Terugblikken en vooruitkijken tijdens veertigjarig jubileum Simplon

"Diversiteit zal ook de komende jaren een belangrijke rol spelen"

Tekst: Frank Huizenga Foto's: Jan Westerhof en André Eggens ,

In 1974 ging de Simplon-regenjassenfabriek failliet. De jongeren van jeugdcentrum Chappaqua hadden kort hiervoor hun pand in vlammen zien opgaan en zochten een nieuw clubhuis. In 1975 trokken de leden de stoute schoenen aan: ze begonnen activiteiten te organiseren in het fabriekspand aan het Boterdiep. Eind 1976 was de subsidieaanvraag rond en werd het pand door de gemeente gekocht. Simplon was een feit en is dat nu, veertig jaar later, nog steeds. 3voor12 groningen sprak met programmeur Peter Dijkstra en productieleider Niels de Jager over het jubileum.

“Simplon is geen hut met één gezicht, de kracht van Simplon zit hem in zijn diversiteit. Je hebt zalen die indie, singer-songwriter of metal programmeren, maar wij doen het allemaal. Voor mensen met een eigen kijk op de wereld is Simplon altijd een mooie plek geweest”, leggen Dijkstra en De Jager uit. Die diversiteit is ontstaan toen Simplon in de begindagen te maken kreeg met verschillende belangstellenden. Niet alleen de hippies van Chappaqua, maar ook de punkers van het door de gemeente gesloten punkpand Krotje zochten een nieuw onderkomen. Beide groepen kwamen in Simplon terecht. Uiteindelijk mochten de hippies zich manifesteren in de bovenzaal en kregen de punkers de benedenzaal toegewezen.

In de jaren die volgden werd Simplon een bekende naam in de nationale en internationale punkwereld. Grote namen als Buzzcocks en U.K. Subs deden het pand aan. Laatstgenoemde keerde eerder dit jaar terug naar Simplon. Voor punk is er zeker plek, al ligt de focus tegenwoordig meer op pop, urban en dance. “Klopt,” zegt Dijkstra, “dat zal je ook zeker merken als we in mei twee weekenden lang het veertigjarig bestaan vieren. Met name binnen die drie peilers programmeren we een aantal bijzondere acts.”

Dijkstra realiseert zich dat de toenemende festivaldichtheid het Nederlandse clubcircuit onder druk zet.  “Je mag dan ook best even terug naar de tekentafel om je af te vragen wat je functie als poppodium is.” Na het failissement in 2013 zijn we als poppodium opnieuw in ontwikkeling gegaan. We willen de komende jaren vooral nieuwe verbindingen aangaan tussen verschillende scenes. Simplon is daar door zijn kleurrijke verleden een geschikte plek voor. De uitdaging is om met deze verbindingen het publiek te geven wat het verdient. Dit gaat vaak goed, maar soms ook niet. Dat is het risico als je een divers programma wilt neerzetten.” Dijkstra is zich hiervan bewust: “We hebben goed overleg met Vera en De Oosterpoort. Zo zorgen we ervoor dat het totaalaanbod in de stad in balans blijft.“

Samenwerken en toch je eigen identiteit proberen te bewaren: genoeg om ook de komende veertig jaar mee aan de slag te gaan. “Een mooie opdracht”, lacht Dijkstra. “Wil je een levendige en creatieve stad houden, dan moet er voor niches, subculturen en jongeren altijd een plek zijn. Met Simplon vullen we die positie graag in.”