Toen NOFX jaren geleden begon met spelen, was er geen enkel bandlid dat zijn instrument beheerste. Tegen beter weten in zetten Fat Mike en de zijnen door en zie! Jaren later is NOFX een van de grootste punkbands op aarde en zijn de vier veteranen compleet arrivé. Het zou kunnen dat het Astense Number 2 eenzelfde lot beschoren is, maar afgaande op het optreden van vandaag is het zeer de vraag of dat erin zit. De piepjonge band won, naar eigen zeggen dankzij valsspelen, de publieksprijs van een lokaal festival en mag daardoor het festival openen.
Al sinds 2006 is het afgelegen Heusden het toneel voor Misty Fields; een kleinschalig festival dat er elk jaar in slaagt een verrassend goede line-up op de planken te krijgen. Dit jaar lijkt het festival zichzelf op alle fronten te overtreffen. Naast mooie Nederlandse acts als Mozes And The Firstborn, Amber Arcades en S.T. Cordell sieren ook King Khan & The Shrines en Cosmonauts het affiche. Hoog tijd dus om af te reizen naar de mistige velden van Asten-Heusden.
Number 2
Number 2 tapt gretig uit de punkrockhistorie en speelt covers van The Offspring, Alien Ant Farm, Blink-182 en Pennywise. Althans, dat probeert het. Want hoewel het optreden ongetwijfeld zeer vermakelijk is voor familie, vrienden en vriendinnetjes, is het een lijdensweg voor de neutrale en kritische toeschouwer. Geen nummer is foutloos en zelfs flauwe gimmicks als ‘Potje Met Vet' en ‘Broek Uit, Op Je Hoofd’— die er op deze leeftijd bijhoren —, kunnen het tij niet keren voor de punkrockers. De meeste nummers eindigen even abrupt als ze begonnen of lopen op een andere manier spaak. Wereldfaam zit er dus niet in, al blijft het idee om lokaal talent een kans te geven zichzelf te presenteren op Misty Fields natuurlijk bijzonder charmant. Number 2 heeft zijn kans gehad en mag nu snel terug naar het oefenhok. (TP)
Tekst gaat verder onder de foto.
EUT
Bij het kijken naar het vanuit Amsterdam opererende EUT, speelt de term ‘3FM Talent’ constant door het hoofd. Dat de band dat predikaat kreeg, is weinig verrassend; alles aan de band hint namelijk opzichtig naar airplay. De nummers van EUT zijn poppy, maar hebben steeds een alternatief, rauw randje. De band oogt hip en quasi-nonchalant, maar klinkt als een trein. Geijkt materiaal voor DWDD en 3FM dus. Maar het zou flauw zijn om EUT af te doen als het zoveelste inwisselbare bandje. Daarvoor heeft het vijftal duidelijk te veel kwaliteit. Vooral frontvrouw Megan de Klerk en gitarist Emiel de Nennie tillen het niveau van de band naar een hoger niveau.
De nummers van EUT zitten goed in elkaar, zijn gelaagd en worden stuk voor stuk opgetuigd met achtergrondkoortjes en effecten. Uitgeklede coupletten monden steevast uit in grootse refreinen waarbij ‘dansen’ het devies lijkt. Dat het publiek in Heusden daar niet zoveel zin in heeft, ligt waarschijnlijk aan het vroege tijdstip, maar dat zal pas later op de avond blijken, wanneer S.T. Cordell de tent aan gort speelt. Tijdens de set van EUT verschuift de artpop steeds verder naar rock, waarbij De Klerk verandert van een lieflijk zingende Gwen Stefani in een Beth Ditto. Niet alle nummers zijn even catchy, maar dat de band nummers kan schrijven en die ook goed weet te brengen, staat als een paal boven water. EUT laat zien dat het grootse plannen heeft en is zeer zeker beloftevol. Met meer dan twintig Popronde-boekingen op zak, kan de band binnenkort kennismaken met het hele land; het is wellicht de start van iets zeer moois. (TP)
Tekst gaat verder onder de foto.
Statue
Een puur instrumentale band met vier gitaristen, een bassist en een drummer. Het lijkt een idee dat gedoemd te is om te mislukken, of in ieder geval snel zal verzanden in een massieve muur van geluid waarin geen enkele melodie of detail meer te ontdekken valt. De Belgen van Statue dachten daar anders over en durfden het experiment aan. Het zestal begint zijn nummers vrijwel allemaal rondom een simpel thema, waarop vervolgens uitgebreid en ingenieus op wordt gevarieerd. Het geluid lijkt naadloos te verschuiven van bloedmooi naar loeihard met invloeden uit prog, postrock, psych, stoner en hier en daar zelfs een vette riff die zo uit een klassiek hardrockalbum geslopen lijkt te zijn.
Door de minutieuze opbouw van de nummers weet Statue zijn publiek langzaam mee te slepen in hun muzikale, vaak dansbare, trip. Niet alleen de nummers, maar ook de setlist is vernuftig opgebouwd: het luchtigere en kleurrijke gitaarwerk van de eerste nummers wordt gestaag ingeruild voor een steeds hardere, dreigende en repetitieve sound die uiteindelijk ontaardt in een heftige finale. (PK)
Tekst gaat verder onder de foto.
Cosmonauts
Cosmonauts is zo’n band die al jarenlang non-stop toert, en dat hakt er zichtbaar in. Is het vermoeidheid? Zijn ze knetterstoned? Of een combinatie van? Hoe dan ook, de lege blik van de bassist en de kleine oogjes van een van de twee zingende gitaristen verraden dat de band niet helemaal fris is. Hoe energiek de psychedelische garagerock van deze Californiërs ook is, de nummers worden vanavond met weinig pit gespeeld. Deze slacker-houding hoort ook wel een beetje bij het genre, maar toch gun je het publiek wat meer inzet van de band. Het is namelijk al snel druk voor het podium. Niet zo gek, want Cosmonauts heeft de afgelopen jaren een sterke livereputatie opgebouwd en dat heeft aardig wat mensen doen afreizen naar Heusden.
Ondanks de futloze uitstraling van de band valt er muzikaal gelukkig wel het nodige te genieten. ‘What Me Worry’ – dat inmiddels een Cosmonauts-klassieker genoemd mag worden – en het stuwende ‘Heavenspeak’ laten horen dat deze band echt wel sterke nummers kan schrijven. Ook opvallend: de normaal in reverb gedrenkte zang klinkt vanavond bijzonder clean. Wellicht niet de bedoeling, maar het pakt verassend goed uit. Toch slaat de vlam gedurende het optreden nooit écht in de pan. De band maakt er dan ook vroegtijdig een einde aan. Na de laatste noten keren de bandleden direct hun rug naar het publiek toe en sloffen ze het podium af. Hopelijk op weg naar bed om eens goed bij te slapen. (RP)
Tekst gaat verder onder de foto.
B Boys
“Hi guys, this is our first show in Europe!” is de boodschap van B Boys uit Brooklyn, New York. Van New York naar Asten-Heusden, het is weer eens wat anders dan starten in Amsterdam. Gelukkig wordt het geluid van de band al snel enthousiast ontvangen door het publiek in het tentpodium van Misty Fields. Het trio heeft zijn inspiratiebronnen duidelijk in de vroege jaren 80 gevonden bij bands als DEVO en Gang of Four, al toont de vertellende zangstijl ook heel wat gelijkenissen met die van Parquet Courts, een band waar de New Yorkers al eerder mee toerden. Aan bewijsdrang geen gebrek bij B Boys; na drie nummers heeft de drummer zijn snaredrum al naar de filistijnen geholpen. Er is pijlsnel een vervangende drum geregeld, we zijn gelukkig op een festival waar heel wat instrumenten rondslingeren.
B Boys bespeelt zijn eerste Europese publiek met korte energiebommen die nerveus en minimalistisch klinken. Het hoekige karakter van de nummers en de gemakkelijk meeschreeuwbare refreintjes zorgen al snel voor heel wat beweging in de tent. B Boys is misschien wel de meest onbekende band van vandaag, maar staat vrij laat geprogrammeerd. Toch weten de Amerikanen de aandacht hier prima vast te houden met werk dat de gemiddelde bezoeker voor het eerst hoort. Een geslaagde vuurdoop en sollicitatie naar veel meer optredens in Europa. (PK)
Tekst gaat verder onder de foto.
King Khan & The Shrines
Het is een surreëel tafereel: King Khan die het publiek in Heusden de vuisten in de lucht laat steken voor ‘Black Power’. Hij zal er zelf ongetwijfeld stiekem om lachen, de beste man is bepaald niet vies van een goede grap. Vooral van vieze grappen. Zo laat hij Misty Fields dezelfde vuisten likken zodat die rectaal bij iemand anders ingebracht kunnen worden en verkondigt hij doodleuk dat er na de show backstage abortussen uitgevoerd worden en dat de band een begrafenis op LSD houdt. Enfin, King Khan weet hoe hij het publiek moet amuseren en in dat vak geeft de mafkees vanavond een absolute masterclass. Want wat een spektakel. Je komt ogen en oren tekort om alles te bevatten wat er op het kleine podium gebeurt. Alsof je naar een kinderfeest op suiker in de ballenbak van McDonald’s staat te kijken, zoiets.
Volwassen mannen met capejes, blaasinstrumenten, tamboerijnen, danspasjes, lopende Korg-keyboards, het is te veel om op te noemen. Khan begint het optreden in een hagelwit discopak, maar ook dat blijkt een grap. Tijdens een muzikaal intermezzo kleedt hij zich om en keert hij terug in een leren speelpak waarvoor de gemiddelde SM-meesteres een moord zou doen. Maar goed, Khan & The Shrines maken ook nog muziek. Vandaag is er minder ruimte voor garage en is het vooral oude soul en rock-’n-roll waarmee de Canadees zijn publiek overrompelt. Als een moderne James Brown zit hij zijn band op de hielen en hitst hij alles en iedereen op. Vooral het begin van de set, waarin soul de boventoon voert, is niets minder dan geweldig. De rock-’n-rollnummers die later tijdens de show de hoofdrol opeisen, zijn muzikaal gezien een stuk minder interessant. Maar, bij een act als deze, is dat misschien wel niet zo belangrijk. Want wat de losgeslagen bende ook brengt, het is een feest om naar te kijken. En je zou het bijna vergeten, maar Khan is een bijzonder goede zanger, ook al is het een viespeuk eerste klas. Vies of niet, King Khan & The Shrines maken elk feest leuk en zouden standaard op ieder festival moeten staan. Kinderen blijven beter thuis. (TP)
Tekst gaat verder onder de foto.
S.T. Cordell
Van de meligheid van King Khan & The Shrines naar het serieuze S.T. Cordell; het lijkt een groot contrast, maar vanavond werkt de overgang wonderwel. Het Eindhovense muziekcollectief mag dan een donkere ondertoon hebben, de bijzonder dansbare muziek is perfect om de nacht in te gaan. Het Misty Fields-publiek is er in ieder geval klaar voor, want voor aanvang hebben al veel mensen een goed plekje veroverd in de kleine tent. Het is inmiddels het handelsmerk van S.T. Cordell geworden: de muzikanten staan in het midden van de ruimte in een cirkelopstelling, terwijl het publiek eromheen staat. Bijzonder, want hoe vaak zit je bij een concert letterlijk met je neus bovenop de spelende muzikanten?
En je kijkt je ogen uit. In opperste concentratie worden de vele instrumenten, mengpanelen en effectenpedalen bespeeld. Niet alleen visueel is het bijzonder wat hier gebeurt, muzikaal is het ook om door een ringetje te halen. De mengeling van Britse postpunk à la New Order en Duitse techno klinkt bijzonder goed over de bescheiden geluidsinstallatie, mede door eigen geluidsman Theo Van Rock, die ook in de cirkel opgesteld staat. Al snel komen de eerste mensen in beweging. Logisch, want door de stuwende drums en percussie is het lastig om stil te blijven staan.
Tekst gaat verder onder de foto.
Blikvanger van het vijftal is ‘frontman’ Woody Veneman, die als een soort sjamaan met wilde gebaren zijn teksten over de elektronische muziek prevelt. Ondanks dat de letterlijke betekenis verloren gaat door de vervormde stem, voel je toch dat het hier niet enkel om entertainment gaat. De oproep in verschillende talen tot dansen in ‘Exodus’, tevens hoogtepunt van de set, staat dan ook haaks op de thematiek van het nummer: de vluchtelingencrisis in Europa. Met deze paradox speelt S.T. Cordell voortdurend: gevoelige maatschappelijke kwesties aanboren en tegelijkertijd onweerstaanbare muziek maken die alle ellende doet vergeten. Dat laatste is maar goed ook, want hierdoor gaat het publiek volledig op in de muziek. Tegen het einde van de zorgvuldig opgebouwde set staan jong en oud te dansen. Leeftijd of achtergrond lijkt er in deze kleine tent even niet toe te doen, in de inner circle van S.T. Cordell is iedereen welkom. Een indrukwekkende afsluiter van een geslaagde eerste festivaldag. (RP)