De ziel waarover hierboven wordt gesproken is een sombere en diep romantische ziel die zich vanaf 1991 laafde aan albums zoals 'Serenades', 'Turn Loose the Swans', 'Gothic', 'Forever Scarlet Passion', 'Bloody Kisses' en 'Always'. Doom zoals doom zich onversneden liet voelen drie decennia geleden. Met mist, regen, groentinten, kaarslicht, liefdesverdriet, witte coltruien onder breedgeschouderde zwarte jassen en zware gitaarakkoorden. En zo stond op vrijdagavond 19 november de blik op het podium gericht van een broeierig Musicon. Eenieder vol verlangen naar een tijd van ernstige muzikanten met lange lokken en knokige, trage riffs.
De setting was perfect. De stad doordesemt met herfstige melancholie. De vergankelijkheid alomtegenwoordig. De lucht zwanger met petrichor en navenante sensaties. En tegen die achtergrond vond een perfect avondje jaren 90 deathdoom plaats in Musicon. Drie bands. Drie uur. Drie volle duiken in een recent verleden waarin niet alleen muziek een cruciale factor speelde, maar vooral de ziel. De drie bands – Illuster (NL), My Lament (BE) en Vetrar Draugurinn (NL) – maakten hun opwachting en leverden exact wat droefgeestig Den Haag op zo’n avond nodig had: dromerige doom met een warmbloedige, melodieuze omlijsting.
De Haarlemse formatie Illuster trapt de avond af met hun eigen interpretatie van het doomdeath-genre. Hoewel de band nog erg jong oogt, hebben de zes Noord-Hollanders al een uniek geluid te pakken dat zelfvertrouwen ademt. In dit geluid zitten een hoop invloeden verborgen die voorbij de genregrenzen reiken, zoals: blackmetal, shoegaze, sludge, maar ook een – bedoeld of onbedoeld – tintje Twin Peaks (lees: 'Julee Cruise'). Illuster biedt een frisse kijk op al deze muziekgenres en weet daarmee een volstrekt eigen set en dito smoelwerk te presenteren. Ofschoon de band nog niet heel veel wapenfeiten op diens naam heeft, wordt het debuutalbum Iridescent uit 2019 gespeeld en de single 'Magnolia' (uit 2021) waar ook een video van is verschenen. Aan Illuster de ondankbare taak de avond te openen, maar de band weet echter genoeg dankbaar applaus te oogsten.
De tweede band – het Vlaamse My Lament – weet werkelijk op alle jaren ’90 knoppen te drukken. Alsof de tijdmachine ragfijn op 1992 afgesteld stond wisten de dame en heren de geest van ‘early’ My Dying Bride, Anathema en Paradise Lost op te roepen. Dubbele gitaarlijnen, midtempo drums, diepe grunts en zwaarmoedige teksten: de leden van My Lament wisten exact waar zwart velours harten sneller van gaan kloppen. Het is jammer dat de band niet meer heeft uitgebracht dan langerspeler Broken Leaf in 2009 en een single treffend genaamd 'Life Will Be The Death Of Me'. Het is daarom hoopvol dat ze deze avond op het podium stonden. Wellicht motiveert het om het repertoire uit te breiden, want My Lament smaakt naar meer hoewel de smaak tot op het verst van de tong bekend terrein is. Dat de band vanavond ook nog eens Christian Woman covert, maakt het eigenlijk alleen maar mooi rond.
Tot slot was het aan de Nederlandse formatie Vetrar Draugurinn om hun eigen mengsel van dromerige doommetal ten gehore te brengen. Achter deze IJslandse bandnaam schuilt een Nederlandse allstarband met een Haags randje. In het geval van het laatste betreft het Hagenaar Eric Hazebroek (ex-Stream of Passion en momenteel Pilgrimage), maar tegelijkertijd heeft de band Marjan Welman (Autumn en Ayreon) in de gelederen evenals Thomas Cochrane. Deze speelt ook in Dystopia; een avantgardistische Nederlandstalige blackmetalband uit Den Helder. Het is een vat vol invloeden wat Vetrar Draugurinn met zich meebrengt en met kracht en overtuiging weet neer te zetten. Het publiek deint mee, sommigen sluiten de ogen en laten de muziek haar werk doen. Die muziek beslaat een selectie uit het hele oeuvre van Vetrar Draugurinn met bijzondere aandacht voor het vorig jaar verschenen album The Night Sky. Hoe het ook zij: de jaren ’90 voelden buiten de eigen tijdsbarrière zelden zo eigentijds en evenzo meeslepend. En dat het weer ook nog meewerkte, maakte dit droefgeestige drieluik uiteindelijk meer dan compleet.