Wanneer de haringen van de kampeertenten de grond in zijn geslagen en de eerste rondjes zijn gehaald, is het aan de Britse band Palace om podium Teddy Widder te openen. Het viertal uit Londen heeft een gunstig tijdstip voor het genre. Indierock gepaard met de goede stem van frontman Leo Wyndham zorgen voor een kalme opening van het festival.
Het is voor de Londenaren hard werken om het publiek mee te krijgen. Dat lukt met grotere hits als ‘Heaven Up There’, maar de interactie valt weer weg wanneer minder bekende nummers gespeeld worden. Op deze manier kabbelt het een beetje voort, zonder dat de band echt aanzet. En hoewel de sprankelende gitaarriffs prachtig ten gehore worden gebracht, heeft de massa het na een half uurtje wel gezien. Aan het einde van de act is – helaas - nog maar 50% van toeschouwers aanwezig.
Die verdwenen helft is doorgelopen naar popster Froukje die het festival echt laat ontvlammen en het Beuningse bal op de Hotot aftrapt. Prominent aanwezig op het podium is een kubus met daarin een ingerichte studentenkamer. De zangeres opent haar optreden waar het allemaal begon: in haar kamertje met haar eerste single en tevens pandemiehit ‘Groter Dan Ik’. De show slaat aan bij het (jonge) publiek en middels soundbites en een heleboel remixes uit haar discografie rijgt ze het optreden aaneen.
Niet alleen klappers als ‘Ik Wil Dansen’ of ‘Niets Tussen' brengen het publiek in extase, ook haar nieuwste single ‘Naar Het Licht’, met invloeden uit de dance, doet de mainstage weer snel ontbranden. Froukje bewijst dat ze, ondanks haar studentenkamer, niet meer een muzikant in spe is, maar een gevestigde superster binnen de moderne nederpop. (Teun de Graaf)