Paaspop 2014: Thomas Azier maakt Roxy zielsverwant

“Thomas is oké, olé olé”

Tekst: Patric Muris / Fotografie: Lotte Schrander ,

Jarenlang werkte hij aan zijn debuutalbum in Berlijn. Met veel toewijding – wat heet, obsessie en een duidelijke missie: een perfect album afleveren waarmee hij de wereld rond kan gaan. Het album klinkt helemaal uitgedacht, zonder dat het gevoel daarbij verloren is gegaan. Een wereldtour zit nog niet in de planning, maar een plek op Paaspop in navolging van onder andere Eurosonic Noorderslag is allesbehalve een valse start.

HET CONCERT

Thomas Azier, Roxy, vrijdag 18 april 2014. 

DE ACT

Hij is artiest op persoonlijke titel, maar hij zal de rol van zijn compagnon, Robin Hunt, nooit bagatelliseren. Ze namen samen het album op in de studio van Hunt, die ook een grote rol speelde in het bepalen van het geluid, dat Azier zelf omschrijft als dat van een futuristische Elvis. Minder cryptisch en in eigen woorden: een singer-songwriter in de dance, met beatcomputers, synths, drumpads en intense zang. Een eenmans Hurts, met eenzelfde thematiek, opbouw en gevoel voor drama. Maar dan in de light-variant. 

HET NUMMER
'Ghostcity' is de floorfiller, maar 'Verwandlung' maakt de meeste indruk. En is het meest intens. De armgebaren van Azier dikken het allemaal nog maar eens wat aan voor wie de tekst niet kan verstaan. Het is menens nu. Zijn emoties over zijn verlies worden overgebracht alsof de dolksteek pas net heeft plaatsgevonden. Je gelooft hem. Meteen. Wat een prachtnummer en wat wordt het goed gebracht: meeslepend, maar nimmer pathetisch of ongeloofwaardig.

HET MOMENT

Dat hij gaat praten. Het misstaat hem. Het past niet bij zijn wat mysterieuze en intense performance. Ja tuurlijk, op een festival is interactie gewenst, onderdeel van het format enzovoorts, maar Azier krijgt de mensen juist het beste mee als hij er zelf helemaal in zit, tot zijn nek aan toe en dan gebaart. Dan volgt het publiek. Zijn muziek is bij vlagen Wagneriaans en dan zijn die harde Nederlandse woorden eigenlijk altijd uit de toon. 

HET PUBLIEK

Dat is even divers als de line-up van Paaspop. Vooraan 'voelen' de mensen Azier; ze volgen hem, willen met hem zijn, deelgenoot zijn. Achterin wordt voorzichtig wat gedanst, ongeacht de positie naar het podium of de wetenschap wat zich daarop afspeelt. Een meisje komt met een bord langs waarop een verzoek te lezen is: ze wil een zoen. En ze heeft er al 100 gehad. Is Paaspop niet pas begonnen?  

HET OORDEEL

"Thomas is oké, olé olé", zingt een groep jongens bij binnenkomst in de Roxy. Azier moet dan nog beginnen. Een profetische blik? Of een vaste fanschare die weet waar ze voor komen? Gelijk hebben ze in ieder geval. Dik in orde is deze show zelfs, met heel veel precisie en heel veel emotie. Spelen op Paaspop in alle vroegte is ongelofelijk moeilijk. Evenals zo’n meeslepende en innemende muziek maken, met het grote (arm)gebaar erbij, zonder pathetisch te worden. In beide opzichten zegeviert Thomas Azier. 

DE FOTO