Onderkaak op de vloer
Voor nu trappen The Pine Hill Haints af met een mix tussen rockabilly en folk. Lekker als dat is, nu al drie korte nummers lang, kijken we nog steeds met verbazing naar wat hier als bas opereert: een aluminium teil met uit het midden een stuk henneptouw dat boven weer vast zit aan, tja, het is echt een bezemsteel! Ian Blackburn speelt deze washtub bass zonder hoorbaar verschil met een reguliere staande bas. Als we onze onderkaak weer van de grond hebben, zien we op links Kat Barrier het wasbord bespelen. Dat er een drummer is, zal u niet verbazen, wel dat hij enkel speelt op een snare drum. En dan ook nog eens alleen met kwastjes!? Dat er een accordeonist op het podium staat, is daarbij vergeleken bijna standaard.
Jamie, de leadzanger, haalt uit en brengt ons weer terug in de muziek. Zijn gitaar hangt lekker laag, terwijl het zweet van zijn hoofd gutst, druipend in zijn zwart velours gilet; de temperatuur in de zaal is snel gestegen. Zanger Jamie laat zijn stem lekker huilen in de maalstroom van korte nummers. Ook beschikt over met genoeg rasp in de keel om het ruig te maken. Voeg daar nog zijn oorspronkelijke, licht nasale redneck twang aan toe en je weet dat we hier genieten van Appalachia-muziek; de regio die door het Oosten van de Verenigde Staten kruist, gemarkeerd door de pieken en dalen van de schitterende Appalachen. Dat gebergte begint in Canada en eindigt in Alabama, waar The Pine Hill Haints ook vandaan komen. Maar vraag het de band en ze zullen je vertellen dat ze “Alabama ghost country” spelen.
Ergens in de groene bergen
De boem boem boem van de bas doet denken aan de hoempa hoempa hoempa van een bombardon, zoals je die in de dorpsfanfares diep in Limburg en Duitse dorpjes nog kunt horen. De opzet, met de wasteil-bas, de simpele snars drum… Als we onze ogen toeknijpen, zien we ze zo staan tussen de balen hooi op het lentefeest van een boerengemeenschap in 1834, ergens in de groene bergen. Net als deze bijzondere set up begint te wennen, pakt Kat een zingende zaag met een aplomb alsof ze de afwas aan het doen is: alledaags. Aan haar voeten ligt een vooralsnog nog een mandoline. Voorafgaand aan deze avond hadden we niet op voorhand gezegd dat een zingende zaag heel goed samen gaat met een fiddle zoals nu met die van zanger Jamie… maar nu is het volstrekt vanzelfsprekend. De band zet een true classic Northern Alabama Cowboy song in die heerlijk vol zit met “yippee kajay”’s en “hee haa”’s zonder dat dit ergens een pastiche wordt. Ironie voelen we niet, enthousiasme des te meer.
Ghost songs
Heel soms laten the Pine Hill Haints zich verleiden tot een klassieke ‘traan in mijn Rye Whisky, ik houd nog steeds van je’ country knaller. Dat zijn uitzonderingen. Gelukkig, want de bluegrass traditionals songs zijn zoveel beter, opzwepender, zeker ook waar ze aan rockabilly raken. Maar het beste komt het samen in hun eigen zogenaamde ghost songs, zoals wanneer Jamie ons uitlegt dat zijn “bones are never gonna walk with Jesus”. Hiermee komen we op ons enige kritiekpuntje. We hadden graag meer van de langere, goede eigen nummers van de band gehoord. Dat de band, die op een schoenveterbudget al drie weken door Europa tourt, niet de muzikanten mee kan brengen (trompettist, mondharmonica-speler, etc.) die we op hun albums wel horen, verklaart wellicht het een en ander. Toch, de nummers zouden naar onze mening ook in een sobere setting overeind blijven.
Onze kritiek wordt niet gedeeld en/of drukt de pret in het geheel niet. De band kan op veel waardering rekenen in de zaal, die de temperatuur en de luchtvochtigheid van buiten inmiddels het nakijken geeft. Wij hebben inmiddels ook een klam shirt en joelen onze objectief journalistieke keel schoor. De temperatuur en de vochtigheid doen vermoeden dat The Pine Hill Haints met de zingende zaag en hun ghost songs een portal geopend hebben. Genieten we nu ook live van het weer in Alabama? Daarvoor is zeker magie nodig en, afgaand op het publiek, is de magie van The Pine Hill Haints boven alle twijfel verheven. Dat bewijzen de vele afgesmeekte en gegeven toegiften wel.