Wat hadden we dit gemist. Hele harde gitaren, moshpits, mensen, bier en nog meer gitaren. Sniester is back baby. Het festival gooide vrijdag het imago helemaal om en gooit het nu louter op bandjes van het type gehoorbeschadiging. Wij hebben er zin in, want los van het feit dat we inmiddels aan onze bureaustoelen zijn vastgeroest, is Sniester altijd een feestje. In de lente of in een kletsnat oktoberweekend, tot diep in de nacht of tot 12 uur precies, met een prik in de arm of met een test in de neus, Sniester stelt nooit teleur.
Sniesterroute: WTF, waar ben ik beland-route
Na bijna twee jaar culturele geheelonthouding is de wil om een festival te beleven groter dan daadwerkelijk de line-up vooraf uitpluizen. Het blokkenschema biedt helaas geen uitkomst. Zoveel bands en zoveel keuze. Laten we er gewoon induiken, vanouds muziek ontdekken. Met die positieve instelling begonnen we de Sniester vrijdag. Laten we ervan uit gaan dat dit goed gaat.
Klik hieronder om erachter te komen wat we ontdekten.
Er hangt een onwennige sfeer in de lucht. Ach, dat zal vast een kwestie zijn van even acclimatiseren aan de festivalsfeer. Al wisten we op dat moment niet dat dat gevoel de hele avond zou blijven hangen. In de September speelt Skroetbalg, een Drentse punkband. Voor ons een avondje uit, maar voor de drie raggende gasten gewoonweg Stompen in de Kroeg. What the fuck, uit zelfverdediging gaan beide handen alvast omhoog. Klaar om te stompen. De heren hebben slechts twee minuten nodig om een blijvende indruk achter te laten. Wij komen uit Drenthe Godverdomme. Korte leuzen - en dus rammelende songs - worden de September ingeslingerd. Het gaat over zuipen (belangrijk detail: meer dan een kratje), vechten en af en toe een auto. Simpel doch doeltreffend, daar houden we van.
Terwijl in September Skroetbalg een hossend en headbangend publiek laat genieten van dialectrock, druppelen mondjesmaat de mensen binnen voor de Cloudsurfers in de Zwarte Ruiter. De naam doet een chill Australisch surfbandje met vriendelijke ballads vermoeden, maar niks is minder waar. De band haalt dan wel inspiratie uit Australië, maar van het genre beukbands. Er blijken twee drummers nodig te zijn die de denderende trein van psychedelische gitaar en diepe teksten van een nog dikkere body voorzien. De twee gitaristen die tevens zingen, schreeuwen er wat op los terwijl de bassiste het geheel naadloos begeleidt.
De Sniestermascotte durft helaas als enige in de zaal écht los te gaan, het publiek volgt nadat ze zijn opgewarmd gelukkig uiteindelijk ook. De synchroon spelende drummers zijn voorzien van microfoons en gooien er backingvocals tegenaan die net zo hard zijn als de vocals van de zanger.
Nu het publiek warm is lijken ook de nummers steeds lekkerder te worden. Het tempo wisselt en de mensenmassa springt. Zanger/gitarist Thom springt met gitaar het podium af en komt in de pit terecht die opeens is ontstaan. Jammer dat hij, net als anderen, het verhoginkje voor het podium niet ziet en onderuit gaat. “Wat een heerlijk festival is Sniester toch”, klinkt het naast ons. Thom speelt vrolijk verder op zijn gitaar terwijl hij omhoog wordt geholpen. Iedereen gaat los, bier vliegt rond en de sfeer is totaal anders dan tijdens het eerste nummer. Gelukkig. Na applaus moeten publiek en band duidelijk uithijgen. De band doet hun albumnaam “Don’t Know What Hit Me” eer aan: we hadden dit niet verwacht.
Tijd om even af te koelen in de kelder van The Grey Space. Dat is wel even nodig. Volgens ons moreel kompas is dit de plek voor onontdekte bands, in dit geval Rotzak. Bij het lezen van die naam was het eigenlijk al te laat. Afijn, we zijn er nu toch. De rotzakken draaien er niet omheen, de act barst los als een losgeslagen huwelijk tussen Deftones en The Dillinger Escape Plan. Het is onvermoeide moderne hardcore met een gezond likje lef. Vocalist Niel Hendrickx slaat en zwaait wild om zich heen, dwarrelt rusteloos door het publiek en schuifelt de voetjes alsof de beste man bezeten is. Alsof het niet duidelijk was dat dit niet een normaal optreden betreft, kruipt Niel voor de vorm ook nog eens over de grond. De mic-stand is vanavond de maat van Niel. Die gaat overal mee naartoe, zelfs het publiek in. Het is verwonderlijk dat hier geen mosh ontstaat. Het Belgische viertal is vanavond goed voor een kundige en strakke portie geweld, al blijft het niet geheel kleven.
We lopen in de regen een rondje Grote Markt waar een silent disco bezig is, halen een Sniester petje bij ter vervanging van onze doorweekte paraplu bij de merch en happen snel een kroketje weg.
Dan dalen we nogmaals af naar de Grey Space voor Prins S. en de Geit. Het Sniesteroptreden van vanavond van Scott, Marne en Daniel is naar eigen zeggen “eindelijk een optreden voor staand publiek”. Je kan er rare dingen bij bedenken, maar zoals deze Coronageneratie inmiddels weet: spelen voor een online crowd of een zaaltje met wat zittend publiek op keurige anderhalve meter bier afstand is ook gewoon bout.
De sfeer zit er metéén in. Onze conclusie na wat online gestream is dat deze band live pas tot zijn recht komt. Dit is de perfecte locatie voor de band die doet denken aan een soort volwassen versie van de Jeugd gemengd met de Kraaien. Compleet met rookmachines, die de lichten mistig de donkere ruimte insturen kun je in het zweet van het collectief lekker losgaan in deze kelder. “Ik weet dat het nog vroeg is, maar doe maar alsof je meer bier op hebt!”, roept Prins S terwijl zijn lange blonde haar meedanst. Dat komt goed. Het is inderdaad nog geen 21:00 uur, maar die biertjes zitten er echt al wel in. En de dancemoves bij publiek en band ook. Het is warm, wordt plakkerig en we dansen alsof we op een donker schoolfeest he-le-maal los staan te gaan. Guilty pleasure ten top.
De beats zijn dik en er zit wat herkenbaars tussen: Punk van Ferry Corsten wordt gesampled en de Nederlandse teksten werken verbazingwekkend goed. Met teksten als “in mijn alcohol zit bloed”, en de hele lyrics van “Kinderboerderij” wordt duidelijk dat we een vriendengroep leren kennen die niet vies is van drugs en afters. We krijgen spontaan zin om langs te komen op die after van ene Ricky. Het VWO-humor gehalte is hoog en de tussen aanhalingstekens problemen die lyricaal worden beschreven zijn herkenbaar. “God, waarom heb je me verlaten”,zingt S, verwijzend naar de dichte cultuursector. “Dat moest van Mark”.
Terwijl ‘rood staan, hard gaan’ van Prins S. en de Geit nog in het geheugen staat gegrift, dwalen we terug naar de September. Daar speelt Steckerneck, eindelijk ontspanning! Geen warrige sonische brij aan gitaren, maar beat gedreven rock n' roll. Even is Sniester het normaalste festival midden in Den Haag. Dit trio bestaat uit twee broeierige gitaristen en een drummer. Een band naar het credo van The Inspector Cluzo: ‘Fuck The Bass Player’. Een act om lekker bij te hupsen. Vooral weggelegd voor festivalpubliek dat zin heeft in wat traditionelere rock. De spanning is er echter al gauw vanaf, hoog tijd om weer verder op pad te gaan.
“And then you die” giert Danielle Warners door de zaal terwijl vooraan twee vrolijk huppelende fans staan te springen. In wat voor pseudo positief apathisch feest zijn we nu weer beland? SØWT is een vreemde formatie. De dualiteit tussen onverbeterlijk vuig en dramatisch melancholisch is confronterend en weemoedig. Hoekige baslijnen à la Peter Hook en een gitaar ambiance van jewelste. Of je het nou wilt of niet, je wordt volledig overgenomen door de deftige en donkere sfeer. En de Rootz is daar de uitgelezen plek voor. Een piekfijne afsluiting van een op zijn zachtst gezegd bijzondere route. We houden goede hoop voor een lager WTF-gehalte op de zaterdag.
De drugsroute
De drugsroute begint in het Paardcafé. Wacht, voor we verder gaan: door deze route ‘de drugsroute’ te noemen, willen we op geen enkele manier insinueren dat bands waar wij langs zijn gegaan legale of illegale substanties gebruiken. We sluiten het ook niet uit, maar dat is aan hen. Dit gaat meer over namen enzo. Of de muziek.
Klik hieronder voor het hele verhaal.
Anyway, Rats on Rafts kon niet, dus Sons verschoof naar de Grote Zaal. The Ballet Bombs reisden vervolgens uit de jaren 70 af om in het Paardcafé Sniester te openen. Met lange, psychedelische jams brengt het trio de eerste hoofden in beweging. Fuzz, reverb, dat effect van zo’n ronddraaiend orgel, het is er allemaal. Dit is stonerrock zoals het ooit bedoeld was. En horen we daar de bassist de longen uit zijn lijf schreeuwen op een stukje Led Zeppelin? Oh ja, ze verkopen cassettebandjes. Hoe retro!
We zijn opgewarmd en wandelen door de regen naar de Rootz waar Harry Descamps, frontman van Whorses, tijdens de soundcheck alvast de toon zet door zo hard als hij kan in de microfoon te gillen. (Voor de oplettende lezer: whorses - horse - heroïne. Vergezocht? Misschien, maar nog steeds in het thema.) Het optreden van de noiserockband uit Kortrijk zweeft tussen industriële muziek en minimalisme waarbij vooral goed hard geragd wordt op alle aanwezige instrumenten. Het zal niet de eerste keer deze avond zijn dat we dat meemaken.
Smudged roept vragen op. Zoals: waarom heeft iedereen een groen hoofd behalve gitariste Sophia, die een blauw hoofd heeft? Of: zijn alle mensen op dit podium volledig toerekeningsvatbaar? Het maakt allemaal niet uit, want laten we wel wezen: met Ewan McGregor hebben de Rotterdammers, samen met Het Gezelschap, een van de leukste nummers van de laatste tijd afgeleverd. Die spelen ze niet, maar ook dat maakt niet uit, want jezus wat gaan ze lekker. Vette baslijnen, funky gitaren en een frontman die maniakaal zijn teksten het publiek in spuugt. En natuurlijk de dikke elektronica van knoppenman Mink, die naar verluidt een gebroken elleboog en sleutelbeen heeft. Daar is in het publiek niets van te merken, want voor het podium gaat het los. Oh ja, complimenten voor de outfit van de bassist.
Het voordeel van Sniester is dat je soms maar een deur verder hoeft om meteen in een volgend optreden te belanden. Zo reizen we van September naar de Zwarte Ruiter voor Afterpartees, die vanuit Limburg vier uur in de file hebben gestaan en een versterker vergeten zijn. De band speelt vrolijke garagerock en frontman Niek springt wild rond op de beperkte podiumruimte die hij heeft, zwaait de microfoon wild door de lucht en zingt uit zijn tenen. Toch wil het vuur niet in het optreden komen. Hoe dat komt, weten we niet, maar een werktheorie is dat de energie die we wij Afterpartees misten terecht is gekomen bij Bongloard.
Zanger Jannes van Kaam laat ergens tijdens de show weten dat dit het eerste optreden van de band is waar het publiek staat. Wij wagen dit in twijfel te trekken, want gestaan wordt er niet in de Rootz. Gebeukt, gesprongen en zelfs gecrowdsurft, dat wel. In de moshpit, die zo’n beetje de hele zaal bestrijkt, zien we zelfs een of meerdere leden van Smudged (makkelijk te herkennen aan hun groene hoofden) en onze fotograaf voorbij stuiteren. Om maar even het cliché erbij te halen: hier komt ruim anderhalf jaar coronafrustratie naar buiten. En oh ja, op het podium gebeurt ook wat. Voor de muzikale snobs: Bongloard doet meer dan alleen energie in muzikale vorm door de speakers knallen. We horen pakkende hooks en menen her en der zelfs wat oneven maatsoorten te ontwaren. Dit is precies wat we nodig hadden.
We vervolgen onze reis naar Paracetamøl, de vierkoppige garage-punk band uit Arnhem. Ze spelen in de kelder van The Grey Space, wat objectief gezien het vetste podium van het festival en misschien wel van Den Haag is. Misschien is het omdat we net Bongloard hebben gezien, maar het optreden komt niet helemaal binnen. We halen een Turkse pizza bij Tandir Öcakbasi, wat tussen The Grey Space en de Grote Markt ligt, en eten die op voor we bij Burnout Boys aankomen.
“Dat is toch die guy van tv?”, horen we in het publiek, en dat klopt, want dit is de band van Dennis Weening. De kenners weten natuurlijk dat hij lang voor hij Expeditie Robinson presenteerde al in vele Haagse punkbands speelde. Het duurt even voor het geluid op orde is maar de band heeft er zin in. Als het na een paar nummers eenmaal goed klinkt, bereikt de energie op het podium nieuwe hoogtes en wordt in de zaal lekker gemosht. Wat ook fijn is: de band weet wanneer het tijd is om te stoppen. In plaats van sommige acts die wel erg lang doorgingen klinkt bij Burnout Boys al enkele minuten voor tijd de laatste toon en laat Weening zich bezweet lekker theatraal van het podium vallen.
En dan. Speedmobile. Vergeet alles wat je hiervoor hebt gelezen, want in de Zwarte Ruiter, bij de laatste act van de vrijdag, gaat het pas echt los. Niet heel gek, want we hebben hier te maken met de ritmesectie van Peter Pan Speedrock en de gitarist en zanger van Batmobile. Tientallen jaren aan rockervaring. De band speelt rock ‘n’ roll in de hoogste versnelling en de Ruiter kolkt. Een kleine vrouw loopt met een bloedneus weg, maar staat een paar minuten later weer vrolijk te kijken. Bier vliegt in het rond. Als er iets bestaat als het Sniestergevoel is dit het. En dan, om twaalf uur, is het afgelopen. Potverdorie, wat hadden we dit gemist. En morgen mogen we weer.
De "Dat Wat Over Is"-route
Het programma van Sniester was op eerdere edities beter in te delen in routes die wij als recensenten konden volgen. Zo waren er in de vorige jaren routes als “Nederlandstalig”, “Lekker Vreemd” en “Kneiterhard”. Met het vernieuwde, oorspronkelijke imago waarin acts die lekker rammelen, ronken en rocken de boventoon voeren, is het verdelen in routes iets gecompliceerder geworden. Daarom werd dit team op “De route die overbleef” gezet. Acts die niet persé binnen de paden van de andere recensenten passen, maar desalniettemin ontzettend de moeite waard zijn. Hoewel de route ook “De nieuwe Belgische lichting” genoemd had kunnen worden. Anyhow, let’s go!
Klik hieronder voor het hele verhaal.
De eerste act die we bezoeken zou eigenlijk in het Paardcafé staan, maar doordat Rats On Rafts niet konden komen werden ze doorgeschoven naar de Grote Zaal van PAARD; SONS. De Antwerpse band won ooit de Nieuwe Lichting van Studio Brussel (iets wat later vanavond meerdere keren terugkeert) en de reden daarvoor wordt direct duidelijk. Ontzettend strak en rammelend tegelijkertijd. Drummer Thomas Pultyn beukt aan een stuk door, Robin Borghgraef schreeuwt het uit en gitarist Arno de Ruyte speelt een aantal verrassende solo’s, waaronder in hoogtepuntje ‘We Take You Home’. De hoofdrol gaat echter naar bassist Jens de Ruyte. Zijn basgitaar hangt oncomfortabel hoog maar zijn charisma is ontegenzeggelijk. Daarnaast lijkt de bassist geen noot te missen terwijl hij toch een goede show weggeeft. Het ene moment knalt hij baslijnen uit zijn instrument en het volgende rochelt hij een flinke fluim het publiek in. SONS geeft ons wat we willen op Sniester. De aftrap is genomen, nu het vervolg.
Door naar de volgende act. Of nouja, we blijven in de Grote Zaal voor Equal Idiots. Ook een winnaar van de Nieuwe Lichting en ook Vlaams. Maar daar houdt de vergelijking met SONS een beetje op. Want ook deze act rammelt en beukt door, maar weet veel minder te overtuigen. Dat is jammer, want het duo in White Stripes/Black Keys-opstelling heeft alles in zich om een toffe show op de mat te leggen, maar lijkt te weinig overtuigingskracht te hebben. Misschien ligt het aan een gebrek aan concentratie, zanger Thibaut Christiaensens roept ons toe dat het zaterdag is en dat we nog te ingetogen zijn. Daar lijkt de kracht van de band vanavond in te zitten; de praatjes tussen de songs door. Zo zijn we te weten gekomen dat Hoogstraten, waar de band vandaan komt, op de grens met Nederland ligt en bekend staat om een mooie kerk en lekkere aardbeien. Het is allemaal erg gezellig, maar wij gaan weer door naar de volgende band.
In het Paardcafé treffen we Kulou, de Haagse psych/surfband uit de skatescene. Het staat aardig vol met ook een aantal Haagse bekenden en de muziek grooved als een tiet. Een beetje funky, een beetje jazzy en erg sexy voor een band die nauwelijks interactie met het publiek maakt. Een soort mix van Khruangbin en Hiatus Kaiyote met, voor de ouderen onder ons, een flinke scheut The Shadows. Het luistert lekker weg en niemand neemt er aanstoot aan. Drummer Gianni Tjon Tam Pau verdient nog benoemd te worden om zijn kwaliteiten. Toch wordt het op den duur wel redelijk muzakkerig, maar dat mag soms ook.
Terug naar de Grote Zaal voor de Paceshifters, de band die misschien wel het blijste is om weer op te mogen treden na de pandemie. Het is ook extra feest voor het Nederlandse drietal, ze bestaan dit jaar immers tien jaar. Hun dank naar het publiek dat in grote getalen is gekomen, is heel oprecht. Muzikaal dendert het ook voort als een trein waar de remmen van zijn vervangen voor gitaren. Niet stoppen, blijven rocken lijkt het devies. De ervaren band springt eruit om de samenzang en het duidelijke speelplezier. Toegegeven, het is niet de meest originele invalshoek voor rockmuziek, maar het wordt erg goed overgebracht. Een memorabel moment is het nummer ‘Sun And Moon’ dat gezongen wordt door drummer Jesper Albers, maar eigenlijk is het enthousiasme van de band het meest overtuigend. Paceshifters laat de muzikale meters die ze gemaakt hebben gelden door een verdraaid goede show te spelen.
In het Paardcafé begint de laatste winnaar van de Nieuwe Lichting die wij vanavond zien te laat. The Haunted Youth begint een kwartier na aanvangstijd, maar vanaf de eerste noten wordt dit ze vergeven. De band rondom Joachim Liebens, die als een soort Kevin Parker van Tame Impala alle songs schrijft en inspeelt, overtuigt vanaf de eerste seconde. Bij onze zuiderburen zijn gehele volksstammen al fan van de jonge artiest en zijn band en dat zal in Nederland niet lang meer op zich laten wachten. Qua songwriting is The Haunted Youth het beste wat we vanavond zien. IJzersterke popsongs met een randje. Het eerste wat wij opschrijven als aantekening zijn dan ook de woorden credible Coldplay. Later komen wij hierop terug, want de raakvlakken met acts als M83, Slowdive en The War On Drugs zijn wat logischer, maar Liebens is een uitstekend liedschrijver. Wij zijn fan.
Dan voor de laatste keer naar de Grote Zaal voor postpunkband The Homesick. De groep die tekende bij het legendarische Sub Pop label en die al een tijdje meedraait in de Nederlandse scene. Het contrast met The Haunted Youth kan niet groter zijn. The Homesick heeft namelijk alle gitaren ingewisseld voor synthesizers en drumcomputers en de hele sound is omgegooid. Niet persé op een slechte manier, maar het doet de liedjes niet veel goeds. Nauwelijks nog liedjes met een kop en een staart, maar vooral soundscapes en drones zijn te horen. Op zich heel interessant. De opgefoktheid waar de band om bekend staat raakt helemaal verloren in een bed van synthesizers. Het is even wennen maar tegen het einde klinkt het toch wel aangenaam. Toch verlaten wij met een vreemd, onverzadigd gevoel de zaal als we naar de laatste act gaan.
Die laatste act is de enige act die niet op de Prinsegracht speelt, we verplaatsen ons namelijk naar de September op de Grote Markt. Die gezellige kroeg die bekend staat om diens jazzavonden. Die kroeg waar je geen moshpit kan beginnen, ookal zou je dat willen. Nou de leden van Black Leather Jacket presteren het toch vanaf de eerste noot. Ook zij komen uit België, alleen wonnen zij de Nieuwe Lichting niet (maar stonden ze wel in de finale). De drummer tikt af en direct staat iedereen te springen en te beuken. Gitarist Nicolas D’Exelle pleurt zichzelf ook die pit in tijdens het tweede nummer. Dit lijkt zo’n band te zijn die zo snel mogelijk naar de eindstreep kan en als er een snellere route is, dan nemen ze die. Beuken, knallen, raggen, als het maar een werkwoord dat keihard muziek maken betekent is. Wat een energie brengt die band mee. Als wij niet veel later in bed liggen, want alles stopte om middernacht en we hebben de dag erna ook gewoon Sniesterduty, stuiteren onze trommelvliezen nog door. Dat belooft wat voor morgen.
Nu we toch even de aandacht hebben:
De redactie van 3voor12 Den Haag – hét online platform voor muziek uit Den Haag – breidt uit en is op zoek naar nieuw talent. Er is plek voor o.a (aspirant) journalisten, fotografen, interviewers, social media-redacteuren, planners, coördinatoren, filmers, radiomakers. Kortom: iedereen die vrijwillig een media-steentje bij wil dragen aan de Haagse muziekscene is welkom.
De eerste stappen van je (muziek-)journalistieke carrière zetten? Ervaring opdoen tijdens je studie? Altijd al willen schrijven voor een publiek? Op zoek naar een nieuwe uitdaging of hobby? Gewoon interesse? Stuur een mailtje naar vacature@3voor12denhaag.nl