De decembermaand is al bijna ten einde. Sinterklaas is terug naar Spanje en de restjes van de kerstdiners zijn al opgepeuzeld. In deze roerige tijden van de coronapandemie heeft onze nachtburgemeester van Groningen, Merlijn Poolman een laatste column van het jaar geschreven, om positief het jaar 2022 in te luiden.

 

Exact 107 jaar geleden, tijdens de week voorafgaand aan Kerst in 1914, zaten er vele miljoenen mannen koukleumend in loopgraven langs het westelijk front van de Belgische kust tot aan de bergen van Zwitserland. Terwijl zij daar wachtten op het signaal om de loopgraven te verlaten en een bijna zekere dood tegemoet te lopen, probeerden zij de tijd en spanning te verdrijven met zaken die nog enige gelijkenis vertoonden met hun alledaagse leven.

In de afgelopen maanden waren er namelijk al miljoenen doden gevallen onder hun eigen troepen en die van de vijand. De oorlog, die oorspronkelijk klaar had moeten zijn voor Kerst, vertoonde geen enkel teken van vooruitgang of ook maar enig andere stip aan de horizon die een vorm van hoop bood.

Wat de mannen daar in hun situatie echter wel een vorm van hoop en houvast bood, was de kracht van muziek. Liederen gezongen en gespeeld door hen en hun kameraden gaf ze deels wat afleiding en troost in een periode die zich kenmerkte door wanhoop en verdriet. Hun tegenstanders in de loopgraven er tegenover, die soms slechts tientallen meter van elkaar verwijderd lagen, bleken op eenzelfde wijze met de uitzichtloze situatie om te gaan om de moed erin te houden.

Toen beide partijen verspreid over de vele duizenden kilometers frontlinie op de Kerstavond van 1914 op enig moment geconfronteerd werden met de gezongen melodieën van elkaars liederen, kwamen ze erachter dat die muzikaal precies hetzelfde waren maar enkel afwijkende Duitse, Franse of Engelse teksten bezaten. Overal op dit lange front klommen soldaten collectief uit hun loopgraven richting de vijand, deelden ze hun sigaretten, zongen ze de liederen samen en keken ze naar elkaars foto’s van vrouwen, vriendinnen of kinderen. Voor even was de oorlog vergeten en ondanks dat de slachtpartij dagen erna voor nog bijna vier jaar voort zou duren (en nog vele miljoenen levens zou kosten) was deze periode van verbroedering en eenheid er eentje die niemand hen ooit meer kon afnemen. Hierdoor hebben wij het er meer dan honderd jaar later dan ook nog steeds over. Muziek is namelijk het verbindende ondefinieerbare vijfde element dat wij als mensheid als baken hebben in moeilijke tijden. Muziek geeft ons kracht wanneer we weer een uitdaging moeten overwinnen en muziek herinnert ons aan momenten dat het beter was.

Als nachtburgemeester in coronatijd merk ik al tijden dat de samenleving zucht onder een gebrek aan muziek. Niet de muziek die we via Spotify, Bandcamp, een fysieke vinylplaat of een cassette tape tot ons nemen, maar muziek die we live gespeeld ervaren. Of het nu een band op een podium is of een DJ met een muur aan speakers en extra veel subwoofers, de intense ervaring van muziek samen beleven geeft ons leven kleur, laat ons nieuwe mensen kennen en brengt ons in contact met andere kanten van onszelf. Nadat in de ‘roaring’ jaren twintig' het huidige nachtleven, zoals wij dat kennen, feitelijk begon hebben we in de afgelopen jaar bijzonder veel maatschappelijke ontwikkelingen te danken gehad aan de verbindende invloed die muziek en de nacht onze samenleving brachten. Van de integratie van de zwarte community in het Amerika van de jaren ’70 door middel van de disco, de acceptatie van de gay-community in de jaren ’80 door de house en het einde van de Koude Oorlog met een centrale rol die daarin gespeeld werd door rockmuziek, muziek stond altijd aan de kant van de verbinding. 

"De intense ervaring van muziek samen beleven geeft ons leven kleur"

Ook denk ik dat de huidige ontstane kloof in de samenleving tussen de zogenoemde ‘wappies’ en ‘schapen’ enkel gedicht kan worden door de verbindende kracht van muziek. Zelf krijg ik van beide kanten van die spectra al twee jaar lang structureel het verwijt een woordvoerder van een van die twee te zijn, en dat vind ik prima. Samen zijn we namelijk één. Dat is een uitgangspunt waar ik altijd voor zal blijven strijden. Dit omdat ik geloof in de kracht van mensen die er voor elkaar zijn, elkaar respecteren ondanks hun verschillen en hun problemen graag aan de kant zetten onder het genot van muziek samen met een borrel of soms een andere versnapering. Wat mij betreft zetten we dus koers naar een 2022 waarin we ons allemaal inzetten om verdeeldheid, angst en intolerantie achter ons te laten. Daar hebben we in 2021 wel genoeg van gehad.

 

"Laten we voor 2022 inzetten op een wereld waarin we als volledige samenleving weer samen van muziek gaan genieten en tot elkaar komen"

Laten we voor 2022 inzetten op een wereld waarin we als volledige samenleving weer samen van muziek gaan genieten en tot elkaar komen. Makkelijk zal het niet worden, maar het idee werkte in al 1914 in de loopgraven dus ik zou eigenlijk niet weten waarom dat nu niet zou kunnen.

Op naar betere tijden met muziek als wapen! Doe jij met ons mee?

Bij voorbaat dank!

 

Hoogachtend,

Merlijn Poolman

Nachtburgemeester van Groningen