuw van de zanger brengt hij een gevoel van melancholie naar boven, een beetje het type waar de gemiddelde gast bij Lazaru's, die gewoon een biertje wil doen, niet bepaald op zit te wachten. Je zou zomaar verwachten dat een rockcafé meer waardering zou tonen voor deze krankzinnig goeie vocals en retestrakke band, maar afijn. (RK)

Wabi Sabi

Manie en mono no aware

Wabi Sabi in de Wibar is een onverwachte afsluiter van de avond, met ook een onverwacht eind aan de set. De bandnaam is afgeleid van de Japanse term voor het accepteren van de schoonheidsfoutjes in de wereld, dus morren mag niet. We zien drums, gitaar, bas en genoeg synth om een kinderfeest te vieren, maar ook podiumdecor met paddestoelen en webben die samen met de glas-in-lood decoratie van het gebouw tot gothisch Halloweenfeest weven. De zangeres gaat gehuld in een grootmoeder's nachtjapon, de muziekstijl is modern en throwback tegelijk. Tame Impala, maar dan ongetemd, maar ook de vergelijking met lokale heldin Daisy Bellis gaan op tijdens de dromerige soundscapes. 

Een track over vastzitten en door blokkades breken heeft natuurlijk een opbouw die dit gevoel vertolkt, die een manie in een aantal van de toeschouwers teweeg brengt. Ik zie robots en rondspringers tussen de dansers, maar het wordt nog spaceyer en spicier als de zangeres zo enthousiast haar gitaar erbij pakt dat ze bijna achterover kukelt, gevolgd door een kosmische klankspel die daadwerkelijk de zwaartekracht lijkt te reduceren. Dan crashen we ter aarde wanneer de versterker van de zangeres de geest geeft, een moment van mono no aware om de geplande slijtage van de electronica van tegenwoordig. Het weerhoudt de formatie er niet van nog een schrille en spookachtige finale op poten te zetten. De gothische vibe wordt gemaximaliseerd en het voelt als elk moment het fantoom van de opera het podium op kan duiken. Men modeleert nog even de nieuwe merch en dan is het basta. (BK)

KAGAMI

KAGAMI in De Veste

Discopop-synth-hypnose

Cosmic! Nergens deze Popronde stond een band op een meer geschikte locatie dan deze bij Bierlokaal De Veste. De oprechte kitsch van de discolampen zijn de perfecte omlijsting van de muziek van KAGAMI: discopop-stromen uit de jaren tachtig en van over de hele wereld worden samengevoegd in een sound. Veel synth, heel veel synth. Zelfs de stem loopt via de synth. Niet gek, want andere instrumenten neemt dit duo niet mee. Denk Italopop, met wat diepere bas, met vroege WHAM! als George Michael via de synth had gezongen. Oh, en meng daar nog wat Atari-geluiden door.

Hoewel we zeker de kwaliteit in het genre zien, lijkt soms de inwisselbaarheid van de nummers minder een kracht dan een zwakte; uiteindelijk hoor je het verschil niet meer. Als een upbeat Jean Michel Jarre's 'Chariots of Fire' dat eindeloos duurt. En toch... en toch schuilt daar dan toch weer de kracht. Het lijkt zo makkelijk, maar als je beter gaat luisteren is het niet volledig inwisselbaar en hoor je de vele lagen. Juist het anonieme maakt het goed, omdat je deze muziek kunt consumeren als een kauwgompje of als fine dining fusion cooking.

En als er dan een haakje komt, reageert het publiek uitbundig. Die zijn kennelijk meer onder de invloed van de bas-en-synth-hypnose dan deze razende reporter. Hier wreekt zich de journalistieke afstand en de vele bandjes die we al gezien hebben. Je moet wel een beetje opgaan hierin om het goed te waarderen. We besluiten de volgende kans die we krijgen om deze band met een volle show te zien van ganser harte te pakken. Zonder schrijfblok dan. (MH)