Thomas Azier: "Ik was vijf jaar lang obsessief met mijn album bezig"

Zanger/producer perst vijf intense jaren Berlijn in een weekend

Atze de Vrieze ,

Zijn naam prijkt al jaren op allerlei talentenlijstjes, en de verspreide singles die in die tijd uitkwamen rechtvaardigden dat. Thomas Azier was in Berlijn bezig met iets bijzonders, dat was duidelijk. Maar wanneer zou het nu eindelijk eens af zijn? Nou, nu dus. Een weekend lang nam de zanger en producer 3voor12 mee door de stad die hem op ieder vlak gevoed heeft. "Berlijn is voor mij als een vrouw in een leren jasje, met suïcide lipstick - fel rood - en een moeilijk te plaatsen buitenlands accent."

Smsje: "Hi." Nog een: "Hey." "Wanna hang out?" Zeker zes berichtjes gaan er overheen tot Thomas Azier antwoord durft te geven. De dame in kwestie heeft zelf haar naam in zijn telefoon gezet. L Lohan. Hollywood-wrak, feestbeest, gevaarlijk meisje. "Mijn manager zei al: daar moet je echt niet mee te maken krijgen, zij is gestoord. Het stond al ergens op internet: Lindsay Lohan visits concert." Dat was dus een concert van Thomas Azier in New York, waar de Nederlander voorzichtig voet aan de grond probeert te krijgen. Dat lukt een klein beetje, maar beter in Frankrijk, waar hij veel speelde in de schaduw van grote sterren Woodkid en Stromae. "Ik word er veel gevraagd voor bladen. Soms met fashion shoots van acht pagina's. Daar sta je dan in je onderbroekje, terwijl je allemaal Dior-ringen aan je vingers geschoven krijgt."
 

Tachtig rondjes om de gevangenis
Om het verhaal nog wat internationaler te maken: vijf jaar lang werkte Thomas Azier in Berlijn aan zijn debuutalbum Hylas, dat nu eindelijk uitkomt. Thuisbasis is een enorme fabriek in Lichtenberg, diep in het oosten. In deze ijzergieterij werden naar het schijnt de klokken van het Kremlin gegoten, zo vertelt de zanger graag. Een houten uitsnede van een beer met een emmer loeiheet metaal herinnert aan het oorspronkelijke doel van het pand. Na de val van de muur is het bedrijf van de ene op de andere dag verlaten. Sindsdien is het op wat Turkse gastarbeiders na eigenlijk altijd leeg gebleven, maar nu nemen creatieve mensen stukje bij beetje bezit van het pand. Beneden brandt een houtkachel, er is een drukkerij, en achter een zwaar gordijn en een stevig vergrendelde deur zit de studio van Robin Hunt, de creatieve partner van Azier.

Verderop, vanaf het dak van de fabriek, kun je de eindeloze Stalin-bouw flats zien, grauwe blokken met kleine raampjes. Het lijken wel gevangenissen, maar de echte gevangenis stond iets verderop. "Soms komt hier iemand het terrein op die dertig jaar in de fabriek gewerkt heeft, die me erover vertelt. Ik had ook een keer een taxichauffeur die allerlei verhalen had. Boven in de fabriek was een kantoortje van de Stasi, vanwaar de mensen op de werkvloer gemonitord werden. Je kon als arbeider maar beter niet te veel mopperen, want dan kon je zomaar verdwijnen naar de gigantische Stasi-gevangenis die hier een paar blokken vandaan stond. Een verschrikkelijke plek, waar ze je tot de enkels in het water lieten staan, zodat je niet kon gaan zitten of liggen. Ze reden soms met mensen in een busje tachtig keer om het gebouw om ze te desoriënteren. Je dacht dan echt dat je in Siberië was, terwijl je alleen maar aan de andere kant van het gebouw was. Ik vind het super fascinerend. Toen we hier net aankwamen vonden we in de fabriek allemaal Lenin-vlaggen en boekjes over de industrie. Aan de binnenkant van de lockers zaten foto's van typische DDR-vrouwen."

Futuristische Elvis
Het gebouw is de ruggengraat geworden van het album. Alle tracks werden er opgenomen. Je hoort het geluid van de lift in een van de nummers. Boven, in een klein hokje met een apart soort galm werden bijna alle vocalen vastgelegd. "Ik wilde klinken als een soort futuristische Elvis", zegt Azier. "Ik houd van echte mannen-zangers, in plaats van indie-zangers die met hun neus naar hun schoenen gericht zijn. Ik ben ook groot fan van zangers als Roy Orbison en Johnny Cash." En een verdieping hoger, voorbij de ouderwetse kantine, komen we bij leegstaande ruimtes waarin meerdere video's geschoten werden. Een ervan - Verwandlung - is zo bloederig dat het label er nogal mee in zijn maag zat. Het matras uit de video ligt er gewoon nog, met een paarse vlek van het bietensap. "Ik had niet gedacht dat het zo echt zou overkomen", zegt Thomas. "Maar het ziet er uiteindelijk heel goed uit. Voor de video van Angeline lieten we een hoop Berghain-volk komen, voor vijftig euro plus catering. De meesten zaten onder de ketamine. Toen ik ze later nog eens tegenkwam leken ze zich er niets meer van te herinneren."

Er is maar één ruimte die warm is in het pand, en dat is de studio van Robin Hunt, door Thomas ook wel 'Zero Velocity Robin' genoemd. "Het is standje 0 of 127 bij hem", zegt hij. Hij maakt een buitengewoon energieke, enthousiaste indruk, zoveel is duidelijk. Hunt heeft zijn studio met eigen handen gebouwd en is een echte studioman, thuis tussen de apparatuur. Synthesizers, drumcomputers, tape delay machines, alles wat nodig is voor de gelaagde elektronische sound, soms bombastisch, dan weer kwetsbaar. Hij slingert een Roland 909 aan, de klassieke gabberdrummachine. "Ik heb mijn opleiding genoten bij DJ Promo", vertelt hij. "Ik liep stage bij zijn label in Hoorn, en elke week mocht ik even de studio in. Dan reed ik weer terug over de Afsluitdijk naar Leeuwarden met een tas vol demo's." "Ik had bijna alle liedjes al geschreven toen ik Robin ontmoette", zegt Thomas. "Ik kende hem wel al uit Leeuwarden, maar toen vond ik hem maar een rare vogel. Hier heb ik hem opnieuw ontmoet, in een of andere vage kelder. Hij maakte industrial noise. Het duurde even om op een lijn te komen. Soms kwam ik aan in de studio, en dan had hij allemaal heel heftige dingen gemaakt, hardstyle elementen, of een luidruchtige fabriekspijp midden in een nummer. Ik wilde veel experimenteren met sounds, maar wel echt popliedjes maken." "Hij kon keihard zijn", zegt Robin. "Dat moest ook, ik heb hem gezegd: wees voor mij net zo hard als voor jezelf. Dat heb ik geweten."

Fanbrieven voor Rutger Hauer
Direct naast de fabriek staan zes hallen, bedekt met zonnepanelen. "Daar zitten de wokkies", zegt Thomas. "Zo noemen we ze, de Vietnamezen, liefkozend natuurlijk, want ik kom er heel graag. We moeten zo maar eens kijken, je weet niet wat je ziet. Eindeloze rijen winkeltjes, restaurants, kappers. Soms is er een bruiloft of een doopceremonie. Je kunt er heerlijk eten voor bijna niks." Thomas vertelt er even later over hoe hij hier eigenlijk belandde. Hij werd geboren in Leiderdorp, en bracht een groot deel van zijn jeugd door in een klein dorp in Friesland, een dorpje verwijderd van filmheld Rutger Hauer, bij wie Thomas regelmatig fanbrieven door de bus gooide. De laatste ongeveer een jaar geleden. De volgende stap zou zomaar een muzikale ode kunnen worden. Misschien is het genoeg om de acteur te verleiden in een videoclip mee te doen. "Ik heb al een idee. Ik stel me een streng christelijk gezin voor uit de tijd voor de industriële revolutie, maar dan wel heel futuristisch gekleed. Rutger Hauer is de vader. Mijn ouders neem ik niets kwalijk, maar het was niet makkelijk om als kind van tien ineens in een plattelandsdorp van vijftig man te komen. Iedereen sprak daar Fries, dus ik vond helemaal geen aansluiting. Toen ben ik maar heel veel piano gaan spelen."

De beschermde omgeving in Friesland benauwt hem, en na een rusteloze periode aan de Academie Voor Popcultuur in Leeuwarden wijkt hij uit naar Berlijn (van waar hij die opleiding overigens netjes afmaakt). Hij is er nog nooit geweest, en als hij met een tas met wat onderbroeken op Rosenthaler Platz staat, weet hij eigenlijk niet waar hij aan begint. De eerste twee weken zit hij in een hostel vol Spanjaarden en Italianen, die komen om te feesten. Hij bevindt zich in een stad waar meer mensen met dromen zijn dan met banen, en waar mensen die nog niet eens fatsoenlijk een gitaar kunnen vasthouden zich al muzikant noemen. Elektronische muziek wordt er natuurlijk volop gemaakt, maar dan meer techno dan wat Thomas voor ogen heeft. Het kost hem drie jaar om alles te leren, de taal, de stad, zijn eigen leven, en onder tussen zijn muzikale identiteit. "Van het Friese platteland naar Berlijn, dat was alsof twee treinen recht op elkaar knalden. Vijf jaar lang ben ik obsessief met mijn muziek bezig geweest, echt krankzinnig, ongezond. Altijd maar was ik aan het denken en denken, op een gegeven moment ging ik ook nauwelijks nog uit. Ik had eigenlijk iemand nodig die tegen me zei: zo is het goed. Ik zou nu veel meer op een stream of consciousness manier muziek maken, zoals Kanye West dat doet. Yeezus vind ik een van de belangrijkste platen van het moment. Veel hiphop inspireert me, er gebeuren dingen in die wij ons niet voor kunnen stellen."

Bulgaarse performancekunstenaar
Het album kwam er toch, en het vertoont inhoudelijk ongelofelijk veel sporen van Thomas' zoektochten. Hylas heet het, naar een Griekse mythologische figuur die als knecht van Herakles mee ging op zoek naar Het Gulden Vlies, een Missie met een hoofdletter. Hij bereikt zijn doel uiteindelijk niet, omdat hij verleid wordt door een nimf en onder water verdwijnt. "Dat liedje gaat over het Russische meisje waar ik indertijd mee was, een bloedmooie maar heel heftige vrouw", zegt hij. "Haar heb ik wel eens midden in de nacht uit een club moeten plukken, waar ze bijna verkracht werd in een darkroom. Ik woonde in die periode een tijdje bij een of andere vrouw in huis, die mij verraste met het feit dat ze twee kinderen had. Ze verwaarloosde die enorm, heel treurig om te zien. Ze was meer bezig met haar Berghain-vrienden, met wie ze het liefst nachtenlang naar de club ging. In die tijd was ik zelf ook enorm aan het zoeken, er kwam niets meer uit mijn handen."

Thomas doopt de stad Ghostcity, een decor waarin vluchtige schimmen en schaduwen alle ruimte hebben. "Ik ervaar de stad als een soort personage, dat een belangrijke rol speelt in mijn leven. Berlijn is voor mij als een vrouw in een leren jasje, met suïcide lipstick - fel rood - en een moeilijk te plaatsen buitenlands accent. De stad is heel anders dan Parijs, waar ik tegenwoordig eigenlijk meer ben. In Parijs zijn mannen nog echt mannen. Ze houden de deur open en betalen de rekening. Hier in Berlijn loopt alles door elkaar, en dat spreekt me heel erg aan."

De avond eindigt alsnog in Berghain, dat gigantische betonnen bastion naast het Ostbahnhof. Het is half vier, de notoire portier wordt met speels gemak gepasseerd, en binnen opent zich een duistere, intense wereld. Hier is het drie dagen achter elkaar nacht. De club is een doolhof van donkere gangen, spiegels zijn er nergens. De toiletten zijn groot genoeg om er met meerdere mensen tegelijk in te gaan, en je voelt je bijna opgelaten als je dat niet doet. Beneden, in de spelonken van de club, kronkelen vier naakte mannen over elkaar heen. Het is bijna helemaal donker, maar de taal van hun lichamen is duidelijk. Wie weet wat er in de nisjes allemaal gebeurt, en hoe je bij het geheime andere deel komt, waar dingen gebeuren die 'normale' mensen zich niet eens voorstellen.

Purple skies
Berghain heeft zo'n mythische reputatie dat je je nauwelijks kunt voorstellen dat het allemaal echt zo is, maar een avond in de bunker is genoeg om te begrijpen waarom de club zo'n enorme aantrekkingskracht heeft op al die mensen die op zoek zijn naar intensiteit. Boven ratelt Plastikman's Consumed door de ruimte. Het geluidssysteem is kurkdroog, perfect afgesteld op ijzer en beton. Een soort euforie bekruipt Thomas, puur door de muziek. Het is de track erna die hem echt grijpt. Een flard van een stem prikt door het rauwe, mechanische geluid heen. "Wat is dit, ik wil het weten. Dit is echt ongelofelijk." Dan gaat het weer over de enorme schaduw die de club werpt over het leven in de stad, zijn leven in elk geval. "Ik ben hier echt maar een keer of vier geweest. Ik vind het hier heftig, en drugs gebruik ik niet. De eerste keer dat ik hier kwam was ik negentien. Ik kwam net uit Friesland en zag dit allemaal. Ik heb me altijd een soort buitenstaander gevoeld. Ik observeer deze mensen."

We drinken Club Mate met wodka onder een foto van drie bij drie van een geschoren anus. Dan ineens is ie weg. Het is bijna zeven uur, hij heeft het warm, kan zijn leren jas niet kwijt, en lijkt een beetje beduusd door de druk. Weinig slaap, vijf jaar Berlijn gecondenseerd tot twee dagen, en maandag weer een tour in Frankrijk voor de boeg. Van het ene op het andere moment is het over. Een kwartier later smst hij: "Tis fantastisch buiten nu. Purple skies. En mist…"