“Bij Grasnapolsky staan de locatie en de regio centraal,” zo stelde programmeur Ilana van den Berg in het interview dat we in december met haar hadden. Al bij aankomst op station Scheemda lijkt het festival in die opzet te zijn geslaagd. De goedlachse chauffeur van de pendeldienst staat met een Grunnigs accent zijn passagiers enthousiast te woord over van alles en nog wat. Het Ommelander Ziekenhuis, zijn rondvaartbedrijf, de Blauwe Stad en natuurlijk de aankleding van De Toekomst passeren de revue. Vooral over dit laatste is hij erg te spreken en hij raadt iedereen aan pas 's avonds de bus terug te pakken, omdat het pand dan zo mooi verlicht is. Een hartelijker welkom kan een festivalganger zich niet wensen.
De voormalige strokartonfabriek De Toekomst staat fier in het Groningse landschap. In een weekend met veel wind en op zondag de nodige regen vormen de oude fabriekshallen de perfecte beschutting. Waar het buiten guur en koud is, heeft de organisatie binnen een behaaglijke oase van warmte, muziek en gezelschap weten te creëren. Met een diverse programmering en vele zalen is er voor iedereen wel een plekje waar je kunt luisteren, dansen, drinken of praten. Een festival als een warm bad.
De Toekomst als huiskamer
De fabriek is opgedeeld in verschillende zalen, elk vernoemd naar het productieproces van het strokarton dat er voorheen gemaakt werd. Door de kale muren van de grote hallen bij elke show anders te verlichten wordt rondom iedere artiest de perfecte ambiance geschept. Zo voelt de ruimte bij de Bolkokers tijdens de voordrachten van enkele Groningse dichters als een knusse huiskamer waar je op de grond kan zitten en kunt luisteren naar de verhalen die ze vertellen. Drie uur later is dezelfde ruimte echter stampvol met mensen die hossen op de 'post-disco' hits van Donny Benét.
Helaas zijn de hallen niet op elkaar aangesloten, en moet je om van zaal te wisselen weer de kou in. Hoewel dit bij sommigen ongetwijfeld tot een verkoudheid heeft geleid, is dit maar een klein ongemak en geeft het een goed excuus om buiten even een hapje te eten en het gebouw ook wat beter vanaf de buitenkant te bekijken. Allesbehalve een straf. Daarnaast zorgen deze tochtjes door de Groningse wind er ook voor dat Grasnapolsky niet voelt als een grote nachtclub met vele zalen, maar komt het festival meer in de buurt van een intiem huiskamerfestival, waar in elke ruimte weer een nieuwe verrassing op je staat te wachten.
Muzikale snoepwinkel
Grasnapolsky biedt in de drie dagen dat het in De Toekomst neerstrijkt een verrassende randprogrammering met kunst en expedities in de fabriek en de omgeving. Varierend van een ‘Tour de Boer’ tot een heus aardbevingspak. Maar het gaat natuurlijk vooral ook om de muziek. Voor de muzikale avonturiers is Grasnapolsky een grote snoepwinkel. Er is een grote keuze uit punk-trekdrop, hiphop-jellybeans en singersongwriter-zuurstokken. Een enkele artiest komt zelfs in twee verschillende smaken. Zo staat Ray Fuego zowel solo als met zijn punkband Ploegendienst op het podium en vertolkt Lucky Fonz III samen met De Likt naast zijn headlinershow bij de opening van het festival op vrijdagavond een versie van Oost Groningen van Drs. P.
Deze diversiteit wakkert de nieuwsgierigheid aan; verandering van spijs doet immers eten. Zo is het helemaal geen ramp als het vooraf uitgestippelde festivalplan niet zo'n succes blijkt te zijn. Een kleine minuut verderop is namelijk een ruimte waar iets totaal anders staat te spelen. Bevalt de dancemuziek van Charlotte Adigéry in het Verzendlokaal niet? Nou dan ga je lekker even naar Marlene Bakker in het Papierpakhuis. Elke zaal heeft zijn eigen bar, dus gezellig wordt het er toch wel. Het fijne is dat geen enkele zaal een vast genre heeft, al doen bands als Love Couple en Bad Penny de naam van de Hakselaar wel eer aan met de vele moshpits die ze er ontketenen. Op deze manier ben je als bezoeker wel gedwongen om even te gaan kijken wat er nu weer op de Kartonbaan staat, want vooraf inschatten aan de hand van de vorige act geeft je geen enkele garantie.
Prettig verrast
Toch zijn de popartiesten niet per se de grootste verrassingen. Verstopt in het Ketelhuis staan de mannen van Blauwe Uur met een indrukwekkende audiovisuele ervaring. Door middel van en lichtshow en vele kleine mechanismen die op de oude ketels en buizen tikken, bonken en kloppen wordt de ruimte tot leven gebracht en waan je je weer in de hoogtijdagen van de Oost-Groningse industrie. Daarnaast is de lichtshow die op de zijkant van de fabriek wordt geprojecteerd – ook van Blauwe Uur – op z'n zachtst gezegd imposant. Je weet meteen waarom de vrolijke buschauffeur je aanraadde om te wachten tot het avond was. Ook bezoekers van buiten Groningen zijn getroffen door de fabriek en de omgeving. Een anonieme Amsterdammer weet het treffend te verwoorden: “Het is een godskolere eind weg, maar man het is hier wel mooi!” Een mooier compliment kan je je toch niet wensen.