De trein is overbeladen met fietsen van enthousiastelingen die allemaal op pad zijn om te genieten van een dag vol muziek, verhalen, kunst en theater. Festival Terug naar het Begin trekt dit jaar weer zo’n tweeduizend bezoekers, die op ontdekkingstocht gaan langs allerlei creatieve uitspattingen. Dwars door weidse weilanden, langs wollige schapen en pittoreske dorpen, geleid door de torens van de vele eeuwenoude kerken. Onze krakkemikkige stadsfietsen steken schril af tegen de degelijke elektrische fietsen van de gemiddelde bezoeker. "Waar gaan jullie naartoe?" wordt aan alle kanten nieuwsgierig gevraagd. "Wij beginnen in Loppersum", zeg ik. "Bij Néomí!"

Néomí

Even later zitten we dan ook in de Petrus en Pauluskerk in Loppersum, waar Néomí ons dromerige, akoestische harmonieën voorschotelt. Met haar intieme folk-pop muziek transformeert ze de harde, houten kerkbanken tijdelijk in een zacht kussen waarin we achterover kunnen leunen. Tegelijkertijd klinkt er te allen tijde een rauw randje van sentiment en pijn door haar muziek heen, waardoor het op sommige momenten meer voelt alsof we in dit kussen verdrinken.

De muziek van Néomí is simpel, zowel muzikaal als vocaal. De begeleiding bestaat uit simpele gitaarakkoorden en ook de zang wordt niet te veel versierd met technische tierelantijnen. Aan de ene kant schuilt er in die eenvoud veel kracht: het is makkelijk om je mee te laten voeren in de gedachtespinsels over het leven en het mens-zijn. Dit brengt kippenvel op onze armen en tranen in onze ogen. "Prachtig!" roept een vrouw, vooraan in het publiek. Toch zijn de reacties gemengd. "We sudderen weg", klinkt het achter me. Naarmate het optreden vordert blijkt de muziek voor sommigen té simpel te zijn. Het is veel van hetzelfde en dit gebrek aan afwisseling zorgt ervoor dat het lastig is om voortdurend onze aandacht erbij te houden.

VanWyck

Onze tweede stop is bij de Mariakerk in Krewerd, waar de Amsterdamse VanWyck samen met muzikant Reyer Zwart in verschillende karakters stapt. Zelfverzekerd vertelt ze ons een muzikaal verhaal over een blinde zeewierverkoopster, een brenger van rampspoed, en een man die richting de afgrond rijdt. Het draait allemaal om de zoektocht naar de verlossing. Hierbij varieert ze tussen zacht en warm, en donker en koud. De teksten zijn sterk, soms troostrijk, soms sensueel en soms verhalend. Maar het geluid klinkt niet altijd even strak en zuiver, en veel van de karakters hebben hetzelfde geluid. Toch eindigt ze sterk met het laatste nummer, haar eigen antwoord op de vraag of we de verlossing bereikt hebben: "Maybe, maybe not."

Nina de la Parra en Sanne Landvreugd

De echte verlossing blijkt te vinden te zijn in de Johanneskerk in Losdorp. Of in elk geval, de ultieme schreeuw om verlossing. We zijn neergestreken op de kerkbanken, tussen een handjevol studenten in. Dat is verrassend, aangezien het publiek tot noch toe bijna geheel uit vijftigplussers bestond. De zaal is al snel helemaal volgestroomd en kijkt gebiologeerd naar het samenspel tussen Cabaretière Nina de la Parra en saxofoniste Sanne Landvreugd.

We schrikken gelijk wakker door de swingende tonen van de saxofoon en een rappende Nina, ondersteund door een harde elektronische beat. Er wordt gegild en gedanst, de energie spat van het stel af. Maar vooral de onverschrokken, explosieve woorden die door de kerk heen klinken grijpen ons bij de keel. Noodgedwongen worden we meegesleurd in de gruwelijke horrorscenario’s van het vrouw-zijn, die nooit eerder zo eerlijk en snijdend een ruimte in geslingerd werden. Ook klinkt er een schreeuw om verandering: bijvoorbeeld door het woord ‘kut’ een positieve betekenis te geven. Het zet aan tot hilariteit, ongemakkelijkheid, gejuich en tegelijkertijd het verlangen om in een hoekje weg te kruipen. De muzikale intermezzo’s zijn dan ook een welkome afwisseling en zorgen ervoor dat de ongemakkelijke, harde werkelijkheid een vrolijke bijklank krijgt. Het is een ijzersterk optreden dat ons achterlaat met een ‘kutgevoel’, en de hoop biedt dat er volgend jaar misschien meer stadsfietsen op het festival te vinden zullen zijn.

De Toegift

Onze reis eindigt bij de Sebastiaankerk in Bierum, waar we nog even weg kunnen mijmeren bij de liedjes van De Toegift. De band, vandaag slechts drie man sterk, laat ons meedeinen op hun prachtige poëtische teksten die spreken van melancholie en mijmeringen over het leven. De nummers zijn persoonlijk, maar tegelijkertijd herkenbaar en alledaags. Het sentimentele gevoel dat erin doorschemert wordt versterkt door het geluid van de viool. Het zit allemaal strak in elkaar, en toch is er ook ruimte voor improvisatie door de vernieuwende, intieme samenstelling van het drietal. Het resultaat zijn kwetsbare indie-nummers die doen denken aan de woordenkunst van Spinvis. Ze eindigen met hun gelijknamige nummer De Toegift, en de toepasselijke tekst: "Onderhand is het tijd om naar huis te gaan…"

En dus worden de elektrische fietsen en de krakkemikkige stadsfietsen voor de laatste keer van het slot gehaald. We zijn moe en vervuld door de muziek, de kerken, het fietsen, de koffie en de zon. Onze terugtocht richting de trein voert ons over de zeedijk. Zo worden de zachtjes kabbelende muziek van Néomí en VanWyck, de vloedgolf van Nina de la Parra en Sanne Landvreugd en de op de golven deinende teksten van De Toegift goed afgesloten.