Het Voorhoutse Katzwijm kent vele vormen: een opnamestudio, een platenmaatschappij, een microbrouwerij. Ook concertorganisator is er één, zoals deze in Resistor.
Lichterlaaiend voorbeeld
Als we Resistor binnenkomen, blijkt dat deze muzikanten in de zaal staan en zitten. Plan Kruutntoone is met zijn zevenen, dus vullen ze daar de helft van het oppervlak. Het publiek schaart zich in een driekwart cirkel rondom de band, zoals bij straattheater. Als soundtrack horen we voor het optreden het gekras van kraaien, een zangeres en een neuriënde man op de achtergrond.
Plan Kruutntoone speelt werk van het net uitgekomen dubbelalbum ‘Niet Alles Wat Afwijkt Is Weerloos’, getiteld naar Lucebert. De zeven brengen daarmee poëzie van (en over) de Zuid-Afrikaanse dichteres Ingrid Jonker en proza van Marinus van der Lubbe.
Wie dat zijn? Bandleider Hansko Visser introduceert hen zo: “Ingrid gaf haar pogingen op om de wereld beter te maken en liep op een kwade dag de zee in”. De Leidse communist Martinus van der Lubbe stak na de machtsovername van de Nazi’s de Rijksdag in Berlijn in brand. Zij gebruiken dat als excuus om de burgerrechten op te schorten. Voor Hansko is hij een “Lichterlaaiend voorbeeld. Hij zag dat niet goed ging, vond dat hij daad bij woord moest voegen. Ik wil niet zeggen dat we iets in fik moeten steken, maar wel dat we, gezien de situatie in de wereld, niet moeten zwijgen en op elkaar blijven letten.”
De ode aan Van der Lubbe past bij dit pand – hij staat op een enorme muurschildering op de eerste verdieping. Martinus werkte namelijk op deze plek toen er nog de conservenfabriek van Tieleman & Dros stond. Ook een andere Leidenaar krijgt een shout-out: drummer Rick Potma blijkt hier ook vandaan te komen.
Kiezen en beslissen
Plan Kruutntoone kun je vanavond samenvatten als poëzie op free jazz, met bijzondere ritmes en rijk aan improvisatie. Het optreden begint met het voorlezen van gedichten onder minimalistische begeleiding, afgewisseld met instrumentale geluidsexplosie en geroepen dichtkunst: "De conducteur een grote leugenaar / Alle psychiaters van het land: go fuck yourself".
Een nummer als ‘Volkslied van een Verlopen Natie’ klinkt dadaïstisch, alsof iedereen maar wat soleert, maar het totaaleffect is berekend. Er wordt door een megafoon geroepen als zang, een gitarist valt in. Flikkerend licht en een opname van Romamuziek aan het slot maken het af. ‘Voor Ingrid Jonker’ met een rafelige punkjazzachtig refrein en een opzwepende rockbaslijn, wijst al vooruit naar Grote Geelstaart. Ook hier zijn de beelden mooi: “Een horizon voor mieren in een druppel".
Dichter Dorpsoudste de Jong leest met zachte stem voor uit een reisdagboek dat Van der Lubbe in 1931 bijhield: "Maar soms denk je over iets wat dieper na. Je voelt dat je moet kiezen - en beslissen." De voorlezer wordt begeleid door een jazzy bas en een drum met brushes. Een saxofoon en achtergrondzang vallen later ook in.
Weer erbij was, heeft iets bijzonders beleefd - een performance, waar heel veel tegelijk gebeurt, in plaats van een optreden. Een stukje Peel Slowly And See aan het einde van de lente. Zoals de band zich afvraagt: "En als ik nergens thuishoor, waarom zou dat dan niet hier zijn?"