Mijn muzikale reis begint op zondagochtend bij de Petrus en Pauluskerk in Loppersum. Reikhalzend vanaf de massief houten bankjes kijken we naar het engelentafereel dat zich vooraan in de kerk afspeelt: het optreden van Pitou, samen met vocalisten van het Prins Claus Conservatorium. Omarmd door het licht dat via de kerkramen naar binnen dartelt en met alleen een gitaar en een saxofoon als muzikale begeleiding, verspreiden ze een geluid van hoop en verlangen door de menigte. Vooral op de momenten dat Pitou bijgevallen wordt door de vocalisten springt het kippenvel ons op de armen en pink ik hier en daar een traantje weg. De nummers zouden zo in een sprookjesfilm terecht kunnen: als ik mijn ogen sluit, lijkt de houten bank onder me te veranderen in een vliegend tapijt waar ik op wegvlieg, een betere toekomst tegemoet. Het publiek, dat eerder muisstil was, barst aan het einde al snel uit in een denderend applaus. Een staande ovatie is op zijn plaats.
In het noorden van Groningen speelden zich de afgelopen dagen wonderlijke dingen af. In en rondom de eeuwenoude kerkjes die trots op de Groninger wierden staan, werden door middel van kunst, theater, muziek, poëzie en verhalen nieuwe verbindingen gelegd. ‘Tussen jong en oud, bewoners en toeristen, stad en provincie, kunstenaars en omgeving, cultureel erfgoed en nieuwe producties.' Zo staat het op de website van Terug naar het begin, het festival dat hier van vrijdag tot en met zondag plaatsvond.
Pitou en de vocalisten van het Prins Claus Conservatorium
Als we de kerk uitlopen hoor ik verschillende goedkeurende geluiden om me heen. Niet alleen over het eerste optreden, ‘Nou, dat was zeker een goed begin!’, maar ook omdat de geur van verse koffie, gezet door vriendelijke vrijwilligers, ons gelijk tegemoet komt. Nadat we ons hier tegoed aan hebben gedaan, is het tijd om door te gaan naar de volgende locatie. Op de kleine paadjes die ons dwars door het Groningse platteland leiden, dragen ook de kikkers en de vogels vrolijk bij aan een muzikale ervaring.
Setareh Nafisi, Antonis Pratsinakis en Kenzo Kusuda
Maar, hoe mooi de kikkers ook kwaken en de vogels fluiten, het is niet zo mooi als het optreden van pianiste, zangeres en kunstenaar Setareh Nafisi in de Jacobuskerk te Zeerijp. Voor Terug Naar Het Begin is ze een samenwerking aangegaan met cellist Antonis Pratsinakis en de hedendaagse danser en choreograaf Kenzo Kusuda. Deze samenwerking zorgt voor een ontzettend boeiende performance, waarbij we elke seconde op het puntje van onze stoel zitten.
De snijdende stem van Nafisi en de met precisie uitgevoerde bewegingen van Kusuda vertellen samen een verhaal over vallen en opstaan, wanhoop en hoop. De artiesten hadden niet beter in kunnen spelen op de locatie en laten de kerk zelf ook als een ijzersterke speler naar voren komen. Ze vangen het licht dat door de kerkramen naar binnen valt op met spiegels, bewegen door de hele ruimte, en zelfs een verdwaalde, kwetterende vogel die bovenin de kerk rondfladdert lijkt precies op zijn plek te zijn.
De onzichtbare grens die zich tussen artiest en publiek bevindt, wordt doorbroken als Kusuda een vaas met bloemen aanreikt aan een toeschouwer. Nafisi laat ons achter met een gevoel van hoop en saamhorigheid. “We are all the same."
Cora Burggraaf
Die boodschap klinkt nog door in mijn hoofd als ik even later weer op de fiets zit, ditmaal richting Bierum. Eenmaal daar aangekomen sluiten we ons aan bij een groepje mensen die net koptelefoons uitgedeeld krijgen, voor het eerste deel van het muzikale optreden van Cora Burggraaf.
Met de koptelefoon op mijn hoofd wandel ik door de boomgaard Luingahof. Om mij heen doen de andere bezoekers hetzelfde, aangespoord door de stem van Burggraaf die ons door de koptelefoon tegemoet komt. We worden meegenomen in een zoektocht naar de stem van Elsa Diepenbrock, de echtgenote van de componist Alphons Diepenbrock. Het is aangenaam om naar te luisteren, maar ik merk dat mijn aandacht toch af en toe afdwaalt. Als ik languit in het gras lig, is het makkelijk om weg te soezen in de warmte van de zon. Het liveoptreden in de kerk dat daarna volgt, maakt me echter gelijk weer wakker. Cora Burggraaf geeft blijkt van een enorme kracht en vult de hele kerk met haar sopraanstem.
Patrick Hoving
Het is maar goed ook dat we weer wakker geschud zijn, want mijn volgende stop is er een die ik niet had willen missen. Op het Bierumer strand worden we verwelkomd door kunstenaar Patrick Hoving. Een gele regenhoed pronkt op zijn hoofd, en op zijn rug wappert een glinsterende cape trots in de wind. Samen met zijn collectief, Het Kanaal, vertelt hij ons vandaag het verhaal van het landschap waarin we ons bevinden. Dit doet hij door de verhalen van lokale Groningers te combineren met muziek, theater, en de geluiden van de omgeving. Het zorgt voor een fascinerend geheel waarin veel verschillende dingen voorbij komen: kerkklokken en mekkerende schapen, accordeonmuziek, sterk Groningse accenten en gepassioneerde verhalen over kokkels en de discotheek.
De artiesten skateboarden, fietsen, rennen, kanoën, trompetteren en zingen in hun gele outfits en wapperende capes en brengen daarmee de verhalen nog verder tot leven. Het brengt een glimlach op de lippen van de toeschouwers, van wie sommigen hier al voor de tweede keer zijn komen kijken (“we vonden het zo mooi!”). Maar wie denkt dat het alleen maar plezier en spektakel is, heeft het mis: Patrick Hoving wil duidelijk een boodschap overdragen. Hij benadrukt met deze voorstelling de soms verwoestende relatie tussen mens en natuur, met de blik op de talloze windmolens en de grijze energiecentrale even verderop.
Eliën
Na deze ode aan het landschap fietsen we naar het kerkje van Wirdum, waar Eliën ons met haar band opwacht voor het laatste optreden van vandaag. Ondanks dat ik moe ben van alle indrukken, weet ze me diep te raken. Met poëtische teksten probeert ze antwoord te geven op vragen als ‘Hoe lief te hebben?’ en ‘Hoe mens te zijn?’, dingen die ons allemaal wel eens bezighouden.
De muzikale begeleiding bestaat voornamelijk uit elektronische muziek, maar dit doet niet af aan de rauwe emoties die over ons heen spoelen. Het nummer Westwind jaagt een opzwepende, motiverende energie door de ruimte. De groovy beats uit de synthesizers en teksten als “Laat je hart niet krimpen tot een verdroogde rotte druif. Proef die appel nu die vers is, zuig het leven er dan uit”, roepen ons op het leven met beide handen aan te grijpen. Het optreden van Eliën is een compliment aan de Nederlandse taal en aan de elektronische muziek.
Als ik na afloop met één van de bandleden sta te praten, schiet een vrouw haar even aan. “Ik vond het echt ontzettend mooi. De vibratie van gevoel, muziek, jullie met elkaar… alles.” Ze heeft tranen in haar ogen.
Buiten schijnt de avondzon ons tegemoet. Het is tijd voor mij om nu echt terug te gaan naar het begin en mijn fiets daar weer in te leveren. Het festival heeft zijn belofte deels waargemaakt: ik voel me meer verbonden met het Groninger landschap. Het enige wat ik jammer vind, is dat de verbinding tussen jong en oud en de verbinding tussen bewoners en toeristen er nog niet helemaal zijn. De bezoekers van het festival hebben veelal grijze haren en de bus ernaartoe vanuit de stad is vrijwel leeg. Waar zijn die jonge mensen en die toeristen? Het bezoekersaantal lag dit jaar rond de 1500 mensen, voor de pandemie zat dit getal rond de 2000. Terug Naar Het Begin moet terug op de kaart gezet worden. Hierbij een poging: schrijf het alvast in je agenda voor volgend jaar. De kans dat je teleurgesteld gaat worden, is klein.