Ten tijde van de Verzuiling kende Nederland veel verenigingen op basis van levensbeschouwelijke overtuiging. Het Bondsgebouw in Druten, de locatie van de vierde voorronde van Pocketpop op 28 maart, is een duidelijk overblijfsel uit die tijd. Waar destijds katholieken voor activiteiten bij elkaar kwamen, zijn het nu de muziekliefhebbers die zich verzamelen.
Unless The Never opent de avond. Vanuit de Verzuiling zetten we een stap in de tijd naar de jaren tachtig. De tijd die de muziek van het drietal als leidraad heeft. Unless The Never probeert een koude, kale en lege sfeer op te roepen. Dat is niet negatief, overigens. Het is ook een eigenschap van een band als The Cure, die ook ironie en zwartgalligheid tot levensdoel verheven heeft.
Veel variatie kennen de nummers niet, de zanger dweept meer dan dat hij werkelijk zingt en de drums (al dan niet ondersteund door een drumcomputer) zijn effectief: de beat is belangrijker dan een break her en der. Typisch jaren tachtig. Helaas laat de zanger soms een steekje vallen en trapt de bassist zijn distortion-pedaal regelmatig te vroeg of te laat in. Dat komt de strakheid niet ten goede. Jammer, want bij muziek waar minimalisme hoogtij viert is het devies hoe strakker, hoe killer.
Sterk punt van Unless The Never zijn de poppy baspartijen, de melancholische gitaarloopjes en de dansbaarheid van de muziek. In het tweede deel slaat de verveling echter toe. De nummers duren te lang en de band wordt het slachtoffer van zijn eigen minimalistische inslag. Uitzondering hierop zijn de enkele instrumentale nummers die gespeeld worden. De zanger/gitarist voelt zich bevrijd, de band wijkt af van het standaard coupletje-refreintje en er is daadwerkelijk een climax. De instrumentaaltjes maken duidelijk dat Unless The Never meer in zijn mars heeft dan ze vanavond laten horen.
Het clubje jonge honden genaamd Liquid Snow is gek op de klanken van de betere indie-bands. Het viertal omschrijft zichzelf als bejaard en ongeïnteresseerd, maar zou er beter aan doen zich als de Maas en Waalse Libertines of Arctic Monkeys in de markt te zetten. Liquid Snow speelt een set vol felle en puntige liedjes, springerig uitgevoerd met de nodige bravoure. Energie, lol in het optreden en een houding waarbij het allemaal niet zo bijzonder veel uitmaakt op het nu strak is of niet. Want dat is het verre van.
De drummer van het kwartet onderscheidt zich door zijn pogingen van de gevestigde paden af te wijken. Regelmatig moet hij zich haasten om z’n bandmaatjes dan weer bij te halen. Maar niet getreurd: Liquid Snow is charmant in onvolkomenheden. En dat siert ze.
Om het maar meteen gezegd te hebben: Pleasin’ Eve is een van de vreemdste bands die ik ooit heb gezien. Het optreden begint aardig. Een lekkere pompende bas en wat akkoorden die aan Rage Against The Machine doen denken. Dan begint de bassist met een diepe bromstem zijn teksten uit te blaffen. Vreemd maar nog wel lekker. Vervolgens lijkt het alsof de geest van Frank Zappa het Bondsgebouw betreden heeft en begint het gefreak.
De gitarist en tevens hoofdzanger van de band begint te ‘zingen’ en de eerste fronsende wenkbrauwen maken zich van de zaal meester om hierna niet meer te verdwijnen. Grunge, (nu-)metal, stoner en hardrock vullen het Bondsgebouw op een onnavolgbare wijze. Van Verzuiling of beter gezegd hokjesgeest is hier duidelijk geen sprake meer.
Allemachtig, wat een chaos. Op zich niets mis mee, kijk naar een band als The Mars Volta, maar dit is werkelijk waar te veel van het goede. Er is geen touw vast te knopen aan de onoverzichtelijke hoeveelheid breaks, riffjes, en solo’s. En dan die zang, als je dat nog zo kan noemen. Het is meer een onderdrukte schreeuw waar op een beknepen manier geprobeerd wordt nog wat melodie in aan te brengen.
Het is niet dat de heren van Pleasin’ Eve niet kunnen spelen. Integendeel. Met name de gitarist tovert enkele overtuigende (blues)solo’s en zeer originele en doordachte gitaarriffs uit zijn gitaar. Maar het is gewoon te veel allemaal. Behalve bij het laatste nummer van de set. Dan laat de band zien wél te kunnen doseren en zowaar wonderschoon te kunnen beginnen en eindigen. Hoopgevend!
Waar vroeger enkel katholieken zich ophielden in het Bondsgebouw en de eenkennigheid dus niet te ontkennen viel, is in muzikaal opzicht de Verzuiling hier nu voorbij. Dat blijkt wel uit het gevarieerde aanbod van bands vanavond.
De laatste voorronde van Pocketpop is zaterdag 4 april, in ’t Zwaantje te Deest. Hot Ronnie & The Hecklers, Little People en Strez zullen dan nog meedingen naar een plaats in de finale. Direct na de laatste band zullen de finalisten bekend worden gemaakt. Check de website van Pocketpop voor meer informatie.