Onbekend maakt niet onbemind. Waar Doornroosje zich mondjesmaat vult met lieden die muziek naar alle waarschijnlijkheid hoger in het vaandel hebben staan dan carnaval, kan er niet gesproken worden van een overtuigend feestelijke sfeer. En mocht die gezelligheid maar enigszins ontstaan dan wordt die teneergeslagen door het logge gebeuk van The Secret Machines. Een goed uur lang teisteren de basdrums als mokerslagen de trommelvliezen en worden er repetitieve toets- en gitaarpartijen op het publiek afgevuurd.
De drummer is er een van het soort houthakker met voorliefde voor bijna dansbare breakbeats. De toestenist/bassist is duidelijk een volle neef van de drummer (subtiliteit ver te zoeken qua spel) en heeft werkelijk het betere-botte-vette geluid, waar menig stoner/sludgerocker zijn bakkebaarden bij zou opvreten. En jemig, wat speelt hij op een beest-acht-snarig-monster. De gitarist lijkt toch uit een ander hout gesneden: freaky gitaarlijntjes met speelse effecten zijn meer zijn kopje thee. Wonderwel vormt dit een bijzonder coherent en heftig geheel.
Met metal of iets dergelijks heeft dit optreden niets te maken, dit is vele malen intenser. Daarentegen, de 'heavyness' valt niet te ontkennen. Voor de een is het teveel van het goede, te monotoon. De ander zwelgt er gretig in. Ik ben er een van de laatstgenoemde soort.
Van de drie volledige albums dat het trio op zijn naam heeft staan, wordt het tweede (Ten Silver Drops, een beetje een miskleun) voornamelijk genegeerd. Misschien dat dit album teveel de nalatenschap van hun voorgaande gitarist met zich meedraagt. De derde en naamloze plaat is een stuk steviger en daar wordt de nadruk op gelegd. De epische afsluiter van het optreden is dan weer een behoorlijk bewerkte versie van First Wave Intact, het openingsnummers van debuut Now Here is Nowhere. Met een vriendelijk en bescheiden 'thank you' nemen de Canadezen afscheid, na een bijzonder en 'zwaar heftig' optreden.
Opvallend feit is dat dit ook zo'n beetje de enige woorden zijn die naar het publiek toe worden uitgesproken. De band verschuilt zich in het licht van vijf spots die op het publiek gericht staan en laat nummers nagenoeg voortdurend door feedback in elkaar overlopen. Over contact tussen band en bezoeker kan niet gesproken worden, er wordt 'slechts' middels eclectisch en overstuurd geluid gecommuniceerd. Tijdens een muur van feedback en dissonant gebrom lichten de gezichten van de als lijn opgestelde bandleden even op. Drie schuchtere jongens die er net zo 'in' zitten als een deel van het publiek. Of zouden ze stiekem af en toe de ogen openen om de twee oogverblindende schonen, die voor het podium overmatig uit hun dak gaan, te bewonderen?
Voor lieden die de stijl van The Secret Machines nu nog steeds een geheim is: denk Flaming Lips, Motorpsycho, Pink Floyd, Six by Seven, met de staccato en machinale heftigheid van een Ministry of Prong. Teutoonse psychedelica in rockvorm, zo u wilt. Gaat dat checkuh!
The Secret Machines houden mysterie in stand
Drie, in tegenlicht gehulde silhouetten zetten opzienbarend optreden neer
Sommige bands wordt afstandelijkheid verweten als ware het arrogantie. Andere bands spelen met hun afhoudende attitude. De drie Canadezen van The Secret Machines laten hun muziek voor zich spreken. Heel even wordt een tipje van hun sluier opgelicht en zien we drie verlegen jongens, die misschien wel een van de beste optredens van de laatste jaren weggeven.