Het blijkt meteen dat Jansz niet een standaardband heeft meegenomen. Er ontbreekt een drummer en in plaats daarvan staat er een violiste op het podium. Ook ruilt een ander bandlid zijn gitaar af en toe in voor een banjo of een ukelele. Daarbij speelt Ernst Jansz zelf af en toe mondharmonica.
Dit alles draagt bij aan een Bob Dylan-achtige sfeer, wat niet geheel toevallig is. Jansz speelt namelijk veel zelf vertaald werk van Dylan. Dylan is een van zijn grootste inspiratiebronnen en dat steekt hij niet onder stoelen of banken. Toch weet Jansz zijn eigen draai aan dit werk te geven, wat het alsnog vernieuwend maakt om naar te luisteren.