Ieder jaar kijkt menig muziekliefhebber uit naar Sniester en inmiddels heeft het festival een hondstrouwe groep aan fans gegenereerd. Ook dit jaar is een blik vol rammelende rockers opengetrokken die overstuurde herrie en geblafte vocalen op het publiek afvuren. Na wat rond te hebben gesnuffeld in het meer dan honderd artiesten tellende aanbod is er weer een groot aantal interessante acts gevonden. Met een open blik als een pasgeboren puppy gingen we weer kwispelend op pad om een hondsbrutaal verslag te maken van een van de spannendste festivals die onze stad kent.

Mantra Machine trapt Sniester 2025 af in het Paardcafé en zet meteen de toon voor de avond. Hun instrumentale, psychedelische sound vult de ruimte als een opkomende storm. Zware, fuzzed-out gitaren rollen over een stuwende bas en strak ritmische drums. De band bouwt een muur van geluid die hypnotiseert. Het voelt alsof je de openingsscène van een epische film binnenstapt: dreigend, meeslepend en vol spanning. Zonder zang vertelt de band toch een verhaal dat het publiek vastgrijpt en niet meer loslaat. De energie is intens, het geluid gelaagd en dynamisch. Als eerste act maken ze direct duidelijk dat Sniester 2025 is begonnen, en hoe.

“Ik ben Bug, het insect, en we gaan het laten lukken”, opent het Amsterdamse drietal bestaande uit rap, gitaar en beats de avond in Concordia. Wat volgt is een muur van geluid. Als op een rave met punkgitaren lijkt de band zo snel mogelijk tegen de wand aan te rennen en er doorheen te willen beuken. Een perfecte kickstart voor Sniester. Met een licht activistische en voornamelijk tegendraadse houding worden de trommelvliezen vakkundig beschadigd. Als de act meer rap-gedreven was geweest, had Bug niet echt stand gehouden, daar zijn de vocalen en flows niet sterk genoeg voor, maar als geheel blijft Bug aardig overeind. Op een gegeven moment komt er een danser het podium op voor een sensuele performance en YoungRubbi wordt uit het publiek getrokken om de song ‘Radicaal Illegaal’ van extra power te voorzien. Met suizende oren verlaat het publiek na drie kwartier de zaal; lekker!

Mantra Machine

BUG

In de Zwarte Ruiter is ondertussen Bikini Beach van start gegaan. De garagepunkers vormen een ideale opener van de avond: geen poespas, hoog in de energie en een flinke dosis gitaargeweld. De Duitsers proberen het publiek wat naderbij het podium te lokken, een onderneming die levensgevaarlijk blijkt door de dunbevolkte doch zeer intensieve pit die er in de eerste luttele minuten is ontstaan. De nummers van het nieuwe album Cursed worden er in een rap tempo doorheen geragd. Wel jammer: de stem van zanger valt zeker aan het begin van de set wat weg in alle fuzz. Een welkome toevoeging in de vocals is dan ook de energieke bassiste, die tussen al het springen en headbangen door nog wat nummers meepakt. Met een mooie uitvoering van ‘Helter Skelter’ sluit het drietal het optreden af. Lekker!

Zelf noemen de Haagse Alpha Rats de muziek die zij maken vermin wave, ‘een combinatie van rauwe garage en post-punk’. De band bestaat uit ervaren muzikanten die in diverse Haagse bands al de nodige herrie hebben gemaakt, en dat doen zij in deze formatie ook. Drummer Tim Polderman komt een soort van net op tijd binnen, dus iets na de aanvangstijd barst het vijftal los in de foyer van het Koorenhuis. Zanger Lennard is halverwege het eerste nummer al in het publiek te vinden en schreeuwt zich door het optreden heen. Muzikaal gezien gaan de Alpha Rats vooral weinig gepolijst rechtdoor. Prima om de werkdag even weg te blazen, maar niet opzienbarend. Het kindje in de moshpit is wel schattig.

BUG

Wat is er meer rock ‘n roll dan een zwarte, leren jas? Weinig, zullen de meeste mensen zeggen. Black Leather Jacket als bandnaam kiezen, wekt dus verwachtingen en die maken de Belgen geotendeels waar. Het optreden bestaat uit riffs, gierende gitaren en pompende bassen die over het algemeen goed vallen. Het is dan ook niet voor niets dat de Antwerpenaren in het voorprogramma van Wodan Boys staan. De toetsen voegen een apart geluid toe waarmee de band zich onderscheidt van genregenoten. Zo dendert het optreden van het enthousiaste viertal lekker voort. Geef het nog een paar jaar, en Black Leather Jacket staat weer op Sniester, maar dan op een prominenter tijdstip.

Waar de vocals van Bikini Beach af en toe verzopen in het gitaargeweld, zijn ze bij MOULD juist nadrukkelijk aanwezig. De band uit Bristol opent zijn optreden met een de kreten van ´FRANCES´, een nummer dat helaas ondanks de energie van de bandleden toch wat kaal overkomt. Later vindt MOULD een betere groove: de bas neemt af en toe de regie, en punk, indie, dreamgaze en poprock wisselen elkaar af. Aan de muzikaliteit ligt het absoluut niet, maar we voelen ons toch een beetje als de jonge moshgrage honden die zich voor de gelegenheid naar Concordia hebben verplaatst: we vinden geen aansluiting op het tempo dat steeds maar weer wordt teruggeschroefd nét op dat moment waarop we de flow hebben gevonden. Misschien is het  de setting: Concordia is, hoewel een mooie toevoeging aan Sniester, misschien een wat steriele omgeving voor deze jonge muzikanten die zeker niet hadden misstaan in een rokerige kelder. Tot de volgende keer dan maar, in de Grey Space?

Black Leather Jacket

Mould

Het is moeilijk druk in de foyer van het Koorenhuis als The 113 speelt. Dat mag ook wel, want postpunk is al een aantal jaar echt hip en dan speelt dit viertal uit Leeds ook nog eens een erg klassieke variant. Vergelijkingen met een vroege Fontaines D.C. (die op hun beurt weer werden vergeleken met Joy Division) liggen erg voor de hand en hoeven dus niet gemaakt te worden. Downstrokes op de telecaster-gitaren, vierkwartsmaten op de drums en gesproken, gemompelde en geschreeuwde zang. Het is oerdegelijk wat de band op de planken zet, maar iets te druk in de zaal. The 113 staat als een hutje en een deel van het (toch wel oudere) publiek slikt alles als zoete koek, maar of ze morgen nog veel terug zullen denken aan deze show, valt te bezien.

The 113

De Noorse rockscene staat misschien niet bij iedere Sniesterganger op de radar, maar na het optreden van Daufødt overwegen wij in ieder geval om deze eens wat nader te bestuderen. De band speelt nietsontziend hun melange van postmetal, noiserock en nog wat aanverwante harde genres. Zangeres Annika Linn Verdal Homme ziet eruit als een lief meisje, maar ze gromt zich door het optreden heen terwijl ze het podium van The Grey Space compleet toe-eigent. Ook de zaal is niet veilig voor haar veroveringsdrang. De bandleden slingeren ondertussen stoïcijns hun loodzware noten de kelder in.  We hebben het ongetwijfeld vaker gezegd, maar we doen het gewoon nog eens: vooral voor het hardere werk is de kelder van The Grey Space de beste zaal van het festival. En het optreden van Daufødt? ‘Gewoon lekker’, zegt iemand in de zaal tussen twee nummers door. En daar zijn we het eigenlijk wel mee eens.

Slow Crush draait het reverbpedaal nog een stukje verder open. Een grungy shoegazeband uit België met etherische zang en keiharde gitaren. De zaal wordt gevuld met zoveel rook en lichten dat de glitterbas van frontvrouw Isa Holliday nauwelijks zichtbaar is. Het is wel rete-lekker, misschien wel omdat het geluid erg goed is, waar dit soort acts vaak bij vallen of staan. Holliday vertelt ons dat ze “het genoegen hebben” om wat tunes van de nieuwe plaat te spelen die echt wel fijn in het gehoor liggen, maar hoogtepunt is toch de venijnige afsluiting met ‘Cherry’ en ‘Glow’. Een heerlijke set waar de luisteraar gehypnotiseerd vol in de wall of sound kan duiken.

Een collega-redacteur had FIEP allang ontdekt op Hipfest vorig jaar en vroeg zich daar terecht af: “Waarom dan toch die Australische bands als we een Fiep hier hebben rondlopen?” Misschien las de programmeur mee, want vanavond kunnen we de bloedneuzen en moshpits even inruilen voor de discoballen van Paardcafé en de meeslepende ritmes van FIEP. De pop anthems met een ruig randje zijn een welkome afwisseling en de band heeft een ijzersterke stage presence, een onuitputtelijke energie en een ondeugend randje (“zijn jullie nog een beetje geil?”). Het optreden staat net zo stevig als de degelijke kaplaarzen die zangeres Veerle Driessen voor de gelegenheid heeft aangetrokken en waarmee ze voor het laatste nummer op de bar klimt. De bassist duikt voor de gelegenheid nog even het publiek in. Genieten!

FIEP

Slow Crush

Op De Poot zet Electric Eel Shock ondertussen een onvergetelijk optreden neer. Terwijl zanger/gitarist Aki en invallende bassist Joji Iwamoto in eenvoudige T-shirts spelen, drumt Gian zoals alleen hij dat kan: volledig naakt, op een enkele sportsok na, met twee stokken per hand. De Sniesterkat crowdsurft inmiddels de hele Grote Markt af en eindigt naast Aki op het podium. Het publiek kijkt met open mond, lacht, mosht en gaat volledig op in de ongefilterde rock-'n-roll chaos. EES trekt een flinke menigte, bewijst hun cultstatus, en laat zien dat echte rock niets nodig heeft behalve lef en volume.

Wanneer de Amerikaanse doommetalband Castle Rat door pech met hun tourbus vast komt te zitten in Engeland, springen gelukkig last minute de Amsterdamse punkrockers van FuckFuckFuck in en nemen zij moeiteloos het podium van Concordia over. De Amsterdamse punkband grijpt de kans met beide handen aan en levert een explosief optreden. Hun rauwe energie, compromisloze sound en chaotische charme maken de afwezigheid van Castle Rats te verdragen. Helaas staat de zaal wat leeg, maar desondanks levert de band een energiek optreden waardoor de crowd toch staat mee te dansen. Wat een noodoplossing leek, blijkt een voltreffer: FuckFuckFuck bewijst opnieuw waarom ze bekendstaan om hun ongefilterde intensiteit en absolute overgave op het podium.

In de Kleine Zaal van PAARD voelt het optreden van de Britse band Bilk al snel te groot voor de ruimte. Van muur tot muur staat het publiek opeengepakt voor deze cultfavoriet uit de Britse indierockscene, die inmiddels genoemd wordt in het rijtje van Oasis en Blur. Ze trappen af met het energieke 'RNR' en zetten direct de toon met hun rauwe sound en scherpe teksten. Toch lijkt het publiek in het begin nog wat afwachtend, meer luisterend dan bewegend. Bij hitnummer “Spiked” komt daar verandering in: de energie slaat over en uiteindelijk barst er een moshpit los. Na slechts een half uur kondigt frontman Sol Abrahams tot ieders verbazing aan dat ze door hun setlist heen zijn. Door een miscommunicatie is onduidelijk hoe lang ze mochten spelen. In plaats van af te kappen, besluit de band te improviseren. En dat pakt verrassend goed uit. Ze grijpen terug op oudere nummers, jammen wat ter plekke, en houden het tempo en de energie hoog. Het publiek blijft erbij, springt, mosht en zingt mee. Ondanks de rommelige omstandigheden bewijst Bilk waarom ze tot de top van de nieuwe Britse indiegolf behoren.

FuckFuckFuck

Bilk

De Grote Markt is ondertussen weer tot een grote homp gezelligheid verworden, met veel activiteit rondom de bar en halfpipe. Op buitenpodium De Poot stonden vanavond al Yo Diablo en Electric Eel Shock. Parker Fans mag de avond buiten afsluiten. Het drietal met een voorliefde voor drum ‘n bass komt op met het nummer ‘We are the World’ en is een eclectisch stel: frontman Kick Kluiving (aanvankelijk nog) in een nette trui en overhemd, Thomas Geleijnse en bassist Sem Egter van Wisselkerke in hun regenjassen. Parker Fans is absoluut meer synthgedreven dan het gros van het programma vanavond – er is geen zessnarige gitaar op het podium te vinden – maar feit blijft dat het moeilijk is om stil te blijven staan op de groove van deze band. Terwijl uw redacteur staat te klappertanden in de arctische lucht, verdwijnen er steeds meer kledingstukken van het podium, tot Kick (die we ook kennen van Personal Trainer) alleen nog maar in zijn onderbroek staat te springen. Tegen de tijd dat het optreden is afgelopen, is de Grote Markt veranderd in een heuse rave: precies wat de band voor ogen had. Als het aan ons ligt mag Parker Fans ons nog vele Haagse nachten vergezellen.

Soft Play is een van de absolute blikvangers van het festival. Het duo (drums en gitaar/bas) stond op Lowlands en Glastonbury, is vrienden met Robbie Williams en staat bekend om het van de grond af afbreken van menig publiek en hun vierentwintig-karaats teringherrie. Isaac en Laurie laten er ook weinig gras over groeien. Al staand drummend en op gitaar rammend wordt de Grolsch Zaal toegebeten dat de hi-hat gefucked moet worden en worden de verwijzingen naar de John Wick-films gemaakt. Ondertussen wordt de Sniesterkat de hele zaal door gesleurd en volgt de ene moshpit de volgende op. Als iemand zijn telefoon verliest of een fitbit wordt gevonden, wordt de set even stilgelegd. Constant wordt er ingecheckt of iedereen nog oké is, een bezoeker in een rolstoel mag vanaf het podium verder kijken, er wordt opgeroepen tot vrijheid voor de Palestijnen en er wordt  stilgestaan bij iedereen met mentale problemen, zo vlak voor ‘Everything and Nothing’. Soft Play zou de naam nog een keer kunnen veranderen (want vroeger heette de band SLAVES) in Wholesome FC, maar dat is ook weer overdreven. Want ondanks dit alles beukt de band alles omver, maar vraagt vervolgens wel of dat oké is. 

Parker Fans

Parker Fans

Soft Play

Lézard is Belgisch en, we draaien er niet omheen, cool. De band neemt disco, funk, pop en rock en gooit het in een blender. Daar komt een dansbaar geheel uit wat de foyer van het Koorenhuis omvormt tot een dansclub, maar wel geschikt voor Sniester. Denk funky baslijnen, dikke synths en meerstemmige zang. Het verzoek van zanger Neil Claes om het licht te dimmen, blijkt niet ingewilligd te kunnen worden, dus de echte nachtclubvibe blijft uit. Tussen al het gitaargeweld is Lézard echter een welkome vrolijke noot met een zangeres wier enthousiasme aanstekelijk is. De overige bandleden blijven wat dat betreft overigens niet achter. Magnifastique, citeren wij de band.

Voor de hardcorepunkliefhebbers is State Power vanavond in De Zwarte Ruiter op Sniester een absolute mokerslag. De band begint met de rug naar het publiek, terwijl een krakelige opname van een oud countrynummer uit de speakers schalt. Verwarring alom - mensen kijken elkaar aan, is dit wel de juiste show? Maar dan draait de band zich om en barst alles los. “What the fuck is up Den Haag!” brult frontman Stefan Bonestroo en in één klap verandert de zaal in een orkaan van energie. Wat volgt is een keiharde set vol agressie, passie en boodschap. Er wordt getwo-stept, gemosht en in het wild geslagen. Voor wie niet voorbereid is, is het even schrikken - veel mensen nemen instinctief een stap terug. Maar voor de die-hards is dit pure extase. State Power maakt hun naam waar als een band met een missie. Hun teksten, al schreeuwend soms moeilijk te volgen, ademen radicale gelijkheid, antizionisme en verzet tegen onderdrukking. Wie het niet verstaat, krijgt het alsnog mee als “The Day the Nazi Died” van Chumbawamba als interlude wordt afgespeeld. De set eindigt in een massale circlepit. Door de gladde vloer gaan er aardig wat mensen onderuit. Maar dat hoort erbij. State Power levert naast de blauwe plekken een keiharde show.

Lézard

Prins S. en de Geit

Bijzonder: Prins S. en de Geit speelt vanavond in The Grey Space, daar waar het ooit allemaal begon. Op Sniester 2021 beschreven we Prins S. tijdens hun ‘eerste optreden voor staand publiek’ nog als “een soort volwassen versie van de Jeugd gemengd met de Kraaien,” maar anno 2025 behoeft het drietal eigenlijk geen introductie meer. Dat blijkt ook uit het feit dat er al ruim een halfuur voor aanvang een dikke rij staat om naar binnen te mogen. Terecht, want het is bijna historisch te noemen dat Prins S. vanavond zo’n intieme set speelt, terwijl ze inmiddels al headliner zijn op festivals en menig club uitverkopen. Maar eerlijk is eerlijk: de muziek van Scott & co komt wel het beste tot zijn recht in een zaal als deze. Danspasjes en zweetdruppels vliegen in het rond en er wordt gecrowdsurft. Een hachelijke onderneming, met een plafond zo laag als deze, maar aan toewijding geen gebrek. Een thuiswedstrijd zoals we ze graag vaker zien.

“We geven alles wat we hebben”, zegt zanger Mitch Gordon van Jools. We geloven het. Gordon, met snor en lang haar en gekleed in een glimmende zwarte strakke outif, paradeert manisch over het podium terwijl zangeres Kate Price schaars gekleed en met de nodige agressie het publiek verleidt. Het is net alsof The Darkness op het podium staat, maar dan een variant die energieke postpunk speelt. Het levert een vervreemdend spektakel op dat publiek meekrijgt. Maar het is niet alleen lang leve de lol. Price geeft een indringende boodschap over geweld tegen vrouwen, gevolgd door een nummer waarin de woede voelbaar is. Zo krijgt een optreden dat begon als fascinerend en een beetje verwarrend een diepere lading die met een nummer over een overleden vriend nog eens wordt benadrukt. Jools rockt, maar is ook niet bang zichzelf bloot te geven.

Prins S. en de Geit

Het is aan Bombstrap om de Sniesteravond in De Zwarte Ruiter af te sluiten. Een flink aantal bezoekers zal de dag erop met de nodige blauwe plekken op dit optreden terugkijken. De deels Rotterdamse band brengt namelijk pure chaos in de vorm van retesnelle en -strakke hardcore punk, met een expressieve frontvrouw die haar teksten het wild bewegende publiek in spuugt, schreeuwt en gromt. Bombstrap is een wervelwind die de Zwarte Ruiter overdondert. Dat het optreden iets van 20 minuten voor de eindtijd die in het blokkenschema staat alweer is afgelopen, vergeven we de band. Alles geven kost energie.

Afsluiten bij Affaire in The Grey Space lijkt een hele opgave. Het is laat en als twee jonge gasten in kantoortenue (overhemd en stropdas) het podium opkomen, voelt alles een beetje saaiig aan. Maar als het duo begint, is het eigenlijk best energiek en lekker. Moddervette gitaarpartijen en lekkere bliepjes uit de synth. De front duikt vrij snel het publiek in en begint in het gezicht van het publiek te zingen. Dat de boel een beetje inkakt na een wat gevoeliger nummer, is dan ook geen ramp. In de kelder van The Grey Space klinkt elektronica toch altijd iets lekkerder.

Tevreden, opgeladen en zonder al teveel kleerscheuren gaan wij weer op huis aan. Klaar voor de zaterdag!

BOMBSTRAP