Dit najaar is er neoklassieke muziek te vinden op de Popronde. Niet het standaard genre, denk je dan. Dat dachten wij ook. Toen deze artiest uit ons eigen Den Haag bleek te komen, moesten wij hem natuurlijk spreken. En hoe kun je iemand beter leren kennen, dan via de enige echte Oh Ja Joh?!-vragenlijst? In de bar van Amare vertelt Frerick den Haan ons over zijn leven als kersverse vader, zijn eerste cd met Nederlandse covers van de Backstreet Boys en mayonaise.

Wat is je volledige naam?
Frerick Bendert den Haan

Wat is je geboortedatum- en plaats?
12 februari 1990 in Leiden

Wat doe je aan sport?
Ik deed altijd heel erg veel, maar dat is nu wat minder geworden. Ik heb twee kinderen van een en twee jaar oud, dus daar gaat veel tijd heen. Nu probeer ik een keer per week hard te lopen. Ter vergelijking, ik kwam van vier keer per week hardlopen en halve marathons uitlopen met twee vingers in mijn neus. Nu kom ik een keer per week na twee kilometer hijgend binnen. Ik ben wel begonnen met elke dag een minuut planken, ik zit nu op dag drie! En af en toe hang ik nog aan een boulderwand.

Wat is je beste gewoonte?
Ik ben altijd aardig tegen mensen en ik wil mensen niet teleurstellen.

Wat is je slechtste gewoonte?
Daarvoor zoom ik even in op het thuisfront. Als ik met muziek bezig ben, kan ik alles om mij heen een beetje vergeten. Als dat gebeurt, heb ik thuis nog wel eens ruzie.

Voor welke actie schaam je je het meest?
Echt een moeilijke vraag… Ik schaam me niet zo snel denk ik. En ik ben ook vaak het mikpunt van mijn eigen zelfspot. Als ik er ik over nadenk, zou ik zeggen dat ik mij af en toe schaam over mijn geklaag over wat ik nog allemaal wil met mijn leven. Een van mijn beste vrienden kan dat gelukkig lekker neersabelen en relativeren waardoor ik daarna altijd weer genezen ben.

Wat laat je het liefst bezorgen?
Nou, het liefst iets van Thomann, de muziekwinkel. Ik heb laatst weer voor heel veel geld dingen besteld. Altijd leuk als er weer iets binnenkomt om uit te pakken. En als ik alleen thuis ben, is het altijd heel gedecideerd: drie broodjes frikandel met mayo, een patatje mayo met ui en als ik dan het bezorgbedrag nog niet heb gehaald, komen er vaak nog wat broodjes kaassoufflé met mayo bij. Alles met mayo.

Wat is het eerste dat je doet als je opstaat?
Momenteel is dat twee flesjes maken, twee luiers verschonen en twee kinderen aankleden. En dan als ik tijd heb, mijn eerste bakkie koffie drinken. Het is niet een heel spannend antwoord he? Maar dat is hoe het nu is. En de dag begint vroeg, kan ik je vertellen.

Wat is je favoriete plek in Den Haag?
Moet het er eentje zijn? Wat ik een hele fijne plek vind in Den Haag is Bistro de Twee Heeren. Onwijs aardige mensen, ik word altijd goed geholpen, superlekker eten en het heeft zo’n heerlijke Parijse brasseriesfeer. Als ik daar ben geweest, ga ik altijd blij weg.

Wat is je stamkroeg?
Dat was heel lang Café Emma, maar nu is het toch Appels en Peren in de Vruchtenbuurt. Dat is een lunchroom en tegenwoordig doen ze ook diner. Ik heb daar al heel veel avonden gezeten. Lekker bakkies doen en plannen doorspreken met muziekvrienden. Dat is echt het sufste, minst rock-'n-roll antwoord dat er is, maar het is wel zo. Ik hoop dat het nu niet te hip gaat worden, anders komt iedereen straks.

Wat is het beste Haagse initiatief?
Wat ik een heel mooi initiatief vind, is de stichting die Villa Ockenburgh en het gebied er omheen onderhouden. Ik vind het zo gaaf geworden met die kas en het restaurant. En dat ze daar ook kunst en cultuur inbrengen met theater en optredens. Dat vind ik een hele fijne plek om te komen.

Wat is voor jou de Haagse band van het moment?
Ik vind Niko heel erg leuk en ik ben ook fan van Toine Scholten. Ik ken Toine nog uit de jazzclub in Leiden. Hij is een beetje de funk-kant op gegaan. En ik vind het heel tof hoe ver hij het heeft geschopt door het allemaal zelf te doen.

Wat vind je overschat in de Haagse scene?
Eigenlijk helemaal niks. Ik juich alle initiatieven op muzikaal gebied juist toe. Het enige dat ik zou kunnen bedenken dat overschat is aan de Haagse scene, is dat we nog steeds pretenderen de popstad van Nederland te zijn, terwijl er over de jaren zoveel plekken voor livemuziek zijn verdwenen. Jammer, want livemuziek houdt een stad levendig.

Wat vind je onderschat in de Haagse scene?
De Jazz-scene. Ik ben van oorsprong ook Jazzmuzikant. We zijn een stad die nog steeds teert op de naam van North Sea Jazz, maar alle initiatieven die we nu hebben zijn heel kortstondig. Ik heb zelf hier ook geprobeerd om dat meer terug te krijgen, maar het was heel moeilijk om de juiste mensen daarin mee te krijgen. Dat zou ik zelf wel heel graag terug willen zien komen.

Met wie zou je een dag willen ruilen?
Een van de artiesten waar ik veel inspiratie uithaal. Om te kijken hoe zij op hun ideeën kwamen. Ik zou bijvoorbeeld wel eens in het brein van Maurice Ravel willen kijken. Maar ook andere muzikanten die ik heel hoog heb zitten zoals Miles Davis, Red Garland, Oscar Peterson. Dus artiesten die al dood zijn, maar die een legacy hebben nagelaten. Wat heeft hen getriggerd om bepaalde dingen te maken?

Waar kun je ’s nachts wakker van liggen?
Alle dingen die ik nog had willen doen, maar waar ik niet aan toe ben gekomen. Mijn to-do lijst is altijd langer dan wat ik kan op een dag.

Welk nummer mag er gedraaid worden op je begrafenis?
‘Daphnis et Chloé’ van Maurice Ravel.

Waar luister je de laatste dagen veel naar?
Dat kan ik even checken op mijn telefoon! Ik luister weer naar Death Cab For Cutie, die was ik een tijdje vergeten. Ik ben onlangs naar Mount Kimbie geweest in Paradiso, veel Radiohead en ik heb de laatste tijd eigenlijk iets teveel geluisterd naar Hania Rani. Dat is een beetje het popicoon van de neoklassieke muziek. Ik probeerde het grijs te draaien om te begrijpen wat zij doet.

Wat is je grootste guilty pleasure?
Dat is ‘When You Say Nothing at All’, van Ronan Keating. Ik vind dat gewoon een heel lekker nummer.

Wat is de eerste plaat die je ooit kocht of kreeg?
Een cover-cd van de Backstreet Boys, maar dan gezongen door Nederlandse kinderen. Heel rock-'n-roll. Maar eigenlijk luisterde ik alles wat bij mijn vader in de platenkast stond. Ik ben opgegroeid met Al Jarreau en Ramses Shaffy.

Wat is je voornaamste bron van inspiratie?
'De leven,' zoals je dat zo mooi zegt. Ik ben nu bijvoorbeeld iets aan het maken dat gebaseerd is op mijn dagelijkse metro-ritjes naar Rotterdam. Ik kijk vaak om me heen en dan zie ik een soort dystopische wereld, waar iedereen alleen maar op zijn telefoon zit. En waar ik zelf ook aan mee doe. Dat soort thema’s probeer ik te omarmen. Mijn laatste EP was heel erg beïnvloed door Maurice Ravel en de natuur. Maar ik vind het juist ook leuk om alledaagse dingen te verwerken. Ik heb bijvoorbeeld laatst een suite gemaakt waarin ik wijken in Londen in kaart probeer te brengen. Een van die nummers heet ‘Piccadilly Circus’. Daar probeer ik de drukte en geluiden van het verkeer in terug te laten komen. Ook het ritme van de dag beïnvloedt mij heel erg. Ik speel graag ’s avonds laat en ’s nachts. Dan kan ik een soort ‘vibe’ creëren die ik overdag niet kan vinden.

Verwacht je over tien jaar nog in Den Haag te wonen?
Ik verwacht het wel. Maar het liefst ga ik mijn grote droom achterna. Dan koop ik een oud chateau in Frankrijk op een groot landgoed met een hek er omheen. Daar zou ik dan allemaal mensen uitnodigen, een soort writers camp organiseren met allemaal creatieve mensen. Het liefst in Normandië. Ik hou heel erg van de rust en ruimte.

Als je zelf een festival zou organiseren, welke drie tot vijf bands zou je dan programmeren?
Oeh, dan ga ik voor een festival in mijn stijl. Dan zou ik gaan voor Ólafur Arnalds, Hania Rani en Cinematic Orchestra. En als ik dan gek zou doen, zou ik ook Chilly Gonzalez er wel bij willen hebben. Wat ik ook een hele vette act vind, is het Mondëna Quartet. Dat is een strijkkwartet dat hele mooie neoklassieke en filmische muziek maakt.

Wat is je favoriete boek?
Ik heb thuis The Book of Symbols. Dat is niet echt een leesboek, meer een koffietafelboek. Daarin staat van alles dat je je maar kunt bedenken, de symboliek die symbolen hebben in verschillende culturen. Bijvoorbeeld vuur, bloemen, een paard, dat soort dingen. Het heeft ook prachtige illustraties. Daar haal ik veel nieuwe perspectieven en inzichten uit. Ik heb dat veel gebruikt voor mijn laatste LP over de verschillende momenten van de dag.

Doorgeefvraag van Mari Ova: Als je de kans had om op elk festival te spelen, waar zou je dan spelen?
Ik denk dat ik kies voor Into The Great Wide Open. Pianospelen in een duinpan of in het bos lijkt me heel erg tof en op Vlieland kom ik al mijn hele leven. Prachtige plek!

Wat zou je aan de volgende gast willen vragen?
Wat doe jij ’s ochtends op je boterham?