Wanneer we een klein gebied, ergens in het bos achter De Open Plek naderen, komt gezoem en gebrom ons langzaam tegemoet. Over de vlakte tussen de bomen zijn kabels gespannen waaraan her en der kleine constructies met zonnepanelen en orgelpijpen hangen. Kunstenaar Ronald van der Meijs staat klaar om ons te verwelkomen en toelichting te geven over zijn werk.
Op vrijdagochtend is 3voor12/Friesland onderdeel van een groep die, onder begeleiding van Ko van 't Hek (Kunst Kijken met Ko & Kho, red.), de kunstroute aflegt. Binnen het kunstprogramma van Into The Great Wide Open ligt dit jaar de focus op geluid. Geluid van binnenuit, via een koptelefoon of door de lucht. Noten, tonen, stemmen en klanken staan centraal op de route die zich door het schitterende landschap van Vlieland beweegt. Sommige kunstenaars zijn aanwezig op het eiland en in de gelegenheid om verheldering of commentaar te geven bij hun werk. Bente Hout licht twee bijzondere kunstwerken en hun makers uit, Denise Janssens legt ze vast met haar camera.
Ronald van der Meijs – 53º /0.23”N 5º05'12.0”E (53.300640, 5.086674)
53º /0.23”N 5º05'12.0”E (53.300640, 5.086674) heet het, vernoemd naar de coördinaten van de plek waar het tot stand is gekomen: hier, op Vlieland. “Dat leek me gewoon wel handig”, antwoordt Van der Meijs nuchter, wanneer iemand uit de groep vraagt waarom hij voor deze titel gekozen heeft. Hij glimlacht. “Deze vlakte ligt niet naast een weg en heeft geen adres. Het leek me de uitgelezen kans om coördinaten tot titel om te dopen.” Het is niet de enige reden, blijkt later. Het werk, dat sterk verbonden is met de natuurelementen op Vlieland, is volgens zijn maker een soort recreum van het dorp West-Vlieland of Westeyende. Tot 1736 bevond het zich op het westelijke uiteinde van het waddeneiland, maar dat jaar verdween het in zee.
Een elektromotor blaast via een pomp lucht door de orgelpijpen aan de kabels. De motor is direct aangesloten op kleine zonnepanelen, waardoor hij zijn werk pas goed doet zodra de zon doorbreekt. Zodra er een wolk voor de zon langs waait valt de motor uit of draait hij langzamer, wat weer invloed heeft op de toonhoogte en compositie van de orgelpijpen. “Dan is dit dus een beetje saai weer”, merkt een alerte dame op, wijzend naar de strak blauwe lucht boven ons. Van der Meijs lacht en knikt. “Inderdaad, heel saai! Het mooiste effect ontstaat met een paar schapenwolkjes en wat wind.”
Wanneer iemand anders hem vraagt of hij vaker op deze manier, geënt op een locatie in de natuur en met natuurelementen werkt, knikt hij enthousiast. “Ik werk het liefst met de geschiedenis of architectuur van een bepaalde plek. Weerinvloeden en natuurelementen zijn heel interessant. Ze zijn oncontroleerbaar en dat, in combinatie met een stukje techniek, vind ik spannend. Persoonlijk vind ik het dus ook niet zo erg dat de orgelpijpen momenteel niet zoveel doen. Het is misschien niet zo attractief, maar daarentegen creëert juist dat bij bezoekers een bepaald soort drang en wens om vermaakt te worden. Een mooi spanningsveld, als je het mij vraagt, wanneer ze niet meteen op hun wenken bediend worden.”
Philip Vermeulen – Physical Rythm Machine / Boem Boem
In een verduisterde gymzaal aan de rand van het bos verspreidt de groep zich over houten banken langs drie van de vier wanden. Tegen de vierde wand leunen twee imposante panelen, met in het midden een houten trap en aan weerszijden daarvan twee pitchmachines. Opgevoerde pitchmachines, blijkt later. “Jullie zitten hier op eigen risico”, waarschuwt kunstenaar Philip Vermeulen. “Deze machine gaat straks een heleboel tennisballen met 150 kilometer per uur op de overkant van de zaal afvuren.” Aan die overkant staan ook twee panelen. Langzaam dringt tot de groep door wat er straks gaat gebeuren. Er heerst een voelbare spanning in de zaal.
Vermeulen activeert beide pitchmachines, die met flink wat gesuis en gerommel beginnen te draaien. Wanneer ze de gewenste snelheid hebben bereikt kiepert hij een aantal tennisballen in twee kokers, die allebei uitkomen boven één van de machines. In luttele seconden schieten de ballen op een agressief rap tempo naar de overkant van de zaal, waar ze weerkaatsen op de panelen en uiteindelijk belanden in een bak, bij hun startpunt. Daar vangt Vermeulen ze op, om ze vervolgens opnieuw in de kokers te doen laten verdwijnen. Het tafereel levert overweldigende klappen op, die elkaar snel opvolgen en daardoor tezamen variërende ritmes vormen. Een aantal waaghalzen durft het aan om over de baan tussen de twee panelen in te lopen, waar ze omgeven worden door de tennisballen, die genadeloos heen en weer scheren. Het vergt wat vertrouwen in de wetenschap: als het goed is staan ze veilig, daar op die baan in het midden.
Echter ze hoeven maar één stap naar links of naar rechts te zetten en het is andere koek. Een waar spektakel, dat niet alleen een hoop kabaal, maar ook zenuwachtig gegiechel en zo nu en dan een gilletje veroorzaakt.
De Physical Rythm Machine was zijn afstudeerwerk, vertelt Vermeulen trots. “Ik werk in de kinetische instrumentenhoek. Ik hou ervan om met machines te spelen en ermee te componeren. In combinatie met bewegingen vooral, en in dit specifieke geval met ritmes.” Hij baalt lichtelijk van de locatie waar zijn werk tentoongesteld wordt. De gymzaal is naar zijn zeggen een 'nogal droge bak'. “Wanneer het in een ruimte met een goeie akoestiek staat, zorgt de reverb voor nóg meer impact. Dan voel je trillingen in je buik en krijgt het kunstwerk ook een fysieke uitwerking.”
Het werk ontstond vanuit een herinnering die Vermeulen had aan zijn jeugd, waarin hij hockeykeeper was. “Op een gegeven moment schafte de sportvereniging een machine aan met schietsysteem, om mee te kunnen oefenen. Ik weet nog goed dat tijdens een training mijn hele team achter die machine stond en ik in het doel. Alle ballen werden natuurlijk gericht op mijn kruis”, grinnikt hij. “Ja, dat maakte indruk.” Voor we, na een welverdiend applaus, Vermeulen en zijn schouwspel weer achterlaten, is er nog een laatste vraag van iemand uit de groep. “Met welk cijfer ben je hier eigenlijk op afgestudeerd?” Een bescheiden glimlach van de jonge kunstenaar volgt. “Met een tien.”